Hoofdstuk 36

272 24 1
                                    

De volgende morgen wordt ik wakker door twee mensen; Jeffrey die me heen en weer schudt en Marion die in mijn hoofd naar me schreeuwt. Ik knipper met mijn ogen en mompel in Marion haar hoofd dat ze haar kop moet houden. Ik weet waarom beiden me wakker maken; vandaag gaan we naar Noord. Gisteren hebben we alle drie voor de laatste keer getraind en daarna hebben we met zijn drieën een plan van aanpak gemaakt; eerst stelen we drie pistolen, dan stelen we een auto en gaan we ervandoor. We rijden naar het station, pakken de trein richting Noord, lopen naar het politiebureau en springen daar in een truck. Zoveel illegale dingen heb ik in mijn hele leven nog niet gedaan; nu ineens in één enkele dag. Dit alles flitst door mijn hoofd in enkele seconden. Ik klim uit bed, kleed me om, vis de tas die ik gisteren al klaar had gemaakt onder het bed vandaan, was me voor een laatste keer en loop dan richting de deur. Jeffrey wacht al buiten, samen met Marion. Ik besef me dat ik nog afscheid moet nemen van David. Ik loop naar zijn bed en maak hem half wakker, zorg ervoor dat hij nog te slaperig is om zo op te staan. Dan vorm ik woorden.
Het spijt me, David. Ik houd van je.
Ik weet niet of dit wel kan bij David, maar ik kan het proberen. Ik sta op mijn tenen en geef hem een kusje op zijn wang. Dan loop ik de kamer uit, en laat daarmee bijna alles wat ik nog over had achter me.

Jeffrey en Marion staan op me te wachten. Ik kom naast ze staan, we lopen naar de kamer van team 205. We zijn er vanuit gegaan dat er in de donkere gang met de trap naar de bovenste verdieping geen camera's zijn, dus daar overleggen we. We komen in de kamer aan, lopen naar de badkamer en daarna ga ik voor wanneer we het deurtje door gaan. We staan in de donkere hal en ik ga op de trap zitten. Ik voel dat Jeffrey naast me komt zitten, waarbij hij bijna valt. Ik grijns, terwijl ik weet dat niemand dat zal zien. Marion blijft staan. Jeffrey is de eerste die iets zegt, of fluistert.
"Oké, laten we opsplitsen. Ik ga proberen om een auto te stelen, regelen jullie de pistolen?"
"Is goed, maar we weten niet waar ze liggen." fluister ik terug. Ik hoor dat Jeffrey ergens mee frummelt en zie aan zijn schim dat hij iets uit zijn broekzak haalt.
"Ik heb hier de plattegrond van het kamp. Zelfs de geheime gangen staan erop, als je er met je vinger overheen gaat zullen ze zichtbaar worden." fluistert hij. Hij steekt zijn hand met de kaart erin uit en ik zie dat Marion hem aan neemt.
"Oké, ik heb een horloge. Heb jij er ook een Jeffrey?" fluistert ze.

"Ja, ik heb een horloge" antwoordt Jeffrey.
"Het is nu vier uur, spreken we half vijf buiten af?" vraagt Marion.
"Dat jullie excellent zijn, wil niet zeggen dat ik het ook zo snel voor elkaar krijg. Kwart voor vijf lijkt me realistischer " fluistert Jeffrey.
"Prima, let's go" fluister ik.
Jeffrey opent de deur (lomp weliswaar, hij ziet immers niets) en gaat als eerst naar buiten. Marion en ik volgen hem. In de badkamer geef ik Jeffrey een stevige knuffel en probeer ik dit veilige, fijne gevoel vast te houden.
"Succes" fluister ik.
"Bedankt" fluistert hij terug, waarna hij de kamer uit loopt. Marion en ik blijven over.
Dus, wat doen we?
Vraag ik als we oogcontact maken. Marion antwoordt snel, alsof ze dit gesprek in haar hoofd al gevoerd had en het antwoord uitgedacht had.
De plattegrond bestuderen. Ik heb een zaklamp, we doen het bij de trap. Link, maar de minst linke plek zonder camera's.
Zonder nog iets te zeggen stapt ze de douche weer in, haalt ze een zaklamp uit haar rugzak en gaat ze het donkere kamertje weer in. Ik volg haar, sluit de deur van de douche en vervolgens die van het kamertje. We zitten in het donker in het kamertje, tot Marion haar zaklamp aan knipt. De hele ruimte wordt verlicht. Marion verplaatst de lichtbundel nieuwsgierig over de ruimte, ziet enkel een trap en richt hem vervolgens op de plattegrond. We staan naast elkaar en kijken beide naar de kaart die Marion in haar ene hand houdt. Het gaat niet erg handig, omdat ze in haar andere hand de zaklamp houdt.
Ik houd de kaart wel vast. Jij moet met je hand over de plattegrond gaan over de plek van de geheime kamer, want daar zal het wel in de buurt zijn.
Marion knikt en ik pak de kaart van haar over. Ze richt haar zaklamp weer op de kaart, zoekt even waar we nu zijn en gaat dan met haar hand over de kaart. Al gauw lichten er blauwe lijntjes op naast de ruimtes op de vierde verdieping. Wow. Nu staat er naast de slaapkamers een trappenhuis, wat logisch is, die trap loopt namelijk van de derde verdieping naar de vijfde verdieping. Er is geen verbinding tussen de kamers en het trappenhuis, want die zit op verdieping drie. Marion gaat verder met haar hand over de kaart en al gauw vinden we een gang. Hij zit op de vierde verdieping naast de trap waar we nu op staan. Dat me dat niet was opgevallen. Hoewel, het is hier zo donker dat het me nog niet eens opgevallen zou zijn als er een enorme poort in de muur zou zitten die naar Gran Alcance zou leiden. Man, dat zou makkelijk zijn.
Evy, kom je nog?
Ik schud even met mijn hoofd en kijk dan naar Marion. Ze is al naar boven aan het lopen met de zaklamp in haar hand. Oeps. Geruisloos ren ik de trap op. Ik vorm woorden.
Laten we hier snel weg gaan, ik vind het maar creepy. Stel dat er iemand binnen komt!
In stilte rennen we naar boven, waarbij Marion haar zaklamp op de wanden richt om de deur te vinden. Als we ongeveer op de helft van de trap zijn, zit er aan de rechterkant van de trap een gang. We lopen daar naar binnen en zien dat het maar een hele korte gang is, met aan het einde een deur die waarschijnlijk naar de wapenkamer leidt. Marion scant met haar zaklamp de deur en vindt een schermpje waar een vinger op geplaatst moet worden om de deur te open. Shit. Dan schiet me iets te binnen.
Jeffrey moet dit geweten hebben. Ik denk dat de deur open gaat als een van ons zijn vinger erop plaatst. Maar daarna moeten we opschieten, dat kunnen de mensen boven hoogstwaarschijnlijk zien en ze willen ons al hebben.
Marion knikt, maar kijkt angstig.
Doe jij maar.
Ik grijns, loop een stukje naar voren en plaats mijn vinger op het schermpje. De deur opent direct. Ik slik en ga naar binnen. We komen in een kaner terecht met aan alle kanten kasten met wapens en munitie. Het enige licht in de kamer komt uit Marions zaklamp. Ik hoor Marions stem.
Opschieten, pak de beste wapens en vergeet de munitie niet.
Marion gooit een zaklamp naar me, die ik zonder moeite opvang. We kijken beiden aan een andere kant van de ruimte. Ik heb geen verstand van wapens, dus ik kies het wapen uit dat er het gevaarlijkst uit ziet. Ik pak er twee mee; eentje voor mij en eentje voor Jeffrey. Één van de wapens hang ik om mijn schouder en het anderen houd ik vast. Ik pak wat munitie dat bij het wapen ligt, vul mijn zakken en beide wapens ermee. Marion en ik zijn tegelijkertijd klaar. Marion heeft een wapen dat er nog gevaarlijker uit ziet dan het mijne en heeft haar zakken en tas gevuld met munitie. We lopen de kamer uit en... zien dat er een volwassen, breed gebouwde man op ons staat te wachten. In het licht van mijn zaklamp ziet hij er nog angstaanjagender uit. Mijn adem stokt en ik maak me klaar om te schieten.
"Meisjes, wat doen jullie hier op de vroege morgen? Toch niet van plan om de ontsnappen, hè?" Ik slik. Ik kan deze man echt niet neerschieten, zelfs ondanks dat hij ons plan in het honderd kan laten lopen. Gelukkig begint Marion te praten.
"Oh, we kwamen hier gewoon even om dit te doen." In de seconde dat de man van zijn stuk is gebracht en vragend kijkt, pakt Marion een teaser uit haar kontzak en schiet op de man. Schokkend valt hij op de grond.
Ik had al verwacht dat hier iemand zou staan.
Grijnzend staat ze naast me. Ik lach. Dit wordt wat vandaag. We rennen naar beneden, en op het moment dat we de deur willen openen, horen we een schreeuw.
"Hé!"
We kijken beide om en zien een man die lijkt op de vorige man helemaal boven aan de trap staan. Marion richt haar teaser op de man en schiet, maar de straal raakt de man niet.
"Shit" mompelt ze, waarna ze snel de deur opent. De man begint naar beneden te rennen en wij gaan snel naar buiten. We sluiten de douchekabine achter ons, rennen naar de deur van de badkamer, sluiten die ook, rennen naar de volgende deur en sluiten ook die. We rennen door de gang en David komt net naar buiten lopen.
"Hey, Evy" zegt hij. Hij wil verder praten maar ik ben hem voor.
"Het spijt me echt. Ik houd van je." Ik geef hem een snelle knuffel en ren weer achter Marion aan. Ik hoor een deur in de laatste kamer opengaan - de badkamerdeur.
"Ik ook van jou?" hoor ik David vragend zeggen. We rennen zo snel mogelijk de trappen af. Helemaal beneden aangekomen, hebben we de man zo goed als afgeschud. Zelf zijn we beide nog helemaal niet moe, ondanks al het gewicht dat we mee sjouwen.
"Hier blijven jullie twee." hoor ik een vrouwelijke stem zeggen. Janice. Ik kijk opzij en zie het vrouwelijke, enge gezicht waar ik nu al zo aan gewend ben geraakt. Julius loopt naast haar. Achter hen lopen meer soldaten. Shit.
"Sorry, maar nee." zeg ik. Marion en ik zetten het weer op een lopen en wanneer een van de soldaten zijn pistool ophijst, schiet Marion met haar teaser op hem. Hij valt neer.
"Sorry!" roept ze, terwijl ze verder rent. We rennen naar buiten en volgen op hoog tempo het pad waar we ook over zijn gekomen toen we hier aankwamen. Als ik achter me kijk tijdens het rennen zie ik dat zowel Janice, Julius als alle andere soldaten nog achter ons aan rennen.
"Daar!" roept Marion. Ik kijk voor me en zie dat er een truck de hoek om scheurt. Dat moet Jeffrey wel zijn. Ik zet een sprint in en haal Marion in. Ook zij zet een sprint in en zo rennen we op hoog tempo naar de truck. De truck rijdt op heel erg langzaam tempo richting de buitenwereld, zodat wij erin kunnen springen. Langzaam aan komen we dichterbij de truck en verkleint de afstand tussen ons en de soldaten achter ons. Ik probeer harder te sprinten, maar dat lukt echt niet. De mensen achter ons beginnen te schreeuwen. Tussen alle stemmen door, hoor ik Janice' vertrouwde stem.
"Evelien, is dit wat je wilt?" Ik knik in mezelf. Dit is wat ik wil; ik wil naar Verona, ik wil mezelf opofferen voor Nederland. We komen dichterbij en dichterbij de truck.
"Opschieten! Straks halen ze jullie in!" schreeuwt Jeffrey vanuit de truck. We zetten een laatste sprint in en springen in de truck en vallen beide op onze knieën achterin de wagen.
"Houd je vast!" schreeuwt Jeffrey. Ik pak een poot van het bankje in de truck vast en Marion doet hetzelfde aan de andere kant.
"Gassen!" schreeuw ik. En dan gaan we. Ik kijk achter me en zie hoe dichtbij  de soldaten zijn. Op het moment dat Jeffrey gas geeft, beginnen ze te schieten. Marion en ik laten ons op onze platte buik vallen en ik bijt hard op mijn lip, hopend dat ze de banden, of ons, niet zullen raken. Een kogel schiet de truck binnen en raakt het glas tussen de bestuurderskabine en de achterkant. Het glas is sterker dan ik had verwacht; de kogel stuitert terug en veroorzaakt enkel een spinnenweb in het glas. De volgende kogel doet het glas wel in miljoenen stukjes uit elkaar spatten. De stukjes glas vallen in een regen over Marion, Jeffrey en mij. Jeffrey laat de auto nog harder rijden en ik voel een verrassende verandering in temperatuur. Van goed te doen verandert de temperatuur in ontzettend koud. We zijn het krachtveld uitgereden. We zijn ontsnapt.

~~~
Ja, ik ben te laat. SORRY! Ik ga echt al mn lezers verliezen zo :(( && nu komt het leukste deel van het boek pas! Soorrrryyyyyy!!
Vonden jullie het wel een beetje leuk?? Ihopeso! Xx Lotte

On fire (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu