Hoofdstuk 30

409 27 15
                                    

**Sky**
Vandaag is de dag. De dag, dat ik weer terug ga naar Amerika. Kay, gaat ook mee. Het liefst wil ik dat hij thuis blijft, maar omdat hij een eigenwijze jongen is, gaat hij mee.

"Heb je alles?" Vraagt Kay.

"Ja."

"Mooi."

"Waarom moet jij persé mee?"

"Wie? Ik?"

"Néé, een schildpad." Kay lacht.

"Nou, zoals ik je al zei, ik zal je nooit alleen laten. Nooit. Ook al zijn we niet meer samen." Ik slik en knik.

"En Kim dan?"

"Het gaat een stuk beter tussen ons, denk ik." Ik knik vaag.

"Oké." Ik pak de laatste spullen in en doe mijn koffer dicht.

"Je zei, dat je alles had."

"Ik loog. Ga nu huilen." Kay lacht.

"Nog steeds ben jij Sky."

"Néé, ik ben Sinterklaas. Jij krijgt geen cadeautjes meer, dus rot op!"

"Droom maar verder!" Ik lach en trek mijn schoenen en jas aan.

"Weet ik." Ik lach.

"Heb je zeker alles?" Ik kijk Kay aan.

"Ja Kay. Je mag heel de kamer controleren en dan ga ik alvast naar het vliegveld. Jij bent pas klaar, als ik in de lucht ben." Kay lacht.

"Grappig, maar zo krijg je me niet weg." Ik lach duivels.

"Wacht maar." Kay grijnst.

"Succes Sky, het gaat je niet lukken, geloof me."

-
Kay heeft gelijk. Het is me niet gelukt. We zijn na veel uren, in Amerika aangekomen en we wachten op de taxi.

"Zenuwachtig?"

"Hoezo?" Ik kijk hem aan.

"Gewoon. Misschien is er weer iets."

"Er is vast niet." Stel ik hem gerust. "Wij zijn sowieso voor helemaal niks helemaal naar hier toegevlogen."

"Ik hoop her Sky. Ik hoop het."

-
De taxi brengt ons naar het ziekenhuis en Kay heeft afgerekend. Ik wou chauffeur betalen, maar van die eigenwijze koe, mocht dat niet.

"Zit je te dromen meisje? Eet je pizza." Ik schrik door Kay, die begint te lachen.

"Grappig hoor, mannetje."

"Ik ben een man." Ik lach en zie Kay met een opgetrokken wenkbrauw mij aankijken.

"Sorry hoor." Kay glimlacht zwakjes.

"Kom, of wil je buiten blijven?"

"Ik blijf wel buiten." Kay schud lachend zijn hoofd en trekt me aan mijn arm. Langzaam laat hij mijn arm los en lopen we het grote ziekenhuis binnen. 

-
"We gaan dalijk wat onderzoekjes en testjes doen." Vertelt de dokter met een grote snor. 

"Hoelang zal dat duren? Die onderzoekjes en testjes?" Vraag ik.

"Het kan verschillen" vertelt de dokter. "Meestal rond een uur of twéé." Ik knik.

"En vanaf hoe laat begint het?" Vraagt Kay.

"Over tien minuten. Rust goed uit, dan komt de zuster je zo halen" vertelt de dokter. "En jij jongeman, jij wacht dan in de wachtkamer." Kay knikt.

"Veel succes en blijf rustig. Zo erg is het niet." Ik knik zwakjes en langzaam verdwijnt de dokter de kamer.

"Rustig blijven Sky" zegt Kay. "Niet net als de vorige keer."

"Misschien wel. Dan hoef je me niet te redden hoor."

"Sky." Zucht Kay.

"Ja?"

"Mis je niet iets? Ik wel."

"Wat dan?"

Kay opent zijn mond, maar dan komt de zuster de kamer binnen gelopen en vertelt, dat ik mee mag komen. De dokter met die grote snor liegt dus. Het was langer van tien minuten, maar ja.

"Veel succes Sky." Ik stap langzaam het bed uit en snel plant Kay den kus tegen mijn wang aan.

"Je kan het. Geloof me." Langzaam loop ik met de zuster mee. Kay achterlatend.

-
De testjes en onderzoekjes zijn klaar en samen met Kay, wacht ik in de kamer. Kay verstrengelt langzaam onze vingers en knijpt zacht in mijn hand.

"Het komt goed" stel ik hem gerust. "Geloof me." Ik glimlach naar hem.

"Vast." Het komt bot uit zijn mond.

"Normaal ben jij altijd zo positief."

"Je weet niet hoe zenuwachtig ik ben."

"Voor je 'ex'? Als Kim ziek zal zijn, is dat veel erger dan bij mij."

"Sky, je snapt het niet."

"Misschien. Ik ben je ex. Jij hebt er zelf voor gekozen, dat het zo loopt."

"Sky, alsjeblieft!"

"Ja ja." Ik slaak een diepe zucht en staar voor me uit.

"Je weet niet, hoe ik me nu voel."

"Stop nou maar, zeurkous."

"Sky.."

"Niks."

"Mevrouw." Ik kijk op en zie de zuster in de deuropening staan. Ze wenkt, dat ik mag komen. Ik stap het bed uit en Kay heeft nog steeds mijn hand vast. Samen lopen we de kamer uit.

-
We lopen de kamer van de dokter met de snor binnen en begroeten hem. Kay en ik, gaan tegenover hem zitten en kijken hem verwachtingsvol aan.

"De uitslag." De dokter schraapt zijn keel.

"Ja." Mompelt Kay en verstevigt zijn grip bij mijn hand.

We kijken de dokter aan en glimlacht klein naar ons.

"De uitslag is.."

I can not leave you alone 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu