Hoofdstuk 39

256 18 1
                                    

Erg lang hoeven we niet meer te rijden, en dat scheelt. Ik weet nu al dat Marion en mijn vrienden het niet met elkaar zullen gaan vinden. Marion is nogal een ingewikkeld persoon; wanneer je haar kent is ze een leuk meisje, daar niet van, maar ze is zo duister en mysterieus als ze haar net kent dat ik de vooroordelen van mijn vrienden al bijna weet. Esmée is de eerste die iets zegt.
"Waar gaan we heen?" vraagt ze. Ik draai me om en zie haar een wolkje uitblazen. 
"We pakken de trein naar Noord. We moeten naar Verona. Daarna zal Jeffrey jullie in veiligheid brengen." zeg ik, waarna ik naar Jeffrey kijk.
"Oké dan" zegt Esmée, maar ze kan amper uitpraten doordat Dave er doorheen begint te praten.
"Hoe kunnen jullie hier zijn? Wij zijn mishandeld, gezocht, opgejaagd, en jullie zijn hier gewoon, niet eens ondervoed of erg verwond? Hoe kan dat?" Ik hoor dat hij zijn frustratie echt even kwijt moest, en ik begrijp waar die frustratie vandaan komt. Het is ook niet eerlijk. Ik slik. Het is echt niet eerlijk.
"Ik weet het niet..." mompel ik.
"Wat nou 'ik weet het niet'?" zegt Dave boos, "Wat is dat voor onzin, Evelien?" Hij spreekt mijn hele naam uit en ik weet dat dat betekent dat hij echt boos is. Of gefrustreerd. Wat dan ook. Hij is in ieder geval niet blij.

"Dave, ik weet het echt niet. Het kamp waar we zaten was goed beschermd met een krachtveld en we wisten nog vrij gemakkelijk te ontsnappen. We hebben wapens gestolen en de bewaking neergeschoten met een teaser. Ontsnappen blijkt makkelijker te zijn dan binnenkomen in het kamp.." zeg ik. Dave slikt en zucht, waarbij een wolkje wordt gevormd. 
"Het zal wel" zegt hij twijfelend.
"Echt waar Dave. Waarom zou ik liegen? Ik heb je alles verteld."
"Ik geloof je, Evelien. Ik vind het alleen een beetje vreemd."
"De hele wereld is vreemd. Ik bedoel; een oorlog beginnen om een aantal meisjes te vangen? What the fuck."
Dave knikt en Tess slaat een arm om hem heen.

"Het komt goed," zegt ze, "We komen hier doorheen." Al gauw zitten ze midden in een knuffel. Ik weet dat Marion ze nu mietjes vindt en ik zie dat ze nog steeds naar buiten staart. Ik grijns en draai me om. 
Wanneer ik net weer vooruit kijk, hoor ik Marion ineens wat mompelen. Ik besluit contact met haar te maken.
Wat is er?
Ik draai me weer om en zie Marion haar best doen om naar buiten te kijken, door het donker en de sneeuw heen.
"Shit," zegt ze, deze keer hardop. "Fuck, een auto"
Ik probeer uit de truck naar buiten te kijken en zie wat Marion ziet: heel in de verte twee koplampen. 
"Shit, inderdaad. We worden achtervolgd." Ik keer me naar Jeffrey. "Rijd door."
"Waar heb je het over? Ik zie helemaal niets." zegt hij.
"Ik ook niet." voegt Tess toe.

"Jawel man, daar achter, twee koplampen." zeg ik. "Doe je achterlichten uit en rijd door."
"Ik zie echt niets hoor" zegt Dave. Marion keert zich naar de groep.
"Doe verdomme wat we zeggen! Er. Komt. Een. Auto. Aan." Ze klinkt zo boos en zo stellig, dat Jeffrey direct doet wat ze zegt. De achterlichten gaan uit en het tempo verhoogt. Ik besluit dat ik achterin moet zitten, om eventueel te kunnen schieten. 
"Kijk uit, ik ga het raam verder inslaan." zeg ik, waarna ik voorzichtig de laatste stukjes glas uit de ruit tik. Ik klim door het kleine raampje achterin de truck en ga tegenover Marion aan de achterkant van de truck zitten. Ik richt mijn geweer op de ruimte achter me. De koplampen lijken kleiner te worden, wat inhoudt dat we verder weg van de auto raken. Hij raakt achter op ons.
"Hij is verder weg." mompelt Marion.
"Dat was op het nippertje." bevestig ik.
"Dus zo hebben jullie het gered. Jullie zintuigen zijn gewoon beter dan de onze.." zegt Dave.
"Nou, dat zal wel meevallen.." mompel ik.
"Nee, gewoon niet" zegt Dave. Ik glimlach en steek mijn handen in de lucht om te laten zien dat ik me over geef.
"Oké, dan niet" zeg ik grinnikend. 

Na een paar minuten zijn we op het station, waar Jeffrey duidelijk eerder is geweest, aangezien hij de weg helemaal kent. Al gauw staan we op het juiste perron, waar net een hogesnelheidstrein richting kamp Noord arriveert.
"Pff.. Dat noem je nou geluk." zegt Esmée.
"Dat kun je wel zeggen, ja" zeg ik.

We stappen allemaal in de trein, zonder enige kaartjes of chipkaarten. We zorgen ervoor dat we in de voorste wagon zitten, zo dicht mogelijk bij de locomotief, voor het geval dat er iets gebeurt. We zitten rustig en omdat er niemand zo vroeg de trein in stapt, zitten we alleen in de wagon.
"Het duurt maar een half uur om bij Noord te komen met deze trein." zegt Jeffrey. Ik zit naast hem.
"Gelukkig maar, als het veel langer zou duren zou ik in slaap vallen." zeg ik. Jeffrey grijnst en ik leg mijn hoofd op zijn schouder. Ik ben echt heel blij dat we geen ruzie meer hebben. Ik sluit mijn ogen en besluit even van de rust te genieten. De trein komt al in beweging en is al gauw op hoge snelheid. Jeffrey slaat zijn arm om mijn middel en ik kruip dichter tegen hem aan. Ik val bijna in slaap, als hij ineens zwaar begint te ademen. Ik open mijn ogen en kijk naar zijn gezicht.
"Wat is er aan de hand?" vraag ik fluisterend. Ik zie dat zijn ogen op een punt recht voor hem aan de wand van de wagon zijn gericht. Ik volg zijn blik en zie een poster van mezelf, waaronder staat dat ik excellent ben en dus een crimineel en meer van die onzin. 
"Je.. Je wist het niet?" fluister ik, terwijl ik hem vragend aankijk. Hij schudt van nee.
"Ze zoeken me." bevestig ik zijn gedachten. Hij verstevigt zijn grip op me en trekt me dichter tegen hem aan.
"Waarom doen we dit? Je bent in gevaar!" fluistert hij, terwijl hij nog steeds zwaar ademt. 
"Jeffrey, op het kamp was ik ook in gevaar. Ze stonden op het punt om Marion en mij gevangen te nemen." fluister ik terug.
"We hadden naar Survival kunnen gaan!" is zijn tegenargument, waarbij ik maar aanneem dat Survival de organisatie die hoort bij de davidster.
"Dan nemen we Verona mee."
Hij rolt met zijn ogen en langzaam kalmeert zijn ademhaling. Ik leg mijn hoofd weer op zijn schouder.
"Het komt wel goed" fluister ik.

Daar blijkt het leven anders over te denken. Een grote bewaker stapt de wagon in. Hij heeft een donkere huidskleur, een kaal hoofd en een zwarte snor.
"Zozo, zo vroeg al op pad? Waar gaat de reis naartoe als ik vragen mag?" vraagt hij.

On fire (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu