H.16

718 59 28
                                    

Het is pikdonker in het gammele huisje. Ik loop de krakende trap op, en stap voorzichtig over het gat. Ik ben alleen.
Ik kom aan op het gangpad van de bovenste verdieping.
Ik zie een trap die uitgeklapt is en moet leiden naar de zolder, ik wist niet eens dat die er was in dit huis.
Ik zet mijn blote voet op de houten trede, en zet mijn andere erbij. Langzaam en voorzichtig klim ik omhoog, door het gat van de zolder.
Ik steek mijn hoofd door het gat, het is ook hier pikdonker.
Of niet.
In de verte zie ik iets, twee lichtpunten.
Het zijn toch niet... Ogen.
Twee ogen staren me aan. Mijn hart begint sneller de kloppen en mijn handpalmen zweten.
Plotseling schuift het gedaante krijsend naar voren, gillend val ik.

Met een bezweet hoofd kom ik omhoog, in het bed. Ik haal haastig adem en er rollen tranen over mijn wangen.
'Hé, hé, wat is er?' Vraagt Seven en hij krabbelt ook omhoog.
'Niks, niks.' Mompel ik.
'Ik zie het toch, wacht ik kom.' Zegt Seven en komt naast me zitten.

Oke, hier heb ik dus een heel hoofdstuk geschreven, maar een heel groot deel is verwijderd...

The VirusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu