Nog zes uur en drie kwartier te gaan.
'Wie komt er naast mij zitten?' Vraagt Sam en klopt met haar hand op de derde stoel van de rij inklapstoeltjes. Mira en Sam zitten op de twee andere stoeltjes.
'Ga jij maar, Am.' Zeg ik tegen Amelia. Amelia loopt verlegen naar Sam. Dan zie ik de lieve kant van Sam. Sam glimlacht lief naar Amelia en helpt haar op de stoel te krabbelen. Ik kijk zoekend om me heen naar een zitplaats. Mijn ogen blijven hangen bij Seven, hij heeft zijn oortjes in. Moet ik naast hem gaan zitten, of is hij liever op zichzelf?
'Nora, kom hier maar zitten, Zeven gaat toch niks tegen je zeggen!' Lacht John, hij zit bij het raam op de grond met een tijdschrift in zijn handen. Zeven? Dan snap ik het, hij bedoelt Seven, natuurlijk. Seven kijkt boos naar John. Ongemakkelijk schuifel ik naar John en duw mezelf tegen de zijkant. Er is echt een soort spanning tussen Seven en John, maar ik heb geen idee waarom. Ik klik mijn rugzak open om naar mijn flesje water te zoeken als een stem plots iets omroept.
'Dames en heren, we naderen geïnfecteerd gebied, wilt u zo vriendelijk zijn uw mondkapjes op te zetten.''Niet weer.' Zucht John en grijpt zijn grote tas.
'Hoelang zitten jullie dan al in de trein?' Vraag ik en zet kalm mijn witte mondkapje op.
'Voordat jij kwam? Toen al vier uur.' Zucht John en heeft zijn mondkapje gevonden.
'Pfff, dat is lang.' Ik kijk naar Amelia, Mira doet haar mondkapje om. We hebben allemaal van die wegwerpkapjes, waarschijnlijk zijn ze bij hun ook gratis uitgedeeld in de stad.
'Hoelang zijn jullie eigenlijk al een groep met elkaar?' Vraag ik aan John.
'We wonen dicht bij elkaar dus we kennen elkaar al lang, maar we zijn echt samen met z'n allen sinds... Sinds twee weken.' Antwoord hij.
'Wie heeft er zin om wat te eten?' Vraagt Mira. Ik besef nu pas dat ik eigenlijk best veel honger heb.
'Hebben we wel genoeg voor de hele reis?' Vraagt Sam.
'Ik geloof het wel, hier heb ik in elk geval sandwiches.' Antwoordt Mira haar en gooit naar John een ingepakte sandwich, John vangt hem en knipoogt als bedankje. Iedereen krijgt er eentje toegegooid en zwijgend eten we de broodjes op. Nadat we onze mondkapjes gauw afgedaan hebben, natuurlijk. De sandwiches zijn belegd met kaas, sla, komkommer, tomaat, kip en een of andere saus. Sam vist alle plakjes tomaat eruit en gooit ze in de prullenbak.Als ik mijn broodje op heb haalt John plots een revolver uit zijn zak, van de schrik deins ik uit zijn buurt. John grijnst.
'Je lijkt Zeven wel!' 'Seven!' Mompelt Seven vanuit zijn hoekje.
'Hoe kom je daaraan?' Vraag ik verrast en bewonderend.
'M'n pa is wapenhandelaar, aan mij hebben jullie veel! Ik heb d'r nog vier liggen in mijn tas.' Zegt John op een trotse manier en laat het pistool rond zijn vingers glijden. Ik hoor het metaal langs zijn twee ringen, die me nu pas opvallen, klinken. Hij stopt zijn revolver in zijn broekzak en ritst zijn tas dicht.Twee uur later krabbel ik met kramp in mijn rug omhoog en kijk gauw om me heen. Ik moet in slaap gevallen zijn... Op de harde grond. Amelia, Sam, Mira en John slapen ook. Alleen Seven is nog wakker, hij moet in de tussentijd verplaatst zijn uit zijn hoekje naar hier. Hij staart met oortjes in zijn oren naar buiten, het raam bevindt zich maar een halve meter naast me. Voorzichtig krabbel ik omhoog en kom naast hem zitten. Hij doet zijn oortjes uit en glimlacht naar me. Ik glimlach terug en samen kijken we stilletjes uit het viezige raam.
We rijden nog steeds in geïnfecteerd gebied, en hebben nog steeds onze mondkapjes op. Ik zie veel vernielde dingen, zoals vernielde auto's, vernielde ruiten, deuren en zelf hele huizen. Hier en daar zie ik wel mensen lopen, voornamelijk arme mensen die geen geld hebben om te vluchten. Verderop zijn rookpluimen te zien.
Af en toe komen we ook langs een rustiger gebied, daar blijft het bij kapotte auto's. Vaak zijn de winkels hier ook nog wel open, maar lang niet alle.
'Wil je anders meeluisteren?' Vraagt een stem die ik nog weinig gehoord heb, plotseling. Ik draai mijn hoofd naar Seven en ontmoet voor het eerst zijn opvallend lichtblauwe ogen, die nòg opvallender zijn door zijn pikzwarte haar.
'Is goed.' Zeg ik en pak een van de twee oortjes. Blijkbaar heeft Seven een leuke muziekstijl, maar ook een beetje droevig. We staren rustig uit het raam als ik ineens iemand op mijn schouder voel tikken. Seven en ik draaien ons om. Amelia staat in tranen voor me. Gauw doe ik het oortje uit en haast me naar Amelia.
'Hé, wat is er?' Vraag ik en kijk haar aan.
'Ik ben bang dat er iets is met pappa en mamma.' Snikt ze. Ik kijk om me heen of we ergens kunnen zitten, ik besluit maar weg te gaan van het treurige landschap. Ik ga zitten in de hoek waar Seven de eerste uren doorgebracht heeft. Amelia ploft naast me neer.
'Maar je weet dat pappa en mamma arts zijn, toch? Zij redden zich vast!' Zeg ik, hoewel ik daar helemaal niet zeker van ben. Ze knikt. Ik veeg een traan van haar wang en omhels haar.
'Alles komt goed, ze komen hopelijk zo gauw mogelijk naar jullie toe.' Zegt Mira, die zich naast Amelia wurmt.
Mira praat rustgevend tegen Amelia over van alles en nog wat. Ik voel me moe worden en val binnen de kortste keren weer in slaap.'Opstaan! Nora! Kijk!' Roept mijn zusjes stem. Zo gauw als ik kan krabbel ik omhoog met nóg meer pijn in mijn spieren dan ik al had.
'Wat is er?' Vraag ik bang. Maar al gauw zie ik dat er niks ergs aan te hand is. Amelia showt haar gevlochten haar.
'Dat heeft Mira gedaan!' Zegt ze, vrolijk met haar mooie haar.
'Mooi hoor.' Lach ik en zie dat iedereen inmiddels wakker is.'Hoelang moeten we nog?' Vraag ik.
'We komen elk moment aan bij het één-na-laatste station, dan nog twee uur en we zijn er.' Verteld Sam. Ik knik en zie dat er eindelijk zonnestralen in de coupé schijnen, de zon komt op.Plots hoor ik hard geklop, gekrijs en gedonder. Ik kijk bang op. Er gaat een loeiend alarm af door de hele trein.
'Fuck! Het zijn die krankzinnigen!' Schreeuwt John en grijpt zijn revolver uit zijn broekzak.
'Blijf achter me!' Commandeert hij. Gauw rits ik mijn rugzak dicht en verschuil me achter de gewapende John. Amelia grijpt mijn hand stevig vast. Boven het schelle alarm klinken ijzige kreten van zowel de wanhopige passagiers als van de krankzinnigen. Ik kan alleen niks door het raampje van de deur zien, omdat John het zicht belemmerd. Nu wordt er geklopt op het zijraam. Een rimpelige man met alleen oogwit in zijn oogkassen dreigt in te slaan met een ijzeren stok. Dit moet een krankzinnige zijn. John richt op het raam en maakt een paar klikken met zijn revolver. De rimpelige man maakt dat hij wegkomt voordat John hem écht neerschiet. Mijn handen beven en ik ril op mijn benen terwijl ik alles zie gebeuren.
'John, je moet die mensen helpen!' Roept Mira en wijst naar de deur waar hevig aan getrokken wordt aan de andere kant. 'Nee!' Roep ik bang. Maar ik bedenk al gauw dat dat egoïstisch is. We kunnen die mensen niet laten stikken daar.
'Jawel!' Roept Sam geïrriteerd. Nu is onze "band" er nog slechter aan toe...✖✖✖
Halloeee :)
Ik heb er nog maar 4 hoofdstukjes op (eigenlijk 1 echte) en nu al 134 reads en #10 in avontuur.
Echt niet normaal!
Ik ben alle lezers dan ook nu alvast heel dankbaar!
Zet je schrap voor het volgende hoofdstuk,Xxx Laura

JE LEEST
The Virus
AdventureHet Virus dreigt zich te verspreiden over de hele wereld, alsof dat nog niet erg genoeg is raakt Nora haar zusje kwijt. Samen met Mira, Sam, John en de geheimzinnige Seven gaan ze opzoek naar haar zusje en komen achter de gruwelijke waarheid. [Volto...