Hoofdstuk 45

224 18 4
                                    

De volgende morgen word ik wakker gemaakt. Een vervelende piep schalt door de cel. Geïrriteerd doe ik mijn ogen open en ga ik rechtop zitten.
"Verdomme, Alex. Hoe laat is het?" sis ik. De piep stopt.
"Elf uur, schatje, je moet niet zeuren. Je zusjes zijn al aan fase 2 begonnen." antwoordt hij. Fase 2, mentaal. Wat hebben ze nu weer voor me in petto? Ik hoor een sissend geluid; de deur naar de badkamer gaat weer open.
"Douchen en aankleden jij. Als je over tien minuten niet klaar bent kom ik je uit de douche halen." zegt Alex. De pedofiel. Ik steek mijn middelvinger naar de camera op en sta op.
"Schattig" zegt Alex. Ik rol met mijn ogen en loop de badkamer in. De deur sluit achter me met een sissend geluid en ik maak me snel klaar. Als ik klaar ben, opent de deur weer en loop ik naar buiten. Mijn oog valt op het scorebord en ik zie mijn score voor het onderdeel fysieke gesteldheid, 106. De cilinder opent en ik stap erin, me afvragend welk onderdeel ik eerst zal moeten doen: mentale sterkte, doorzettingsvermogen of mentale gesteldheid.

Het blijkt doorzettingsvermogen te zijn. Dezelfde monotone vrouwenstem legt me het spel uit en ik voer het uit. Een paar minuten later ben ik alweer terug met een score van 103.

"Nou schatje, top. Over een half uur is je volgende onderdeel." zegt Alex.
"Alex stop met pedofiel zijn en noem me geen schatje!" roep ik.
"Beetje pissed?" vraagt hij plagend.
"Beetje boel." antwoord ik.

Een half uur later commandeert Alex me om de cilinder in te gaan en ik doe het zonder tegenspartelen.

Een seconde later sta ik in een witte ruimte. Ik hoor niets, volledige stilte heerst. Ik kijk om me heen, als opeens een spiegel verschijnt. Ik kijk erin en zie een meisje met lang blond haar, een ietwat gebruinde huid en blauwe ogen. Ze draagt vrolijke kleding. Ik ben het, besef ik. Of nou ja, ik was het. Het is Evelien. Ze lijkt niet eens meer op de Evy die ik nu ben. Ik loop naar de spiegel en leg mijn hand erop, zij doet hetzelfde. Ze doet mijn bewegingen na. En dan ineens niet meer. Ze glimlacht. Een zachtaardige glimlach, lief en schattig.

"Hoi Evy" zegt ze. Haar stem klinkt als de mijne, maar dan lief en onwetend.

"Hoi." zeg ik kortaf.

"Je bent veranderd." stelt ze vast, terwijl ze me met haar hoofd schuin aankijkt.
Ik zeg niets.
"Je was zoals ik ben. Lief, onschuldig. En moet je zien wat er van je over is.."

Er komt een tweede meisje achter haar vandaan. Haar herken ik direct als mezelf. Ze heeft kort haar, een wondje bij haar wenkbrauw en in haar ogen ligt een doffe glans. Gepijnigd, gebroken. Ze draagt strakke, zwarte kleren. Ik kijk haar recht aan en zij kijkt mij recht aan. Ze doet mijn bewegingen na. Ze is mijn spiegelbeeld, en de oude Evelien is een soort van rare hallucinatie. Ik kijk haar doordringend aan, mijn ogen tot spleetjes geknepen. Mijn spiegelbeeld doet hetzelfde.
"Niet zo boos kijken, dear. Je weet dat het waar is. Je bent een moordenaar, je doet mensen pijn. Enkel hun connectie met jou kan je geliefden al in gevaar brengen. En dat weet je." zegt Evelien. Ze trekt haar wenkbrauwen op en glimlacht lief. Een glimlach zo verraderlijk als het maar kan.  Het is alsof ze een dolk recht in mijn hart heeft gestoken. Ik kijk naar beneden en haal een hand door mijn haar. Tranen branden achter mijn ogen
"Toe, niet zo sip. Je weet dat ze van je blijven houden. Je moeder, je vrienden, Jeffrey. Ze brengen zichzelf in gevaar voor jou." zegt Evelien. Goed bedoeld, maar het werkt niet. Een steek gaat door mijn lichaam. Ze brengen zichzelf in gevaar voor mij. Ik breng hen in gevaar. Ze hadden me beter helemaal niet kunnen kennen. De wereld was beter af zonder mij. Een traan rolt over mijn wang.
"Jaja, ach wat ben je zielig." zegt Evelien sarcastisch, terwijl ze met haar ogen rolt. Het is gemeen, maar het helpt me eroverheen. Het is nou eenmaal zo. Snel veeg ik de traan weg en knipper ik met mijn ogen. Ik realiseer me dat de oude Evelien eigenlijk heel gemeen is. Was ik ook zo? Manipuleerde ik mensen ook zo op de manier waarop Evelien dat nu doet?
"Je bent een manipuleerder, weet je dat?"
"Liever een manipuleerder dan een moordenaar." antwoordt ze bijdehand.
"Je bent beide. Je bent wie ik ben." zeg ik.
"Niet waar. Jij bent een hele andere persoon dan ik. Mam zou teleurgesteld in je zijn." zegt ze en ik hoor een gemene ondertoon in haar stem. Ik ben even uit het veld geslagen.
"Ik laat me niet door jou beledigen." Als ik dat gezegd heb, draai ik me om en loop ik weg, mijn verleden achter me latend. Jammer genoeg is Gran Alcance nog niet klaar met me kwellen. Waar net een witte ruimte was, is nu een groot raam. Ik ga op de grond zitten en staar er doorheen. Achter het raam is een witte ruimte, net als deze maar iets kleiner. Aan de rechterkant van de ruimte zit een deur. Iemand wordt naar binnen geduwd, en ik besef me dat het een tegenstribbelende Esmée is. Esmée? Jeffrey zou Esmée redden! Ze zou veilig zijn! Ik sta snel op en loop naar het raam. Esmée spot me en loopt mijn kant op. Ik kijk naar haar gezicht, gehavend en vies. In haar ogen ligt een blik die ik niet eerder bij Esmée heb gezien, een blik die ik niet kan plaatsen.
"Dit is verdomme jou schuld! Wat heb je gedaan? Waarom haten ze jou?!" roept ze boos. Ik slik en kijk naar beneden. Wat heb ik eigenlijk gedaan? Waarom haten ze mij eigenlijk? Vanwege mijn genen? Als dat niet onredelijk is, weet ik het ook niet meer.
"Nou?!"
Ik schud mijn hoofd langzaam.
"Niet zo schijnheilig doen! Ik ken je Evelien, en ik weet dat je af en toe echt een bitch was. Maar ik weet ook dat je mij altijd zou vertrouwen. Waarom vertrouw je me hier niet mee? Is het zo verschrikkelijk dat je je ervoor schaamt?!" roept ze.
Even vraag ik me af of deze Esmée echt is of een hologram. Ik staar in haar ogen. Nog steeds kijkt ze onpeilbaar. Ik herken haar niet.
"Het zijn mijn genen. Ze zijn bang voor me denk ik. Excellentie, is hoe ze het noemden." zeg ik. Ze kijkt me met een frons aan en loopt dan zonder nog iets te zeggen de ruimte uit.
De volgende persoon die de kamer in geduwd wordt is mijn moeder. Mijn adem stokt even. Ze leeft nog. Ze ziet er gebroken uit, van zowel de buitenkant als de binnenkant. Ze is dun, dunner dan normaal, en haar lichaam zit vol blauwe plekken en krassen. In haar ogen ligt dezelfde doffe glans die ik eerder bij mezelf zag. Haar lange haar hand in vette plukken langs haar ingevallen gezicht.
"Evelien.." mompelt ze.
"Mam.." fluister ik.
"Kindje toch.." zegt ze zacht.
"Mam.." herhaal ik iets harder.
"Wat heb je toch gedaan?" vraagt ze bezorgd.
"Ik.. Ik dacht dat ik deed wat het beste was, mam. Ik wilde er een einde aan maken. Ik wilde iedereen in veiligheid brengen. Maar dat is mislukt zeker?" antwoord ik sip.
"Ik weet het niet liefje, maar voorlopig ben je hier in ieder geval veilig. Er lopen daar mensen rond die je dood willen hebben..." antwoordt ze liefdevol.
"Mam, ik weet niet eens meer wat veiligheid is. Dit voelt in ieder geval niet veilig. Alsof er elk moment iemand naar binnen kan komen om me dood te schieten of zo..." mompel ik. Ze glimlacht scheef.
"Geloof me, hier ben je veilig." zegt ze, waarna ze wegloopt. Ze loopt zomaar weg! Ik heb haar zo lang gemist en dan loopt ze zomaar weg? Wat is dat nou weer? Ik frunnik peinzend aan mijn armbandje als ik ineens een verschrikkelijk alarm hoor. Het wordt rood en begint te knipperen. En dan rent Jeffrey de kamer achter de glazen wand in.
"Evy! Voordat je vragen gaat stellen, ik ben een hologram. Het is ons gelukt om het systeem binnen te dringen en de camera's uit te schakelen. Voor heel even kan ik tegen je praten. Ik wil je zeggen dat ik in veiligheid ben, net zoals je vrienden en je moeder. Je moet je voorbereiden, want ..." Meer kan de snel-pratende Jeffrey niet zeggen, want het hologram knippert en valt weg en daarmee stoppen ook het alarm en het licht. Door een deur zonder naden die ik eerder niet gezien had, komt Alex binnen gesneld. Bot pakt hij mijn bovenarm vast en sleurt hij me de kamer uit.
"Wat heb je net gezien?" sist hij.
"Niets!" antwoord ik.
"Ha! Alsof ik dat geloof. Waag het om te liegen!" zegt hij boos.
"Moet ik geïntimideerd zijn of zo? Ik voel me niet aangevallen, hoor. Waar zijn we?" vraag ik. We lopen door een donkere hal. De ene kant van de hal is licht, de andere donker. Ik denk dat de lichte kant uitkomt op een van die balkons aan de lobby. Een alarm schalt door de hal. Hetzelfde alarm als daarnet tijdens de test, maar dan harder. Direct gaan mijn gedachten naar Jeffrey. Je moet je voorbereiden, want... Wat als na die want moest komen dat hij eraan kwam? Wat als hij er echt nog niet was en de Jeffrey die ik eerder heb gezien -die die mishandeld werd door Alex- echt fake was? Ik besluit dat ik op onderzoek uit wil gaan en zwaai mijn hand onverwachts in Alex' gezicht. Direct begint zijn neus te bloeden en brengt hij zijn beide handen naar zijn gezicht. Hij laat me los en ik ren snel weg. De lichte kant op. Zoals ik verwacht had kan ik vanaf daar uitkijken over de lobby. We zijn heel hoog. Ik kijk over de reling naar beneden, maar dan hoor ik Alex' voetstappen achter me. Ik draai me snel om en Alex springt mijn kant op. Net op tijd spring ik aan de kant. Even later ben ik in een gevecht met de grote, kastige Alex beland. Hij kan me telkens net niet pakken, maar als ik heel even niet oplet, ligt hij ineens boven op me. Zijn handen omvatten mijn polsen en pinnen ze boven mijn hoofd en zijn zware, gespierde lichaam ligt bovenop dat van mij. Ik staar in zijn ogen.
"Jaja, wat nu hè, klein meisje? Je kunt nergens heen." zegt hij.
"Je bent eng, Alexander." reageer ik.
"Gelukkig, schatje." zegt hij. Ik knijp mijn ogen samen en kijk hem woedend aan.
"Die woedende blik in je ogen gaat je niet verder helpen." zegt hij. Ik weet dat het onrespectvol is en zo, maar ik ben in paniek. In een vlaag van angst breng ik mijn been snel en hard omhoog en raak ik hem hard tegen zijn mannelijke geslachtsdelen. Hij kreunt en valt van me af, waarna ik snel opspring en wegren. Rechts en links van me zie ik Marion en Verona uit een ander gangetje rennen. Het alarm suist nog steeds door de ruimte. Marion en Verona hangen over de reling en kijken naar beneden en ik volg hun voorbeeld. Ik kijk naar beneden en zie een jongen bij de deur staan. Om hem heen op vijf meter afstand staan grote mannen met pistolen. Ik slik als ik besef wie die jongen is.
Marion haar stem bevestigt mijn gedachtes in mijn hoofd.
Jeffrey...

~~~
Ho shit, Jeffrey, what ya doin there?
Alles voor de liefde, toch ;p

Opgedragen aan @fennaatjex omdat je me al vet lang volgt en een trouwe lezeres bent :)) Heel tof van je, dankjewel :D


On fire (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu