H.26

713 62 21
                                    

Previously:
Ik ben immuun voor Het Virus.
'Grijp de gevangen, en breng ze naar de schuilplaats.' Roept Nathan.
'Ik mag jou wel.' Grijnst Nathan en duwt zijn hoofd dichterbij.
'En ik jou niet.'
'En je blijft uit haar buurt!' Schreeuwt Seven.
'Ik doe wat ik wil,' grijnst Nathan, 'wanneer ik dat wil.'
~

Weer gaan er dagen voorbij.
Dan eindelijk gaat de deur open.
We worden wèèr vastgebonden en deze keer meegenomen naar een grote open ruimte. Een enorme woonkamer vol groepen immunen.
Zodra we de deuren door zijn vervaagd het geklets.
'Volgens mij hebben ze hun les geleerd, heet ze maar welkom.' Grijnst Mego en duwt ons naar voren.
De woonkamer is open, licht en ruim. Het ziet er bijna gezellig uit.
Met de tafels, de stoelen, de televisie en de sierlijke gordijnen.
Maar dan zie ik de smerige Nathan weer voor me en weet wel beter.
Het zijn hier ruim vijftig of zestig immunen, maar er is meer dan genoeg plaats.
We gaan al gauw op in de menigte.

De deuren naar buiten staan, ondanks de ijzige kou, op een kier. Maar ontsnappen is waarschijnlijk onmogelijk, want in de tuin staat een enorm hekwerk van een paar meter hoog, met prikkeldraad en al.

Ongemakkelijk zitten we met z'n vieren neer op een bank, en al gauw is iedereen ons weer vergeten.
Het gekke is dat hier bijna alleen maar jongeren zijn, geen kleine kinderen, baby's of volwassenen.

Dan, rond de middag, lijkt er ineens onrust te ontstaan.
We kijken elkaar aan en staan op. John voorop, Sam voor mij, Seven achter mij.
We duwen ons voort door de jongeren, na wat gevloek en gemopper staan we vooraan.
Nathan, Mego en kale jongen met de blauwe vette plukken haar staan op wat lege kratten, zodat ze boven iedereen uit komen.

'We hebben zojuist weer een brief van The Horizon Project gekregen.' Begint Nathan en staat er bij als een echte leider.
Ondanks de kou draagt hij nog altijd zijn rode, gerafelde hemd.
Zijn ene arm hangt slap en in zijn hand draagt hij een geweer en de andere houdt hij voor zich met de brief.
Er ontstaat weer onrust. Ik was The Horizon Project al bijna vergeten.
Nathan zwaait gevaarlijk met zijn geweer en vraagt om stilte.
Hij leest de brief voor.

Zoals je weet ben je immuun voor Het Virus.
We houden je goed in de gaten, hoe kunnen we je helaas nog niet vertellen.
Je moet goed onthouden dat deze zaak van wereldbelang is, en wij dulden geen tegenspraak.
Tegenwerken heeft bij ons vervelende gevolgen.

Meer informatie volgt,
The Horizon Project
✖✖✖

Weer voel ik de rillingen. Ze houden ons in de gaten.
Ik probeer na te gaan op welke manier dan wel.
Niet door camera's, dan zou je de hele wereld vol camera's moeten doen en dat zou opvallen.
Microfoontjes, nee, zelfde verhaal.
Zenders?
'STILTE!' Schreeuwt Nathan hard, nu zwaaien Mego en kale kop jongen dreigend met hun eigen wapens.
Gelijk is het doodstil.
'Vanavond komt er een vergadering, met De Hogeren, blijf vooral rustig, we proberen tot een goed idee te komen.'
Daarbij laat Nathan het.
John grijpt een jongen, die twee jaar jonger moet zijn bij zijn schouder. Hij draait zijn hoofd om, waardoor zijn rode haren heen en weer zwiepen.
'Wie zijn De Hogeren?' Hoor ik John aan de jongen vragen.
'Dat zijn wat mensen van hier, een stuk of tien, die Nathan goed vertrouwd. Degenen die hem hebben geholpen dit alles op te richten.' Vertelt de jongen met zijn rode haar. Hij wacht kort af en loopt dan weer weg.

Die avond prop ik zoveel mogelijk eten naar binnen. Het eten wordt gestolen uit supermarkten, bij onschuldige mensen, uit bejaardenhuizen, hotels, noem maar op.
Die informatie krijgen we later van de jonge jongen met rood haar.
Hij komt bij ons aan tafel zitten, waar we verder geen behoefte aan hebben.
Hij blijkt Isaac te heten en zit al een tijd bij de groep.
Hij vertelt dat hij vaak moet stelen, maar dat vindt hij wel cool.

We worden door Mego gedropt in een van de vele kamers.
We zitten met nog twee andere immunen op een te kleine kamer.
'We hebben alle verdachte voorwerpen uit je rugzak gehaald.' Zegt Mego.
Prima, leuke informatie, maar flikker nu maar weer op. Denk ik.
'Dan niet.' Bijt ze me toe en smijt mijn rugzak op de grond.
Terwijl de rest zich in de kamer nestelt, doorzoek ik mijn rugzak.
Mijn kleren zitten er nog in, mijn mobiel (maar die is leeg), mijn paspoort, mijn schrift, etui, mijn antibacterieel spul.
Maar mijn laatste beetjes geld hebben ze gestolen, en dat geldt ook voor mijn eten.
Het maakt me alleen maar bozer.

Als ik eenmaal lig, -wacht eerst een beschrijving van de kamer:
Zes matrassen dicht tegen elkaar aan, een staande chique lamp, een zacht kleed, een schilderij van een landschap, witte gordijnen, een groot raam.
Maar als ik dan eenmaal lig moet ik zomaar weer denken aan alle narigheid.
Ten eerste natuurlijk Amelia, om wie ik me elke avond nog zorgen maak.
Aan mijn vader, maar dat valt niet meer te redden, maar ik mis hem nog heel erg.
En hetzelfde geldt voor Mira natuurlijk.
Dit wordt echt te emotioneel, zeg ik tegen mezelf en zucht diep.
Mijn gedachtes dwalen na een tijdje naar iets beters, iets mooiers, en iets fijners.
Seven.
Ik probeer het moment voor me te krijgen van een paar dagen geleden.
Hij en ik, onze gezichten dicht bij elkaar.
~

Midden in de nacht schiet Sam ineens bezweet omhoog.
Ze hijgt en hapt naar adem.
'Sam?' Vraag ik en ga langzaam rechtop zitten.
'Sam, wat is er?'
Ze knijpt haar ogen dicht en schudt haar hoofd.
'Niks,' zegt ze en slikt, 'g-gewoon weer een nachtmerrie.'
'Weet je het zeker?' Vraag ik bezorgd.
'J-ja, ik ga weer slapen.'
Ik kijk haar nog kort aan, maar ga dan ook weer liggen.
✖✖✖

Oké, dat was vaag. Ik heb m'n hele Wattpad de hele ochtend laten vastlopen, geen idee hoe, maar dat krijg ik weer voor elkaar...
En ja, ik zag zelf ook echt wel hoe vaag het hoofdstuk was, maar ik kon het niet bewerken of publiceren!

En weer een previously!
En wow zo veel lieve comment I CAN'T EVEN (:P)

Tot het volgende hoofdstuk!
Heel veel groetjes, Laura :)

The VirusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu