Hoofdstuk 32

391 27 5
                                    

**Sky**
Ik loop en loop. De tranen blijven maar over mijn wangen rollen. De tijd gaat zo snel. Zo snel, dat ik niet ouder kan worden dan vijftig. Ik slaak een zucht en loop een parkje in. Het is rustig. De zon schijnt vrolijk. De zon, maakt me altijd vrolijk. Het is fel. Fel geel. Beter dan zwart. De kleur van de duisternis. Alsof je gepakt kan worden. Mensen vinden het discriminerend, maar zo bedoel ik het niet. Ik bedoel het niet bot, maar anders. Maar ja, de meeste begrijpen mij niet.

Ik zie een bankje staan en loop er naar toe. Ik ga er op zitten en staar voor me uit. Er loopt een oud vrouwtje naar me toe en kijkt me bezorgt aan.

"Is er iets meisje?"

"Ja eigenlijk wel." Ik slaak een zucht en het oude vrouwtje komt naast me zitten.

"Kan ik je helpen?"

"Waarmee?"

"Waar je nu mee zit. Het is fijn, als je je problemen uitlucht. Toch?"

"Klopt." Ik kijk naar mijn schoenen.

"Vertel. Als je er niet mee zit om te vertellen, dan vertel je het niet."

"Ik probeer het." Ik kijk het vrouwtje aan en ze glimlacht. Ze lijkt me aardig.

-
Ik begin haar het verhaal te vertellen. Over alles wat er gebeurd is. Mijn ziekte. Kay. School.

"Ik heb dus een half jaar te leven. Misschien meer of minder." Eindig ik mijn verhaal. Er rolt een traan over mijn wang.

"Ik begrijp dat je het zwaar hebt. Die ziekte is ook zwaar." Ik knik en veeg de tranen onder mijn ogen vandaan.

"Mijn man had die ziekte ook." Ze slikt.

"Hij pleegde zelfmoord, omdat hij het niet kon houden van de pijn." Ik zie een traan over haar wang rollen.

"Meisje." Ze kijkt me aan.

"Ze moet genieten van het leven, voordat het einde komt. Laat de pijn de baas niet spelen. Doe leuke dingen en hou het vooral rustig. Lees af en toe een boek, om je hoofd rustig te houden. Denk aan leuke dingen. Zoals veel geld of een grote wereldreis maken. Genieten. Volg je pad naar het goede. Doe je dat niet? Zal je spijt hebben. Je moet je dromen laten uitkomen. Doe dat." Ik kijk haar aan.

"En als ik dat niet kan?"

"Dat kan jij meisje. Ik geloof er in." Ik kijk haar vragend aan.

"Kijk naar de lucht." Ik kijk omhoog en meteen schijnt het felle licht in mijn ogen. Snel knijp ik mijn oogleden dicht. Langzaam open ik ze weer.

"De lucht wordt donker, als er geen zon is. Denk aan gevoelens. De lucht heeft dat ook. De wolken, zijn er soort van tegenliggers. Ze willen je een beetje dwarszitten. De zon wordt dan weggejaagd en witte wolken, veranderen naar zwarte, grauwe wolken. De zon komt terug. Van tranen, wordt tranen van het lachen. Van woede, komt blijheid. En dat heb is ook bij het weer. Van regendruppels, schijnt de zon met een mooie regenboog. Het leven moet je vol maken met goede dingen. Geloof me meisje, daar krijg je geen spijt van." Ze staat op en veegt de verdwaalde tranen onder haar ogen vandaan. En steekt haar hand uit en ik schud haar hand. Langzaam laat ik haar hand los.

"Het komt goed. Geloof me." Ze schenkt me een glimlach toe en loopt weg. Ik begin na te denken. Te denken, over haar woorden. Haar wijze woorden. Haar woorden dringen mijn lichaam binnen. Ik moet mijn leven volmaken, hoe het ook moet. Iedereen gaat dood. Misschien eerder, net als ik en sommige kunnen oud worden. Ik slaak een zucht en sta op. Ik begin langzaam te lopen. Genieten van het heerlijke weer vandaag.

"Sky!" Ik kijk op en zie Kay naar me toe komen rennen. Snel begin ik harder te lopen. Ineens wordt ik tegen gehouden. Door wie? Door Kay.

"We gaan terug. Avontuurtje is klaar." Hij tilt me op en leg me over zijn schouder heen.

"Kay, ik kan ook lopen!"

"Je moet goed in de watten worden gelegd, meisje."

"Ik wil niet stikken in watten." Kay lacht.

"Ooit gehoord van 'figuurlijk' of van 'gezegdes'?"

"Joh." Kay lacht.

"We gaan terug naar het ziekenhuis."

-
We zijn aangekomen bij het ziekenhuis en Kay legt me op het bed. Kay pakt een stoel en gaat naast me zitten.

"Hoe zit het eigenlijk tussen jullie?" Floept er uit mijn mond. Kay kijkt me vragend aan.

"Jij en Kim."

"Ik weet het zelf ook niet."

"Goede relatie hebben jullie dan."

"Klopt." Het blijft stik. Heel erg stil.

"De tijd gaat zo snel." Verbreekt Kay de stilte.

"Klopt." Ik staar voor me uit.

"Kunnen we niet opnieuw beginnen?" Ik kijk Kay aan.

"Met wat?"

"Ons."

"Hoezo 'ons'? Je hebt Kim nog hoor."

"Ja." Kay schraapt zijn keel.

"Kay, we gaan niet samen. We gaan steeds uit elkaar. Beter blijven wij uit elkaar, want ik ga dood en dan krijg je teveel pijn."

"We gaan misschien steeds uit elkaar, maar we komen steeds wel terug bij elkaar."

"En wat wil je daar mee bereiken?" Vraag ik en kijk Kay aan.

"Godverdomme." Vloekt Kay binnensmonds en hij balt zijn handen tot vuisten.

"Sky." Hij kijkt me aan. Zijn ogen staan op donker.

"Ik kan het niet meer."

"Wat kan je niet?"

"Alleen zijn."

"Je hebt Kim." Het blijft stil.

Heel stil.

En voordat ik het weet, drukt Kay zijn lippen op die van mij.

"Ik heb liever jou."

-
SORRY SORRY SORRY
Het spijt me echt heel erg, dat ik niks heb geschreven.
School is heel erg en de laatste tijd, zit ik niet in zo'n schrijf-mood.
Eindelijk herfstvakantie, dus probeer te schrijven.
Ik hoop dat jullie dit hoofdstuk leuk vinden😊

I can not leave you alone 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu