'Camille, we hebben een verassing voor je.'
De hoofd van mijn afdeling keek me blij aan en mijn hart sloeg over. Het eerste wat ik dacht, was dat Michael hier was. Toch schudde ik dat idee snel van mij af. Het was ongeveer een vier maanden geleden dat ik die brief gekregen had en ik had hem nog steeds niet geopend. Ik had nog steeds niet de kracht gevonden om dat te doen. Ik had geleerd om mezelf vast te houden aan de goede herinneringen en dat was wat ik ging doen. Ik ging me niet meer vasthouden aan de jongens. Ik was een eigen individu en mocht er zijn. Tenminste, dat was wat zij zeiden.
Het voelde wel al rustiger in mijn hoofd. Dit andere, vreemde, land had me goed gedaan. De mensen waren hier anders en ik was van mening dat zij nooit zoiets zouden doen dan dat wat er gebeurd was in Australië. Natuurlijk was dat onzin, maar ik hield die gedachte graag vast. Ze hadden me hier goed geholpen en waren erg aardig voor me. Stukje bij beetje hielpen ze me om weer van mezelf te houden.
Er ging een steek door mijn borst heen. Michael. Hij had beloofd om van mij te houden. Hij had beloofd me te leren om van mezelf te houden, maar in plaats daarvan ging hij weg. Hij werd beroemd en liet niets meer van zich horen. Op een kleine brief na. Een brief die ik niet eens durfde te openen, bang voor wat erin stond. Weggooien mocht ik het trouwens ook niet. De mensen hier zeiden dat ik het altijd moest bewaren, want als eenmaal iets weg was, zou het ook niet meer terug komen. Dan zou ik helemaal nooit kunnen weten wat er in die brief staat. De gedachten daaraan voelt goed, maar toch mocht ik het niet weggooien.
'Wat is de verassing,' vroeg ik nieuwsgierig, in het Nederlands. Ik was al ruim een half jaar de Nederlandse taal aan het leren. Ik had veel tijd over en vroeg of ik dat mocht doen. Stiekem zat er een anderen gedachten achter. Ik wilde niet meer terug naar Australië. Ik wilde hier blijven en hier nieuwe herinneringen maken. Ik wilde een nieuw leven beginnen, aan de andere kant van de wereld.
'Ga eerst even zitten.'
Ik deed wat ze hij en ging zitten.
'Je bent veel vooruit gegaan,' begon hij zijn verhaal.
Tranen sprongen in mijn ogen. Shit, nee. Ik wilde helemaal niet weg. Het was niet dat ik het hier niet moeilijk had, maar hier had ik tenminste een nieuwe start. Hier was alles rustig in mijn hoofd. Ik wilde niet terug naar Australië. Ik wilde niet terug naar het land, ik wilde niet terug naar ons dorp. Iedereen zal me vast raar vinden. Nee, moest ik dan ook weer terug naar school? Dat kon niet, dat konden ze me niet aandoen!
'Wij denken dat je er klaar voor bent om-'
Ik sprong op uit mijn stoel en liep bang naar achteren.
'Nee!' Riep ik in paniek. 'Sst, niets zeggen. Ik ben er nog niet klaar voor, ik ben er helemaal nog niet klaar voor. Ik wil niet terug. Stuur me alsjeblieft niet terug naar dat rot land. Hoeveel ik mijn ouders ook mis, ik kan het niet. Hier is het rustig in mijn hoofd. Ik wil die rust. Alsjeblieft. Stuur me niet weg!'
Ik lag bijna smekend op mijn knieën voor me, terwijl de man me nog steeds zakelijk aankeek. Daarna verscheen er een heel klein glimlach op zijn gezicht.
'Dat weet ik.'
Mijn mond viel van verbazing open en aarzelend ging ik weer terug zitten in de stoel.
'Dat weet je?' Stotterde ik.
Hij begon een beetje te lachen, maar was daarna meteen weer zakelijk.
'Ja, natuurlijk weet ik dat. We zien het allemaal aan je en daarbij denken wij ook dat het niet goed voor je is om terug te gaan. Je vertrouwt er de mensen niet, je gaat je dan weer afsluiten en dan begint alles weer opnieuw. Wij denken dat het beter is als je hier blijft.'
Ondanks dat ik dolgraag uit deze inrichting wilde, was ik toch blij. Ik zat serieus liever nog hier dan dat ik weer terug moest.
'Maar we kunnen je ook niet voor eeuwig hier opnemen. Eigenlijk heb je je hele behandeling al voltooid en kunnen we jou niet meer helpen.'
Ik voelde mijn hart weer kloppen.
'Waar moet ik dan heen?' Vroeg ik bang. Waar moest ik heen als ik niet terug kon naar Australië en niet hier kon blijven? Werd ik nu een wees? Een weest met ouders aan de andere kant van de wereld, dat wel. Moest ik naar een pleeggezin? Wat als zij helemaal niet aardig waren? Ik miste mijn ouders opslag. Zij waren altijd zo ongelofelijk aardig voor mij. Het probleem lag zeker niet bij hen. Ik sloot me af, ondanks alle pogingen die zij deden om mij erbij te betrekken. Ik voelde me schuldig, nu waren ze ook nog hun dochter kwijt.
'Dat weet ik niet.' Zei hij schouder ophalend.
'Dat weet je niet?' Vroeg ik bang. Misschien was hier blijven toch niet zo'n goed idee.
'Nee, daar heb ik me niet mee beziggehouden.'
'Wie dan wel?' Ik kreeg het benauwd en probeerde rustig adem te blijven halen.
'We hebben wel contact gehouden met mensen die zich daar mee bezig hielden.'
Wie dan?' Vroeg ik nogmaals. Hij praatte in raadsel en dat was verschrikkelijk vervelend.
'Mensen die heel veel om jou geven.'
Weer schoot Michael door mijn gedachte heen, maar hij gaf niet veel om mij. Mijn ouders. Wacht, wisten mijn ouders dit allemaal al?
'Papa en mama?' Huilde ik nu van alle spanning. Hij had het beter gewoon kunnen vertellen, dat had me weer een zenuwinzinking bespaard.
'Ik denk dat zij zelf het beste kunnen vertellen wat ze van plan zijn.'
Ik hoorde de deur opengaan en draaide me met een ruk om. In de deuropening stonden mijn ouders, huilend. Ik schoot overeind en vloog ze om de hals.
'Ik heb jullie zo gemist!' Riep ik huilend.
'Wij jou ook,' riepen ze in koor.
'Alles komt goed,' zei papa.
'Ja,' stemde mama in. 'We gaan opnieuw beginnen, wij als gezin. We zijn druk bezig geweest en alles is nu eindelijk geregeld.'
'We gaan een nieuwe start maken,' fluisterde papa. 'Samen, hier in Nederland.'
De release party was zo leuk! Het was echt super gezellig met z'n alle. Ben weer een ervaring rijker! @IWishIWasPunkRock
JE LEEST
Rejects 2
Fanfiction'Ik kan niet eens van mezelf houden,' fluisterde ik huilend tegen zijn lippen aan. 'Dat hoeft ook niet,' zei hij terwijl hij door mijn haren heen wreef. 'Ik hou wel van jou, als jij dan van mij houd. Dan houden we van elkaar en misschien kunnen we...