Er moet iets in mijn blik veranderd zijn, want ineens kijkt Julius me recht aan. "Nee, Evy" zegt hij stellig. Ik kijk hem aan. Oké, dus hij had door wat ik van plan was. Hij kan me echt niet tegenhouden hoor. "Evy, als het door jou komt dat Marion en Verona.." Hij slaat zijn hand voor zijn mond en het dringt tot me door dat hij zojuist de naam van het meisje uit Noord heeft verteld. Bedankt Julius. "Door te doen waar je nu aan denkt breng je hen in gevaar. Ze zijn nu nog veilig." vervolgt hij zijn verhaal toch maar. Ik trek mijn wenkbrauwen op."Julius, ze zijn niet veilig en dat weet je. Marion is misschien veilig voor de regering, maar niet voor Gran Alcance; zij hebben haar al gevonden. En Verona zal ook niet heel lang meer in veiligheid zijn" antwoord ik. "Nee, Evy, dat ga je niet doen. Echt niet." zegt Julius. Ik kijk hem aan en zucht. "Oké dan." zeg ik zuchtend, om zo de indruk te leggen dat hij me echt overtuigd heeft. Wat natuurlijk niet zo is; ik ga nog steeds doen wat ik van plan was. "Gelukkig maar," zegt Julius, "En ga nu maar snel avondeten." Ik verbaas me erover over hoe naïef hij is. Hij zal me toch niet echt geloven? Toch? Ik kan helemaal niet goed liegen.. Ik knik, pak mijn krukken en ga snel de kamer uit. De vrouw zegt voor de verandering niets. Ik ga richting mijn tafel en zie dat de jongens er al zitten en het eten al klaarstaat. Ik ga bij ze zitten. Pas als John vraagt: "Waarom ben je zo vrolijk?", heb ik door dat er een grote glimlach op mijn gezicht staat. Omdat Julius me alles verteld heeft, wil ik zeggen, maar dat doe ik natuurlijk niet. "Gewoon. Daarom" zeg ik. John lacht. "Goed antwoord" zegt hij sarcastisch. Ik schep wat eten op en begin met eten, terwijl de jongens kletsen over dingen die aan me voorbij gaan, omdat ik niet oplet. Ik denk na over alles wat Julius net heeft gezegd. Staan we echt op het punt om land te verliezen? Natuurlijk. Hoe zou zo'n klein landje als Nederland zich kunnen redden tegen bijna heel Europa? Niet. De gedachte dat het allemaal -deze hele oorlog- mijn schuld is. Mijn schuld, terwijl ik niets fout deed. Ik ben gewoon een probleem. Net als Suzan, Marion en Verona. Eerst vond ik dat Julius ons -Suzan, Marion en ik; Verona kende ik niet- niet zomaar aan Gran Alcance kon overlaten, maar nu voelt het als mijn plicht om naar Gran Alcance te gaan.
Na het avondeten, blijf ik nog even zitten. Niet expres, maar omdat ik nog in gedachten verzonken ben. Ik schrik op door Jeffrey die zijn hand op mijn schouder legt. Ik kijk om me heen en zie alleen Jeffrey zitten. "Hey" zeg ik. Een scheve grijns verschijnt op Jeffrey's gezicht "Hey". Ik kruip wat dichter tegen hem aan en leg mijn hoofd op zijn schouder. "Ik moet je wat vertellen" fluister ik. Ik ben er vrij zeker van dat de camera's hier zo goed zijn dat ze ook wat ik fluister kunnen horen, dus ik besluit om verder niets te zeggen. "Oh," fluistert Jeffrey, "wat dan?" Ik sta op. "Kom" zeg ik, terwijl ik mijn krukken pak. Ik ga richting de kelder, omdat ik me herinner dat Janice zei dat dat de enige plaats zonder camera's was. Pas nu bedenk ik me dat Julius' kamer waarschijnlijk ook geen camera's bevat, maar het is nogal dom om dit met Jeffrey te bespreken in Julius' kamer. We komen aan bij de trap en ik wil naar beneden gaan, gewoon hinkelend, maar Jeffrey tilt me al op. Een zacht gilletje ontsnapt aan mijn lippen, omdat ik dit niet verwacht had. Jeffrey begint naar beneden te lopen en ik houd me stevig aan hem vast. Hij lacht. "We vallen echt niet." zegt hij. Voordat ik die gedachte überhaupt gedacht had, had hij hem al uitgesproken. Best knap. We komen beneden aan. Ik verwacht dat hij me meteen los gaat laten, maar dat doet hij niet. Na een poosje vraag ik: "Ga je me nog loslaten of hoe zit dat?". Jeffrey doet alsof hij over mijn vraag nadenkt. "Ik denk.. Dat daar iets tegenover staat." zegt hij. Ik kijk hem aan en haal mijn wenkbrauwen op. "Dat daar iets tegenover staat?" herhaal ik. "Ja. Dat daar iets tegenover staat." zegt hij. "En wat mag dat zijn dan?" vraag ik. Ik denk dat ik al weet wat hij gaat zeggen. Weer doet hij alsof hij nadenkt. "Een kus" zegt hij. Net voordat ik hem kus, zeg ik: "Sukkel". Snel kus ik hem, zodat hij niets kan zeggen. Wanneer hij me loslaat en weer op de grond zet, zegt hij met een stem die dreigend zou moeten zijn, maar die vooral schattig klinkt: "Hoe noemde jij mij?" "Sukkel" zeg ik terwijl ik mijn krukken op de grond zet en snel richting de ziekenboek ga. Hij mompelt iets dat ik niet meer kan verstaan en ik glimlach. Schattig. Ik kom de ziekenboeg in en zie dat er niemand is. Best wonderlijk. Ik ga op een bed zitten en Jeffrey komt naast me zitten. Oh, oh... Hoe ga ik beginnen? Gewoon beginnen zeg ik tegen mezelf. "Vanmiddag was ik bij Julius en hij vertelde me wat. Nou eigenlijk.. Best veel. Bijvoorbeeld over mij. Dingen over mij die ik zelf niet eens wist. Één daarvan was over mijn..." Ik blijf heel even stil, om na te denken over wat ik het best kan zeggen. "Excellentie" vult Jeffrey aan. Verbaasd kijk ik hem aan. Hoe weet hij dat nou weer? "Wat? Hoe weet je dat?" vraag ik verbaasd. "Ik heb ook het symbool van de Davidster" zegt hij. "Dus je wist dit al?" De ontspannen sfeer van zojuist slaat in één keer om en in de plaats daarvan ontstaat een hele gespannen sfeer. Jeffrey knikt. "En je hebt het niet eerder verteld? Laatst, toen we praatten en jij zei dat je van niets wist, loog je?" Jeffrey bijt op zijn lip. "Ja dus!" Ik voel afkeer opkomen en heb in één keer geen zin meer om naast hem te zitten. Ik pak mijn krukken en sta op. "What the fuck Jeffrey!" zeg ik boos. Ik kijk hem aan. Ik zie schuldgevoel in zijn ogen, maar dat interesseert me momenteel helemaal niets. "Evelien.." zegt Jeffrey. "Je hoort mijn naam niet te weten!" zeg ik boos. "Kom op Evy. Doe even redelijk." zegt hij. Dit is het moment dat ik me besef dat ik misschien niet helemaal redelijk bezig ben en dat hij waarschijnlijk verplicht was om mij niets te zeggen. Jeffrey ziet mijn blik verzachten en pakt mijn hand. Maar alsnog! Hij is mijn vriendje en zo iets belangrijks hoort hij niet te zeggen! Boos trek ik mijn hand terug. "Laat me los! Je had het gewoon moeten zeggen! Zo iets belangrijks verzwijg je niet voor je vriendinnetje!" zeg ik boos. "Ik weet het, Evy! Ik weet het! Maar ik had zwijgplicht. Ik mocht niets zeggen, echt niet." zegt hij. Zijn blik staat wanhopig. Gewoonlijk zou ik nu een schuldgevoel krijgen, maar momenteel laat het me koud. Hij.. Hij... Verdomme. Ik voel me echt gefrustreerd. "Verdomme Jeffrey!" zeg ik. "Sorry.." zucht hij. Ik kijk hem boos aan, maar dan verzacht mijn blik en kijk ik weer vragend. Ik schud mijn hoofd. "Waarom..?" vraag ik zacht. "Ik mocht niets zeggen, Evy, ik had zwijgplicht." antwoord hij. En dan wordt het me te veel. Ik vertrek. "Evy.." zegt Jeffrey. "Laat me met rust" zeg ik kortaf. En dan ga ik weg, zonder nog om te kijken.
JE LEEST
On fire (voltooid)
ActionEvelien is getuige van het feit dat de Derde Wereldoorlog begonnen is. Ze ziet een gebouw in de brand vliegen en redt een grote groep mensen uit het gebouw. Haar heldendaad zorgt ervoor dat ze geselecteerd wordt om het leger in te gaan. Ondanks prot...