Hoofdstuk 42

229 19 0
                                        

Het is nu de volgende dag, zes uur 's ochtends. Ik was eerder wakker dan Jeffrey dus ik heb even gedoucht. Vandaag zullen we vertrekken. Vandaag zullen we de trein naar het front pakken. Vandaag zal ik Jeffrey moeten achterlaten. Ik zit op mijn bed en kijk de kamer rond. Iedereen slaapt nog, maar over een ongeveer half uur zullen ze wakker worden. Ik stap van mijn bed af en loop naar dat van Jeffrey toe. Ik schud hem langzaam heen en weer.

"Wakker worden" fluister ik. Al gauw schrikt hij wakker.
"We moeten gaan, Jeffrey. Kleed je aan." Hij wrijft slaapdronken in zijn ogen, rekt zich dan uit en stapt zijn bed uit. Hij kijkt me aan en knikt.
"Ik zal de rest halen," zeg ik, "Kom over tien minuten naar de eetzaal." Wederom knikt hij, waarna ik de kamer verlaat.
Ik wek ook Esmée, Dave en Tess, maar Verona en Marion zijn ook al wakker. Tien minuten later is iedereen in de eetzaal.
"Dat was het dan wel weer.. Laten we naar een veilige plek gaan." zeg ik. Ik praat heel zacht, het is toch erg stil hier.
"Laten we gaan" zegt Verona, waarna ik haar één van mijn geweren overhandig. Ook Marion, Jeffrey en ik hebben een geweer en Esmée krijgt de teaser weer. Verona rent de eetzaal uit en wij volgen haar. We rennen naar de garage, waar we zonder enige moeite de twee bewakers overmeesteren en een truck stelen. We stappen allemaal in, Jeffrey achter het stuur en ik op de bijrijdersstoel.

Een halfuur door het donker rijden later zijn we aangekomen op het station. Ik heb mijn muts ver over mijn hoofd getrokken en draag mijn sjaal hoog, zodat ik niet herkend word. Jeffrey parkeert de auto en de trein, die om 7:22 aan komt, komt aan over vier minuten. We gaan op de bankjes bij het juiste perron zitten en beginnen te wachten.
Waag het niet om bij Jeffrey te blijven. Je. Gaat. Mee.
Marion haar stem in mijn hoofd. Ze weet dat ik het er moeilijk mee heb dat ik Jeffrey achter moet laten. Een steek gaat door mijn lichaam. Ik reageer niet, geef geen kik, maar mijn hart raast in mijn borst. De trein komt aan. We stappen allemaal in. De trein is niet leeg, zoals de vorige keer. We hebben allemaal onze wapens verborgen, zodat we niet te erg opvallen. Esmée, Dave, Tess, Marion en Verona lopen de eerste coupé in. Ik houd Jeffrey tegen en blijf bij de deur staan. Al gauw zie ik Marion en Verona een excuus verzinnen en praten tegen de andere drie. Ik knuffel Jeffrey stevig. Als ik hem weer los laat, blijf ik heel dicht bij hem staan. Ik zie vanuit mijn ooghoek dat Verona en Marion doorlopen door de coupé, waarschijnlijk naar de andere deur of de trein al uit. Ik haal mijn sjaal los en kijk Jeffrey aan.
"Jeffrey, wil je er alsjeblieft voor zorgen dat wat er ook gebeurt, Dave, Esmée en Tess in veiligheid komen?" vraag ik fluisterend. Hij slikt en knikt.
"Kun je me iets beloven?" vraag ik.
"Natuurlijk." Zijn stem is laag en zacht.
"Blijf leven, oké?" Hij glimlacht zwakjes en drukt dan zijn lippen op de mijne. Hij kust me, en ik kus hem. Alles in me ontploft en jemig wat wil ik graag hier blijven. Maar het gaat niet, ik moet weg. Ik maak me los en kijk hem verdrietig aan. Direct merkt hij het op.
"Wat is er?" vraagt hij zacht. Hij veegt een plukje haar uit mijn gezicht, stopt het achter mijn oor en bekijkt me zorgvuldig.
"Ik hou van je, Jeff." zeg ik. Hij kijkt me nog steeds vragend aan. Wil weten wat er in me om gaat. Punt is, dat ik dat zelf niet eens meer helemaal begrijp. Ik zie de klok aan de wand, die 7:25 aangeeft. De trein zal zo vertrekken. Ik hoor de fluit van de conducteur. Ik moet eruit!
"Blijf leven!" zeg ik. En dan ren ik naar de deur, die al dicht gaat. Ik spring eruit en zie dat Jeffrey me tegen wil houden, maar het is al te laat. De deuren sluiten, ik sta op het perron, de trein vertrekt en ik heb Jeffrey achter me gelaten. Verdrietig kijk ik naar de vertrekkende trein. Ik zwaai zwak.
"Dag Jeffrey.." mompel ik in mezelf.

Ik trek mijn sjaal weer zo ver mogelijk omhoog. Nog altijd bang dat ik herkend zal worden. Wat overigens niet erg vreemd is, met mijn hoofd op ongeveer elke flyer en elk billboard in heel Nederland. Marion en Verona lopen naar me toe en Verona trekt me in haar armen. Ik knuffel haar en probeer de knoop in mijn maag te negeren. Wat vrij slecht lukt, overigens.
"Je houdt echt van die jongen, hè?" vraagt Verona fluisterend. Ik knik zwak en laat daarna Verona los.
"Kom op guys, het is tijd om een einde te maken aan de oorlog." zeg ik met een zwakke glimlach.
"Welke trein moeten we hebben?" vraagt Verona.
"Geen idee" zeg ik.
"Ik weet het ook niet" zegt Marion. Ik kijk het perron rond, waar ik een kleine kiosk, een klok en een grote kaart met daarop alle spoorwegen en tijden zie. Ik wijs naar de kaart.
"Daar zal het wel op staan" zeg ik, waarna ik direct naar de kaart loop. We zien Nederland en in het noorden van het land is met een pijltje aangegeven waar we nu zijn. Ook het front is aangegeven op de kaart, en tot waar de treinen rijden. Ik bekijk de spoorwegen die richting het oosten lopen, naar het front. Gelukkig zitten we aan de oostkant van Groningen, dat scheelt. Al gauw vind ik een spoorlijn die ons een heel eind kan brengen. Het laatste station daar is dat van Wedde.
"We moeten naar Wedde," zeg ik, "Zo zullen we het verst komen. Vanaf dan is het of lopen, of geluk hebben en ander vervoer vinden." Marion zoekt direct de lijst met namen af en vindt de tijden waarop de trein vertrekt.
"Die vertrekt pas om acht uur. We zullen moeten wachten. Perron 3." zegt ze.
"Lijkt me goed, laten we naar perron 3 gaan dan." zegt Verona. We lopen naar perron 3, halen wat koffie en planten onszelf op de bankjes. Daar wachten we tot de trein komt, wat voor mijn gevoel eeuwen duurt. Eeuwen van tijd om te piekeren, aan Jeffrey te denken en mezelf van alles voor de geest te halen wat hopelijk niet zal gebeuren. Als dan eindelijk de juiste trein aan komt, ben ik er heilig van overtuigd dat ik een fout maak en dat we allemaal met een jonge dood zullen eindigen. We stappen de trein in, hopend dat er geen conducteur komt om te checken of we wel ingecheckt hebben. Wat dus niet het geval is. Gelukkig is ook dit een hogesnelheidstrein en stopt de trein maar vier keer, exclusief de keer bij Wedde. We zijn binnen een kleine twintig minuten in Wedde, waar we opgelucht uitstappen. Geen checks en we zijn heel dichtbij. Het bange gevoel bekruipt me weer, de knoop in mijn maag weer van zich horen en de twijfel slaat weer toe. Fijn. Marion koopt een kaart van de omgeving in de kiosk op het station en met behulp daarvan beginnen we onze weg naar Gran Alcance.

On fire (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu