Chapter 54

688 29 5
                                    

Pov Hermione

We komen midden op de straat aan en moeten daarom snel de stoep op rennen. "Waar zijn we?" Vraagt Ronald, ik geef geen antwoord, maar trek ze alleen een hoekje in.

Ik haal het kleine tasje van mijn schouder en begin erin te graaien. Ik voel te tent en de radio. De boeken vallen. "Shit, de boeken," mompel ik. De jongens kijken me raar aan, ondertussen zit ik tot mijn elleboog in het tasje.

Eindelijk vind ik hun kleding en trek ze eruit, ook mijn spijkerbroek en trui komen tevoorschijn.

Na het omkleden gaan we naar een wegrestaurant. "Ohnee, Harry, Ginny en ik hadden een taart gebakken, we zijn hem helemaal vergeten," zeg ik gepikerd.

"Ginny?" Vraagt Ronald. "Wat is er met Ginny?" Vraag ik. "Ze heeft al een verjaardags cadeau aan Harry gegeven."

Ik wil vragen wat hij bedoeld en waarom Harry's hoofd opeens zo rood word, maar een vrouw komt naar ons toe. Ik schat haar als ongeveer negentien á twintig jaar.

Ik ben al bijna achttien, bijna volwassen. Ronald word halverwege het schooljaar achttien en Harry is pas zeventien. En alweer vraag ik me af wanneer Draco jarig is, Draco weet altijd overal mijn gedachtes in te kruipen.

"Cappuccino graag," zeg ik als de vrouw vraagt wat we willen.

"Ja, ik ook," zegt Harry.

Ronald kijkt ons met grote vragende ogen aan, maar mompelt dan iets van dat hij hetzelfde wil.

Al snel komen de warme bekers met koffie naar ons toe en ik snak naar wat cafeïne.

Twee mannen lopen naar binnen.

"Dit is niet te zuipen," mompelt Ronald en hij spuugt de koffie weer terug. Harry gooit lachend de krant weg.

Ik kijk naar de twee mannen, alletwee hun handen reiken naar hun broekzakken en dan weet ik het zeker.

"Pas op!" Gil ik net op tijd. De mannen draaien zich om en slingeren spreuken naar ons toe.

Alledrie pakken we onze toverstok en beginnen terug te vechten. Ronald gilt naar de geschrokken vrouw dat ze weg moet gaan.

Na een tijdje hebben we gewonnen. Terwijl Harry de gordijnen dicht doet en Ronald vertelt wie het zijn spreek ik de vergetelheid spreuk over ze heen.

We maken alles weer schoon en vertrekken dan naar buiten.

"Hoe hebben ze ons gevonden?" Vraagt Ronald zich hardop af.

"Weet ik niet, maar ik weet wel waar we heen kunnen,"zeg ik.

"Waar dan?"

"Grimmauld place."

Ze pakken mijn hand vast en we verschijnselen.

Take Me To A Better  Place Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu