--- 20th thing --- De gelijkenis
*De volgende dag - vervolg*
We liepen de gang door, richting toiletten. Eerst stond er zo een voorkamer waar de wasbakken stonden, en dat liep dan door naar twee aparte ruimtes: vrouwen- en herentoiletten. Ik slikte een onheilspellend gevoel weg.
Eerlijk? Ik was hier nog niet zo vaak geweest. Ik probeerde zo min mogelijk naar toilet te gaan op school. Een tijd geleden hadden Nicky en co de inhoud van mijn rugzak in een toilet gedropt, en mijn jampotglazen-bril erbovenop gegooid. Mij hadden ze tussen het toilet en de muur van het hokje op de grond geduwd. Ik was recht gekrabbeld en had geprobeerd te ontsnappen. Met de nadruk op 'geprobeerd'. Enkele van hen blokkeerden de deur door er met al hun gewicht tegen te leunen. Ik kon het niet van hen halen, de deur bewoog niet eens. Bert had me in mijn gezicht staan uitlachen – hij was de enige die toen nog bij mij in het hokje was. Hij had me een klap in mijn gezicht gegeven en ik was tegen de deur aan op de grond gezakt. Een straaltje bloed drupte op mijn beige gillet, afkomstig van mijn mondhoek. Ik was verdoofd door angst voor wat hij nog meer zou doen. En vanaf toen was ik helemaal de pineut. Hij had me geschopt tot elke rib pijnlijk voelbaar was. Ik liet alles gebeuren, zonder morren. Hopende dat het zo sneller voorbij zou gaan. En eerlijk? Ik kon sowieso niets tegen hem beginnen. Laat staan als zijn vriendjes zouden komen helpen. Ik was enorm opgelucht geweest toen ze eindelijk afdropen, mij als een hoopje ellende achterlatend. Ze hadden me pijn gedaan. Fysiek. Maar nog erger: mentaal. Ze hadden me volledig weten kraken. Exact wat ze wilden bereiken.
"Was jij je handen niet?" vroeg Jenny verbaasd toen ze zag dat ik bleef staan, geen aanstalten makend om mijn handen onder het stromende water te houden.
Zonder te antwoorden, deed ik wat Jenny van me verwachtte. Argwanend bekeek ze me vanuit haar ooghoeken.
"Scheelt er iets?" vroeg ze op lieve toon.
Verbaasd draaide ik mijn hoofd naar haar toe. Haar blik stond bezorgd.
Iemand, een enorm knappe meid, vroeg me of ik ergens mee zat. Ik kon het amper geloven. Dit was me nog nooit gebeurd.
"Nee hoor," veegde ik mijn deprimerende herinneringen van tafel.
Maar in mijn hoofd bleven ze nazinderen.
"Jawel," zei ze vastberaden, "ik zie het."
Waarom zijn meiden zo'n gevoelswezens? Ik wilde het er niet over hebben. Niet nu. Niet morgen. Nooit meer.
Ik negeerde haar opmerking. Haar ogen zochten zich een weg naar de mijne. Ze opende haar mond om iets te zeggen, maar iets leek haar op het allerlaatste moment tegen te houden. Een verbaasde blik boorde zich in de mijne. Ze kneep haar ogen tot spleetjes. Ik zág haar haast nadenken. Enkele tellen later verscheen alweer die prachtige glimlach op haar gezicht. Ze veegde haar gedachten weg door zachtjes met haar hoofd te schudden, alsof wat door haar hoofd spookte geen steek hield.
"Jij bent Marcels neef, hé?" vroeg ze plots uit het niets.
Verbaasd keek ik haar aan.
Ik voelde me alsof ik getroffen werd door een bliksemschicht bij heldere hemel. Waar kwam dat nu ineens vandaan?
"Achterneef," verbeterde ik haar.
Ze hield haar hoofd ietwat schuin en liet haar blik onderzoekend over mijn gezicht glijden.
Een onheilspellend gevoel bekroop me. Wat hield haar bezig? Waar wilde ze naar toe? Mijn haar bonkte als een gek in mijn keel. Waarom begon ze in vredesnaam over Marcel. Net die ene persoon waarover ik het niet wilde hebben. Niet alleen omdat ze het niet mocht weten. Niemand mocht het weten… Maar toch vooral omwille van de herinneringen die aan 'Marcel' vastzaten. Ik wilde Marcel vergeten. Hij was niet meer. Marcel was gereïncarneerd als Harry. Punt. Irritatie maakte zich van me meester. Waarom werd ik opnieuw met mijn neus op de feiten gedrukt? Waarom kon ik mijn vorig leven niet gewoon achter me laten en volop genieten van mijn nieuwe leven? Het leven waar ik altijd had naar verlangd. Het was zo dichtbij en tegelijk zo veraf.
"Harry," begon ze aarzelend.
Ik knikte als teken dat ze mijn aandacht had.
Maar ik hield mijn adem in voor de woorden die eraan dreigden te komen.
"Heeft iemand je al gezegd dat je heel erg op Marcel lijkt?" vroeg ze.
Ik sloeg mijn blik neer, tegelijkertijd mijn schouders nonchalant ophalend.
Of althans… Ik probeerde nonchalant over te komen. Of dat lukte, was nog maar de vraag.
"Als je die nerd-bril en dat vreemde kapsel enzo wegdenkt," ging ze verder.
Haar stem stierf weg. Ik wist dat ze nu aan het nadenken was. Een zachte hand dwong me om haar opnieuw recht aan te kijken. Ik slikte mijn angst weg.
Ik probeerde mijn angst weg te slikken. Ik voelde zowat alle lucht uit mijn longen verdwijnen. Ik voelde me alsof ik elk moment kon flauwvallen.
Ik probeerde mijn blik op oneindig te zetten, in een poging om mijn angst te vertoppen. Haar indringende blauwe ogen boorden zich in die van mij. Mijn adem stokte in mijn keel.
Angst. Betoverd door haar schoonheid. En angst. Verdrinkend in haar ogen. Maar toch vooral angst.
"Zijn groene ogen hebben me ergens altijd al geïntrigeerd," vond ze haar stem aarzelend terug, "maar dat kon ik natuurlijk nooit toegeven."
Nu was het haar beurt om het oogcontact te verbreken. Een schattige blos verscheen op haar wangen. Ze bloosde.
How sweet. Ik gaf mezelf in gedachten een klap tegen het hoofd. Zwijmel niet weg. Denk verdorie na! Ze vond Marcel leuk? De Marcel die ik zo verafschuwde. Mijn vorige ik.
Net als ik dacht dat Jenny klaar was met dit onderwerp, ging ze weer verder.
"Ik zweer het je, jouw ogen zijn exact hetzelfde," zei ze zacht, haast onverstaanbaar.
Maar ik had het verstaan. Helaas. Het gevreesde was eruit.
Ik slikte. Ik voelde hoe mijn wangen gloeiend heet worden. Ik kreeg geen woord over mijn lippen. Jenny's ogen werden groot, alsof alle puzzelstukjes bij haar in elkaar vielen.____________________
Een snelle update deze keer :)
Ohja, jullie mogen nog steeds op dat mooie STERRETJE klikken als jullie het nog leuk vinden (a) Vooral doen als je me blij wil maken ;)
Lots of love,
Famke
JE LEEST
Styles'formation || m.s. & h.s. [dutch]
FanficMarcel Styles, dé nerd van de hele buurt. Hij wordt gepest. En als hij eens niet gepest wordt, wordt hij genegeerd. Vrienden heeft hij niet. Zijn ouders snappen hem niet. Door niemand wordt hij begrepen. Hij zoekt troost en begrip in zijn fantasiewe...