--- 30th thing --- De verspreking
*Een dag later: zaterdag - vervolg*
"Harry," kwam er uit Jenny's mond, "laat ons alsjeblieft binnen."
Mokkend ging ik op mijn bed zitten, mijn rug naar de deur toe. Ik vertikte het om te antwoorden. Maar ik wist dat ze toch zouden binnenkomen, met of zonder mijn toestemming.
Ik was pissed. Op Marco én op Jenny. Maar toch vooral op mezelf. Als Marcel had ik er nooit problemen mee gehad als men me negeerde, of als men me onheus behandelde. Maar nu, als Harry, wist ik dat het anders kon. En nu ik het zover had gekregen dat ik iemand was, kon ik blijkbaar heel wat minder verdragen. Zie het als een soort van drug die ik pas had ontdekt en waaraan ik nu al verslaafd was. Ik was mezelf niet meer, ik was Marcel niet meer. Niet alleen had ik mijn naam veranderd, ik was ook veranderd. Ik was Harry nu. En ik ergerde me er rot aan.
Ik hoorde de deur opengaan. Twee paar voetstappen naderden mijn bed. Jenny ging naast me zitten, met Marco aan haar zijde.
Waarom moest ze hem nu meenemen naar hier? Ja, ik mocht hem wel. Maar het was zijn schuld dat ik me op dit moment zo onzeker voelde. En eerlijk? Ik wilde Jenny gewoon even voor mezelf. Zeker nu dat hij een tijdje alleen met haar had doorgebracht. Ja ja, ik was jaloers. Ik zou het nooit toegeven aan hen, maar ik kon het aan mezelf niet ontkennen. Die meid had me betoverd. Ze had me getransformeerd. Niet alleen had ze me laten voelen wat het was om écht te leven. Ze had me voor het eerst laten voelen hoe het voelde als je wereld om iemand anders draaide, als je hart haast overliep van chaotische gevoelens die ervoor zorgde dat je jezelf nog maar amper herkende. Jenny had me leren kennismaken met verliefdheid. En hoewel het een zalig gevoel was, toch had het ook heel wat mindere nevenwerkingen. En jaloezie en onbezonnenheid waren er enkele van. En toch, toch was ik haar oprecht dankbaar voor alles wat ze met me deed.
Mijn hart sloeg een tel over bij haar aanraking. Haar handen gleden naar mijn bovenbeen. Ze nam mijn hand in de hare. Ik gunde haar nog steeds geen blik.
"Marce-" begon ze, maar ze stopte abrupt met praten.
Geschrokken van haar eigen woorden, sloeg ze haar hand voor haar mond. Haar ogen werden groot als schoteltjes. Haar blik flitste van mij naar Marco en weer terug. Marco nam een voorbeeld aan Jenny's gezichtsuitdrukking en staarde me aan alsof ik een alien was die recht van Mars kwam gevallen. Hij zei niets. Maar zijn gezicht sprak boekdelen: hij wist het. Hij wist dat ik Marcel was, en niet Harry – zijn zogenaamde achterneef.
Ik voelde de grond onder mijn voeten wegzakken. Ik deed mijn uiterste best om onzichtbaar te worden, maar de priemende ogen die op mij gericht bleven maakten me duidelijk dat ik daarin absoluut niet slaagde. Ik kon me niet inbeelden welke reactie nu de beste zou zijn, dus ik besloot gewoonweg niet te reageren. Ik verroerde geen vin en deed alsof ik een stuk meubilair was. Maar mijn hart verzekerde me ervan dat ik nog in leven was; het bonkte immers bijna uit mijn borst. Angst overviel me. Angst en wanhoop. Ik wist niet wat te doen. Mijn leven was over.
Stiekem hoopte ik gewoon dat dit slechts een akelige dagdroom was. Een hallucinatie. Whatever. Als het maar niet de harde realiteit bleek te zijn.
"Sorry," zei Jenny zo zacht dat ik het amper hoorde.
Haar ogen waren nog steeds wijd opengesperd. De uitdrukking in haar blik was moeilijk thuis te brengen. Het was een mix van allerlei heftige gevoelens.
Volgens mij gelijkaardige gevoelens als de mijne; angst en wanhoop. Maar ook oprechte spijt omdat ze me had verraden. Ze leek bang. Waarschijnlijk omdat ze dacht dat ik enorm kwaad op haar zou zijn, denk ik. Maar hoe dom die actie van haar ook was geweest, kwaad kon ik niet zijn. Het was niet haar taak om mijn donkere geheimen te bewaren. En het was niet eens opzettelijk dat ze me verraden had. Ook wist ik diep vanbinnen dat ik mijn Harry-vermomming niet eeuwig kon volhouden. Al had ik wel gehoopt dat het net iets langer geduurd zou hebben dan dít.
Nog steeds hield Jenny mijn hand vast. Ik draaide de mijn hand een beetje zodat ik haar een kneepje kon geven in de hare. Ze moest weten dat ik het haar niet kwalijk nam. Ik zag hoe ze haar ogen sloot, meteen nadat ik een soort opluchting in haar blik had kunnen lezen. Ik haalde diep adem, moed verzamelend om Marco recht aan te kijken. In mijn hoofd telde ik tot drie, mezelf dwingend om de confrontatie aan te gaan.
Ik draaide mijn hoofd en ving Marco's –nog steeds starende– blik met de mijne. Verbazing. Vooral dat leek ik van zijn gezicht te kunnen aflezen.
"Het spijt me," zei ik, mezelf verbazend dat mijn stem niet bibberde zoals mijn hele lichaam nu deed.
Ik wilde de enige vriend die ik had niet kwijt. Niet nu al.
Afwachtend en vol spanning keek ik hem aan. Ik kon de knetterende spanning in de kamer niet lang meer aan, ik werd haast gek van onzekerheid.
Eindelijk opende hij zijn mond. Maar er kwam geen geluid uit. En toen sloot hij zijn mond weer. Al die tijd bleef hij me recht in de ogen kijken, maar het leek wel alsof hij eigenlijk niets zag. Wanhopig verbrak ik het oogcontact en richtte mijn blik op mijn voeten, ik was er nu wel zeker van dat hij me niet zomaar zou vergeven.
"Mar-," verbrak hij uiteindelijk tot mijn grote verbazing de stilte, "Marcel?"
Ik richtte mijn blik weer op hem en zag hoe hij me vragend aanstaarde, vol ongeloof. Ik knikte, bang voor wat nu komen zou.
Secondelang bleef het stil. Ik werd haast misselijk van nervositeit. Alsof Jenny mijn wanhoop aanvoelde, kneep ze zachtjes in mijn hand. En net op dat moment werd de stilte opnieuw doorbroken.
"Wow," was het enige wat Marco uitbracht, zijn blik nog steeds op mijn gezicht vastgepind.
Een grijns van oor tot oor verscheen op zijn gezicht.
____________________
Ik hoop dat jullie het nog een beetje leuk vinden... Heel erg bedankt voor alle reads, votes en comments; jullie maken me echt blij daarmee! Dus blijven doen alsjeblieft (a) Heel veel liefs, Fam
JE LEEST
Styles'formation || m.s. & h.s. [dutch]
FanficMarcel Styles, dé nerd van de hele buurt. Hij wordt gepest. En als hij eens niet gepest wordt, wordt hij genegeerd. Vrienden heeft hij niet. Zijn ouders snappen hem niet. Door niemand wordt hij begrepen. Hij zoekt troost en begrip in zijn fantasiewe...