H.9

962 81 12
                                    

'Oh, en we hebben de twee paar motors gevonden.' Grijnst Sam. 'Echt waar?' Vraag ik blij. Sam rolt haar ogen. 'Ja, dus jij hebt gelijk.' Gelukkig laat ze een kleine glimlach zien. 'We kwamen ze onderweg naar jou tegen.' Voegt Mira eraan toe.

De vrouw had dus gelijk, maar ik weet honderd procent zeker dat ik haar nog NOOIT heb gezien, dus hoe ze van mijn zusje kan weten is een groot raadsel... Maar ik ben eigenlijk te moe om er verder over na te denken, en de rest lijkt er ook geen aandacht aan te geven.

Terwijl de regen nog met bakken uit de hemel valt lopen we in een rustig tempo naar de motors. Ik kijk naar Seven, die voor het eerst vooraan loopt, -ik loop met Mira achteraan- en denk terug aan de lieve woorden.

'Gaat het al beter?' Vraagt Mira. Ik knik.
'Ja, gelukkig wel, alleen iedereen is doorweekt.' Grinnik ik. 'Ja.' Lacht ze. Het is even stil. 'Sorry, van vanmiddag, dat ik ook niet in jou en die rare vrouw geloofde, ik had gewoon nooit gedacht dat-' 'Het maakt het niet uit! Voor hetzelfde geld had ik het mis en dan hadden we voor niks zo ver gelopen.' Onderbreek ik haar. Mira knikt.
'Als er iets is moet je echt naar me toe komen, oké?' Ik knik. Het is fijn om Mira in de groep te hebben, ze zorgt er altijd voor dat ik me toch nog op mijn gemak voel.

'Daar zijn de grote jongens!' Roept John en rent op de twee motors af. Het zijn twee grote motoren, eentje zwart en de andere heeft een grijze tint. De grijze heeft twee extra zitjes. De motors glanzen al lang niet meer en zijn zo te zien al jaren gebruikt, maar de sleutels zitten nog in het slot bij beide en er liggen verderop twee helmen.
'Maar wie kunnen er eigenlijk motor rijden?' Vraag ik. Meteen schieten de handen van John en Seven de lucht in. 'Maar Zeven kan het wat minder goed, toch?' Vraagt John. Seven zucht geërgerd maar is duidelijk niet in voor nog een ruzie vandaag.

'Wie joint mij?' Vraagt John en maakt de vieze helm met zijn mouw schoon. Al gauw blijken Sam en Mira achterop te zitten bij John.

'Wij met z'n tweeën dan?' Vraag ik aan Seven. Ik ben blij dat ik niet bij Sam en John moet. Seven knikt en klikt zijn helm vast.

'Hopelijk werkt deze roestbak nog.' Zegt hij en draait de sleutel in het slot om. Hij trekt aan wat dingen en gaat met zijn voet op een pedaal staan waardoor er een brommend geluid uit de zwarte motor komt. De koplamp van John's motor schiet aan, waardoor de regendruppels op de plek waar het licht schijnt duidelijk te zien zijn. Ik klim achterop en Seven krabbelt ook op zijn plekje.

Aarzelend houd ik me vast aan Seven's middel terwijl we achter John aan beginnen te rijden. Seven's wangen worden ook wat roder als hij opzij kijkt, maar hij kijkt al gauw recht voor zich uit, aangezien we door de smalle steegjes moeten rijden.

Gelukkig wen ik aan het harde geluid van de motor en gelukkig voel ik me op een of andere manier veilig bij Seven.

We crossen door de regen, door alle verlaten straten en steegjes. Af en toe zie ik mensen in een fractie van een seconde langslopen, maar we gaan te snel om te zien of het een gevaarlijk type is of niet.

Langzaam maar zeker komt het einde van de buitenwijk in zicht, de schemerige lucht is inmiddels al overgegaan in de pikzwarte lucht. We komen op een weg waar de meeste straatlantaarns knipperen en dat geeft een spookachtig effect. De weg is groot genoeg om met de twee motors naast elkaar te kunnen rijden.

'Dat kan sneller Zeven!' Schreeuwt John naar Seven terwijl er een grote grijns op zijn gezicht ligt. Seven mokt wat en steek vervolgens zijn middelvinger naar John op. Al gauw voel ik dat Seven sneller gaat rijden, waardoor we weer naast John racen. Gelukkig nemen ze het tempo, naarmate we langer rijden, beide wat af.

'Moet je die lucht zien!' Roept Mira en wijst omhoog.
'Wauw!' Zeg ik en staar naar de enorme sterrenhemel die hier helderder lijkt dan thuis.
'Wow,' zegt Seven verwonderend, 'zoveel heb ik er nog nooit gezien!'
Ik gaap, niet omdat ik het saai vind, maar omdat ik doodop ben van vandaag.
'Moe?' Vraagt Seven, die het blijkbaar opgemerkt heeft. Gapend knik ik met een scheve grijns.
Voor ik het weet lig ik met mijn armen om Seven heen en mijn hoofd op zijn rug leunend te slapen.

✖✖✖
Heee lieve lezers!
Eindelijk, klaar met school!!!
Zoals elke keer: heeeeeeel erg bedankt voor de comments, het zorgt er echt voor dat ik doorschrijf! En inmiddels al 100 stemmen o_O"

Tot het volgende hoofdstuk, en een stem is nooit erg, hèhè :D
Xjes Laura

The VirusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu