H.45

425 48 10
                                    

'Nora, wil je dit vasthouden, het is tijd.'
Seven kijkt me met betraande ogen aan en overhandigt me zijn revolver.
'Seven?' Vraag ik, niet-begrijpend.
Seven legt zijn beide handen om mijn gezicht en kust me.
De rest van de immunen staart ons aan.
'Zorg dat ze niet ontsnappen.'
'Wat ga je doen?' Vraagt Sam enigszins geïrriteerd.
'Ik ga het systeem uitschakelen.'
Seven loopt naar de bestuurskamer en ik kan zien dat hij wat intikt op het scherm.
Met bevende, uitgestrekte armen en in mijn handen de revolver richt ik op de vier.

'Seven. Moordenaar!' Schreeuwt zijn moeder. 'Dit is alles wat we hebben opgebouwd!'
Seven blijft zwijgend doorgaan met intikken.

Dan stopt hij.

Hij toets vier keer met zijn vingers op het scherm en zijn vingers strelen over een rood knopje.
Hij ademt in en kijkt me met vochtige ogen aan, terwijl er een traan een weg baant over zijn gezicht.
Dan drukt hij de knop in.

Vanaf dan gebeurt alles in slow motion.

Seven's moeder, zus en Seven zelf vallen neer op de grond.
Alle lichten vallen uit en het is pikdonker.

Dan vliegt er rood licht aan en gaat weer uit. En weer aan. En uit.
De deur van de besturingskamer schuift open en er stormen krankzinnigen naar binnen.
Ik grijp Amelia vast en ren hand in hand naar Seven.
Seven ligt met gesloten ogen op de grond.
Ik hoor overal geschreeuw, maar ik kan me alleen concentreren op Seven.
Langzaam maar zeker hoor ik alles steeds gedempter en een felle piep schiet door mijn oren.
Ik schud aan Seven's schouders.
Mijn ogen vullen zich met tranen.
Ik schreeuw Seven's naam.
Ik schreeuw de longen uit mijn lijf.
Maar Seven reageert niet.
Amelia trekt bang aan mijn hand en ik zie haar angstige gezicht.
Mijn hersenen zetten me er niet toe om weg te rennen.
Ik stort in.
Letterlijk en figuurlijk.

Iemand sleurt me omhoog aan mijn arm.
Sam, John en Jake.
Ze schreeuwen eerst dingen tegen me.
Ik voel me te licht in mijn hoofd om te reageren.
Dan zien ze Seven liggen en kijken me aan in mijn betraande gezicht.
Sam laat me leunen op haar schouders en sleurt me de controle kamer mee uit, naar de gang.
Ik draai mijn hoofd om en zie in het rode knipper licht dat John Amelia meeneemt en Jake neemt Seven voor zijn rekening.
Sam heeft blijkbaar weer een wapen weten te verkrijgen en schiet voor haar uit.
Ik zie een paar immunen op de grond liggen.
En ik zie enorm veel krankzinnigen die wild op iedereen afstormen.
Ik voel hoe hulpeloos we zijn.
'JOHN WE REDDEN DIT NIET!' Roept Sam kreunend naar John.
Plots rent een krankzinnige tegen ons aan en Sam en ik vallen neer op de koude grond in de hal.
Ik vang me op met mijn handen en staar naar de grauwe grond.

Ineens dringt alles tot me door en word ik woedend.
Ik besef me dat Seven niet alleen het systeem uitgeschakeld heeft, maar ook zichzelf.
Sam probeert me omhoog te tillen maar ik ruk me los en sta op.
Het voelt alsof ik alles aankan.
Voor Seven.
Ik grijp de eerste Freak die ik zie bij zijn kraag en smijt hem tegen de wand.
Ik raak Sam, John, Amelia en Jake kwijt in de mensenmassa en door de rode knipperlichten is het bijna onmogelijk geworden om te focussen.
Ik zie een revolver op de grond liggen. Gauw buk ik en laadt hem.
Zonder enkele gevoelens schiet ik een Freak in zijn been.
'Voor jou.' Mompel ik. 'Voor Seven.'
Plots word ik aangevallen van achteren en word bijna verdrukt in de mensen massa.
Ik vraag me af waar al die Freaks en krankzinnigen vandaan komen.
Ik haal uit met de achterkant van mijn revolver, waardoor een krankzinnige neervalt.

Ik hoor enorm veel schoten achter elkaar.
'Stop.' Mompel ik vaag.
'Stop.' Ik kan het niet meer aan.
'Stop.'
Ik laat mijn revolver vallen en voel me mezelf niet meer.

'Nora! Nora!' Sam trekt me naar achter en een kogel vliegt rakelings langs me.
Ik vraag me af of ik lang buiten mezelf was.
'Ze is hier John!'
'Nora, stop met schieten.'
'Voor Seven.' Mompel ik. 'Voor Seven.'
'Nora, we zijn gered.'
Ik kijk vragend op naar Sam.
'Mensen zijn door Johns oproep op televisie in opstand gekomen, die schoten zijn van de goeien.'
Ik probeer alles te verwerken terwijl het rode licht en het donker elkaar afwisselt.
Sam kijkt me lachend aan.
'Het gaat goed komen.'
Plots zie ik Isaac, het jongetje met het rode haar die bij Nathans groep hoort.
Ik voel een kleine hand mijne pakken. Het is Amelia.
'We gaan weer naar huis, toch?' Vraagt ze.
Ik sla mijn ogen neer en knik met een brok in mijn keel.

The VirusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu