Na kort te hebben gelegen gaan we weer op pad, ook al valt de avond al, want met die krankzinnigen weet je het nooit.
Er blijven tijdens het lopen honderden vragen door mijn hoofd spoken.
Over de krankzinnigen, over de sleutel, en over Seven.
Ik zucht wat wolkjes uit die in de koude lucht blijven hangen en daarna opgaan in niks.
Ik kijk achterom naar Seven, hij staart naar de grond terwijl hij loopt, en heeft een vest aangedaan.
Wilde Seven me een paar uur geleden nou serieus... Kussen?
Vast niet...
Maar wat dan wel?
Ik probeer die gedachtes van me af te zetten en me te focussen op alles om me heen.
Er waait een koude wind langs me heen en iedereen loopt in een rap tempo door het dorp heen.
'Gaat het nog goed, Seven?' Vraagt Mira zorgzaam naar achteren.
'Het brandt een beetje, maar ik red het wel.' Glimlacht hij.
'Mooi.' Zegt Mira en gaat weer naast Sam en mij lopen.'Zeg,' vraagt John na een tijd, 'waarom gingen we ook alweer DOOR dit dorp, in plaats van er omheen?'
'Door de krankzinnige, die vertelde dat we er niet omhee-'
'En waarom luisteren we ook alweer naar krankzinnigen?' Valt John me in de rede.
Ik haal mijn schouders op, en John stopt met lopen, waardoor de hele groep stopt.
'O-omdat die vrouw ook gelijk had.' Antwoord ik.
'Zeg, Seven is bijna gedood, die krankzinnigen hebben amper hersenen, waar slaat dit allemaal op?' Vraagt John nu.
'Ik leef nog, dus geen zorgen.' Grijnst Seven naar John.
'Jij hebt niks te zeggen,' grijnst John en gaat weer lopen, 'romanticus.'
Seven wordt rood, gromt wat en gaat weer achteraan lopen.
'En omdat ik Amelia weer wil zien.' Mompel ik in mezelf.Door de duistere donker lopen we haastig door het dorp.
'Jongens, het spijt me, maar ik kan niet meer.' Zeg ik, tegen mijn zin in. Mijn benen staan letterlijk in de fik en ik ben moe van alles wat er vandaag (en eigenlijk de vorige week) gebeurd is.
'Niet zeiken, lopen.' Grijnst John. Sam grinnikt.
'Ik meen het, ik ben kapot.' Zeg ik hijgend.
De rest lijkt nog lang niet moe.
'Van jou moesten we naar die krankzinnige luisteren, en nu luister jij naar-'
'Hé!' Valt Seven John boos in de rede. John werpt een woedende blik naar Seven.
'Jij moet sowieso je mond dicht houden, jij, jij...' John's ogen spuwen vuur.
'HIER hebben geen tijd voor, en Nora heeft gelijk, zolang lopen kan niet goed voor je zijn. We houden een pauze.' Steunt Mira me.
John schudt zijn hoofd. 'Alles voor Nora.' Mompelt hij, expres hoorbaar.
Ik kan die John op dit moment slaan, maar ik hou me in, voor deze keer...Pas na een half uur lopen lijken we een goed geschikt huis te hebben gevonden om te overnachten.
Een klein, onopvallend huisje, met houten kozijnen en afgerafeld grijs verf.
'Wapens gereed.' Sist Sam.
'3...' '2...' 1...'
Sam en ik duwen de houten, gammele, deur in en ik houd mijn revolver stevig in mijn handen geklemd. Ik richt het op elk verdacht voorwerp dat ik zie.
De maan en een oude lantaarnpaal zorgt voor lichtstralen die door het raam naar binnenvallen.
Mijn hartslag is hoog, maar niet zo hoog als vanmiddag.
'Veilig hier, Mira en Nora checken jullie boven, wij beneden.' Vraagt Sam. Mira en ik knikken en Mira loopt voorop op de trap.
Mira stapt de eerste, krakerige trede op. Ik voel overal spinnenwebben, en ik kan je vertellen dat ik daar niet dol op ben, helemaal niet.
Ik kijk schichtig naar boven, of er niemand plots op zal duiken.
Plots hoor ik Mira hard gillen.
'Klote!' Zegt ze geschrokken. Ik zie dat haar been door de trap gezakt is, ze zit tot iets onder haar knie door het gat.
'Hier, ik help je.' Zeg ik en til haar been voorzichtig uit het gat.
'Gaat het?' Vraag ik. 'Ja, best, ik ben me alleen doodgeschrokken.' Zucht ze en veegt wat bloed van haar been af.
'Mooi, laten we dan doorgaan, wie weet zitten hier krankzinnigen op ons te wachten.' Grijns ik. Ze glimlacht en stapt voorzichtig verder.
Ik stap over het gat heen en al gauw komen we op de eerste verdieping aan.
'Jij neemt die, ik deze.' Zegt Mira en verdwijnt een kamer in. Ik loop de andere in en duw de deur open.
Mijn adem stokt en ik krijg tranen in mijn ogen.
Het is een kinderkamer, van een jongen. Een stapelbed, een marvelposter, een bureau waarvan de lamp nog flikkert en een speelgoedvliegtuig dat aan het plafond hangt.
Alles doet me denken aan Amelia, al is dit een jongenskamer.
'Is het daar veilig?' Roept Mira.
'J-ja, ja het is veilig hier!' Roep ik terug en veeg een traan weg.
'Hopelijk gaat het goed, met jullie alletwee.' Fluister ik, ik sluit gauw de deur, en loop de laatste kamer in. Samen met Mira.
'Veilig, gelukkig maar!' Lacht Mira. Het is de badkamer.
We lopen naar beneden.
'Check, Seven en John bouwen een blokkade voor de deur. Laten wij een slaapplek maken.' Zegt Sam.Van twee banken, en wat muffe dekens maken we een groot bed.
Ik laat me letterlijk in de dekens vallen, al praat de rest nog met z'n allen. Ik heb alle rust nodig.✖✖✖
Heee lieve lezers!
Hebben jullie mijn nieuwe voorkant gezien?
Comment wat je ervan vindt :)
Ik ben weer terug van vakantie (eind-e-lijk goeie wifi) en over een dag moet ik 5 dagen het ziekenhuis in, want ik krijg een brace...
Dat komt omdat ik scoliose heb en ik moet dat ding anderhalf jaar dragen.
Kennen jullie iemand met een brace? En hebben jullie tips????
Please comment wat om het wat beter te maken argh! Volgens mij ben ik de enige op de hele wereld met zo'n ding.Lekker veel comments dus haha :P ik wil jullie niet opdringen.
Te veel gepraat.
Tot het volgende hoofdstuk (ik ga gauw updaten, ik heb toch niks te doen!)
Groetjes Laura ^^
JE LEEST
The Virus
AdventureHet Virus dreigt zich te verspreiden over de hele wereld, alsof dat nog niet erg genoeg is raakt Nora haar zusje kwijt. Samen met Mira, Sam, John en de geheimzinnige Seven gaan ze opzoek naar haar zusje en komen achter de gruwelijke waarheid. [Volto...