69. Feestje gehad

62 0 0
                                    

(Floor)

1 oktober 2018

'Floor?' Ja. 'Weet jij toevallig een website waar ik een galajurk kan kopen?', vraagt Louise wanneer wij op patrouille zijn. Ben jij daar naar opzoek? 'Ik probeer dat online te zoeken, maar ik zou niet weten waar. Online shoppen doe ik sowieso niet graag'. Nee, doe jij dat niet graag? 'Shoppen doe ik liever fysiek'. Ah oké. Waarvoor heb jij een galajurk nodig? 'Welja, mijn vrienden houden een verkleedfeestje en het thema is 'Casino Royale' of zo iets. Dus moet ik in gala gaan'. Dat is wel tof. 'Tof?' Ja, allee optutten en zo. Hoe tof is dat? "Delta 110 voor dispatch. Begeef jullie ASAP naar de Slachthuisstraat. Ter hoogte van nummer vier zou een man op straat liggen die geen teken van leven meer vertoont. De persoon die ons heeft gebeld durft niet naar de man toe te gaan. Misschien moet hij gereanimeerd worden. Er is een ambulance onderweg, maar ik zie op mijn scherm dat jullie vlakbij zijn. Jullie zullen waarschijnlijk als eerste ter plaatse zijn, over". 'Dat is begrepen. Wij gaan onmiddellijk ter plaatsen, over'. Zet jij de blauwe aan?, vraag ik aan Louise terwijl ik mij concentreer op het verkeer. 'Dit klinkt niet goed'. Dat klinkt zeker niet goed. 

'De Slachthuisstraat is hier vlakbij, toch?' Ja, de volgende straat links. Even denk ik na. Of de tweede straat links. Louise kijkt mee rond. Hier, daar. Zie hem daar liggen. 'Daar staat ook al iemand te zwaaien'. Ja. 'Het ziet er niet goed uit'. Onze wagen parkeer ik enkele meters van de man. Vanaf een klein eindje verder roept de man die stond te gebaren. 'Ik heb meneer zo gevonden. Volgens mij leeft hij niet meer. Hij heeft alleszins niet meer bewogen. Aanraken heb ik niet gedaan', geeft de man aan. Het is goed, roep ik kwaad en neem plaats naast meneer. 'Ongelofelijk'. 

Meneer? Hallo meneer, kunt u mij horen? 'Meneer'. Ik schud aan zijn schouder. Meneer. Dan pak ik meneer zijn pols en zoek een hartslag. Ik kijk naar Louise. Hij heeft nog wel een pols. 'Ja?' Meneer. 'Hallo meneer. Meneer wordt eens wakker. Plots tilt meneer zijn hoofd op en opent zijn ogen. Hallo? Ja. 'Oké'. Dag meneer. Kun jij eens even naar mij kijken? Meneer kijkt mij aan. 'Wat doet u in mijn huis?', vraagt hij. Wablieft? Wat zegt u? 'Wat doet u in mijn huis?' Wat zegt die nu? 'Wat wij in zijn woning doen', geeft Louise verbijstert aan. Meneer heeft u ergens pijn? Heeft u zich pijn gedaan? 'Zeg meneer, waarom ligt u hier op de grond? Is er iets gebeurd?' 'Ik heb mij gewoon even op de zetel gelegd. Gewoon even aan het rusten. Laat mij maar'. 'Meent hij dat nu?', vraagt Louise verbaasd. Meneer, kun jij u rechtzetten? 'Allee kom. Wij gaan u een beetje....' Samen met Louise probeer ik meneer op te helpen. Oh amai. Wanneer meneer rechtstaat is te zien dat meneer een flinke schaafwonde in het gezicht heeft. Ook heeft meneer een natte broek ter hoogte van het kruis en de binnenkant van de benen. 

Pas op he. 'Ja amai'. Voilà. Even op de positieve komen. 'Meneer, heeft u gedronken? Precies wel he'. Meneer wankelt op zijn benen. 'Ik ben, ik ben, ik ben bakker'. 'Ja?' 'Een bakker he'. Een bakker ja. 'Ik ben een pintje gaan drinken met mijn vrienden'. Pinten gaan drinken met de vrienden. 'Veel pintjes', zegt meneer. Meneer, woont u hier vlakbij? Meneer kijkt rond. 'Daar', wijst meneer. 'Daar?' U woont ginder achter? 'Ja'. 'Wat doen wij met meneer?' Meneer woont dichtbij, dus allee. 'Zo te zien is meneer niet met de wagen of de fiets. Met een beetje ondersteuning zal meneer wel kunnen stappen'. 'Ik was een pakje chips aan het eten'. Ja meneer, uw chips. Er ligt een open zak chips op de grind waar meneer juist lag. Ik kijk Louise aan. De ambulance kan afgezegd worden. 'Ik zal het aan dispatch melden'. Meneer, wij gaan meelopen naar u thuis. Ja? Wij gaan u thuis afzetten. Oké? 'Ja, mijn chips.... Chips eten'. 'Dispatch voor Delta 110. De ambulance mag geannuleerd worden. Meneer is wakker geworden, hij sliep gewoon. Wij gaan die nu naar zijn huis brengen, over'. "Dat is begrepen, over". 'Oké'. Wij gaan meelopen met u naar huis. 'Oké', zegt meneer. Wij gaan u thuis afzetten. 'Zo', zegt Louise. Gaat dat lukken? 'Pas op Floor, want dat is....' Ja lap. Ik hang al onder. Hij stond tegen mij aan. Louise moet lachen. Ik probeer mijn lach in te houden. 

Wonderschoon geluk en zwaar verdrietWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu