H.30

679 64 16
                                    

'Daar heb ik wel een idee voor.'
Sam legt gauw haar plan uit.
'Dus zorg dat je de wijn niet aanraakt straks.' Zegt ze. Ik knik.
We slaan flessen wijn stuk tegen de grond, vlak bij het luik waaronder de krankzinnigen uit fase 1 zitten.
Er ontstaat een enorm grote plas wijn. Maar dan ook echt enorm.
'Ready?' Vraagt Sam. Ik knik.
We openen het luik. Al snel komen de krankzinnigen van beneden naar boven gestormd.
Gauw rennen we naar het uiteinde van de plas.
Ik zie, ondanks het donker, hoe de krankzinnigen verward met z'n allen in de grote plas wijn gaan staan.
'Nu, nu, nu!' Sis ik.
'Ja, ja.' Snauwt Sam en slaat haar zaklamp stuk tegen de betonnen muur. Ze brengt de draden waar eerst licht uit kwam naar de plas, wacht even en duwt het dan in de wijn.
De krankzinnigen worden schreeuwend geëlektrocuteerd door de vonken van de zaklamp die in de vloeistof komen.
'Toch nog iets aan natuurkunde gehad.' Lacht Sam en laat de zaklamp liggen.
We lopen met volle tassen wijn voorzichtig om de plas heen naar het luik en klimmen zo gauw als we kunnen de ladder af.
Onze voetstappen weergalmen door het hele gebouw en voor we het weten zijn we het gebouw uit.

Lachend van het succes en het avontuur komen we aan bij Mego en kale kop jongen. De andere immunen staan er ook al.
'En?' Vraagt Mego terwijl ze rook van haar sigaret inhaleert, 'hebben jullie wat beters dan deze sukkels gevonden?'
Sam en ik laten grijnzend de zakken wijn zien.
Mego en kale kop jongen kijken elkaar tevreden aan.
'Dat had ik niet verwacht van zulke scharminkels als jullie, en nu de auto in, we gaan weer terug.'
'Kan er geen bedankje af?' Gromt Sam terwijl we in de auto stappen.
De vier immunen tegenover ons zitten onder de schrammen en vegen, een immuun meisje huilt nog steeds, om de jongen die een tijdje geleden is doodgeschoten.
~

Aangekomen bij de villa schijnen de eerste zonnestralen al door de dikke bewolking.
We zijn nog niet binnen of John neemt Sam en ik mee naar een lege kamer.
'John, ik wil nu echt even slapen.' Mompel ik, moe van alle inspanningen.
'Nee, niet nu! Ik heb vannacht een kleine groep immunen weten vinden die ook tegen Nathan is.'
Mijn mondhoeken gaan langzaam omhoog en ik voel weer hoop. Alles om weg te komen van die vieze Nathan.
'En hoe groot is die groep immunen?' Vraagt Sam.
John telt op zijn vingers.
'Tot nu, een stuk of dertien, inclusief jullie. Als jullie niet hier willen blijven dan.' Grijnst John.
'Het liefst vermoord ik Nathan en de rest nu en flikker hier op.' Zeg ik.
'Rustig aan, agressieve,' lacht John, 'je zal nog even moeten wachten, maar morgen volgt meer informatie.'
En daarmee staan we op en lopen we naar onze kamer.
De andere immunen van onze kamer slapen al.
Ik laat me zakken in bed en sla de dekens om me heen. Ik staar naar het plafond.
Al HAAT ik Seven, ik voel me enorm schuldig dat ik Nathan... Gekust heb. Hoezo duwde ik hem niet weg. Wat ging er in mijn hoofd om?!
En het feit dat ik zo dicht bij Amelia ben, maar het voor elkaar krijg om gevangen genomen te worden frustreert me nòg meer.
Een ding is zeker; ik zal alles doen om hier weg te komen.
Al kost het mijn eigen leven.
~

De volgende morgen worden we gewekt door Mego en kale kop jongen. De blauwe plukken van kale kop jongen liggen plat op zijn hoofd.
'Nathan wil jullie twee spreken.' Zegt kale kop jongen en grijpt me bij mijn arm, Mego pakt Sam vast.
Ze duwen ons hardhandig weg uit de kamer, naar beneden, waar al wat immunen staan.
We lopen naar een kamer achter de stapel kratten.
Nathan en wat Hogeren zitten daar op wat uitklapbare, plastic stoelen, met voor hun twee kratten die voor een tafel moeten zorgen.
We nemen plaats tegenover de kratten en de deur gaat achter ons dicht.
Nathan kijkt me grijnzend aan.
'Kan je ook normaal kijken?' Snauwt Sam. Ik probeer een glimlach te onderdrukken.
De Hogeren kijken verstoord, maar het enige dat bij Nathan is veranderd is zijn gezichtsuitdrukking.
Hij kijkt nu serieus en deels boos.
Nathan pakt zwijgend zijn revolver en richt het op ons.
'Eigenlijk,' begint hij en kijkt hoe zijn vingers met de revolver spelen, 'wilde we jullie bedanken voor de wijn.'
Ik kijk Sam vragend aan, maar Sam verroert geen vin.
Ik staar naar zijn lelijke gezicht, zijn haakneus, de snee in zijn wenkbrauw en zijn gele tanden.
'En bedanken voor de leuke tijd in de badkamer gisteren, hè, Nora?'
Sam draait haar hoofd in een ruk naar me toe.
Mijn ogen worden groot en mijn handen ballen zich tot vuisten. Er laait zoveel woede in me op dat ik opsta.
Ik grijp de plastic stoel bij de leuning en gooi het tegen de kratten aan.
Ik wacht nog even, hopend dat er iets goed in me op komt om te zeggen. Maar ik heb niks meer te zeggen.
Ik loop zonder iets te zeggen weg en smijt de deur dicht.
Bijna meteen daarna gaat de deur weer open. Een van de Hogeren staat achter me.
'Laat haar! Ze leert vanzelf haar lesje!' Roept Nathan naar de Hogere.
Sam wordt de kamer uitgeduwd en kijkt me verafschuwd aan.
'Wat de... Dat was hopelijk een grap van Nathan?' Vraagt Sam terwijl we naar een bank lopen in de grote kamer.
Ik zwijg.
Sam pakt me bij mijn arm waardoor ik wel stil moet staan.
'Je hebt verdomme Nathan gekust?' Vraagt ze sissend.
Ik ruk mijn arm los en en laat me op de bank vallen.
'Hij kuste mij, ik was te moe om te verzetten en ...' Ik stop met praten. Ik voel me vies.
'Ik voel me schuldig tegenover Seven en alles om me heen gaat mis.' Zeg ik, niet verdrietig maar eerder woest.
'Ten eerste, fuck Seven, hij heeft jou en iedereen bedrogen. Je moet hem laten voor wat het is. En ja alles om je heen gaat mis, maar dat is verdomme geen reden om met Nathan te kussen.' Snauwt Sam.
Ik zeg niets. Sam heeft meer dan gelijk.
Ik had me moeten verzetten tegen Nathan, en ik moet me niet schuldig voelen tegenover Seven. Maar ik kan het schuldgevoel niet uit mijn hoofd krijgen.

'Dat hoorde ik!' Zegt John die doodleuk bij ons op de bank gaat zitten.
Ik zucht eens diep.
'En we gaan daar gebruik van maken.' Grijnst John.
Ik kijk op naar John die zijn blonde haar naar achteren haalt.
'Waarvan? En waarvoor?'
'Jij gaat Nathan verleiden, voor het ontsnappingsplan.'
Dus John heeft dit geregeld zonder mijn mening?
'Wat?' Roep ik bijna. 'No way!' Zeg ik boos en kijk John verontwaardigd aan.
'We hebben al negentien immunen die meewerken.' Zegt John trots.
Ik sta boos op.
'Je verleidt Nathan zelf maar!' Sis ik, Sam kauwt lachend op een kauwgompje.
'Je kunt niet meer terug, agressieve!' Roept John me na terwijl ik stampvoetend naar de kamer loop.

Nathan verleiden? Ik ben niet gek!

Maar dan kunnen we wel ontsnappen.
✖✖✖

IT'S MA BIRTHDAY!
#sweetsixteen
Eindelijk zestien :) joepiejeeeeej
En 7K reads <3
En natuurlijk ook: HAPPY BIRTHDAY TO @xleeniex

Sorry voor geen hoofdstukken de laatste tijd, maar school... You know.

Heeeeeel veel groetjes, Laura!

The VirusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu