Tien

837 66 1
                                    

'Blijf hier.'  zei een aangename zachte stem. Ik vroeg me heel even af of het de stem van de duisternis was, maar meteen daarna liet ik die gedachte varen. Er bestonden geen duisternissen met stemmen, dat was gewoon absurd. Ook al had ik de afgelopen dag wel meer absurde dingen meegemaakt. Ik werd bijna ontvoerd. Werd weer gered. En werd toen weer ontvoerd, deze keer door mijn broer nota bene! 'Er is niks om je zorgen over te maken. Ik zorg wel dat hij vertrekt.' De stem leek zijn belofte waar te maken, want de andere jongen snoof verontwaardigd. 'Ik, vertrekken? Interessante ideeën heb jij, broertje. Je lijkt steeds maar weer te vergeten dat ik  hier de baas ben.' 
Ik voelde een arm onder mijn knieën schuiven en een andere kwam op mijn onderrug terecht. Voordat ik kan protesteren, was ik al opgetild. Het midden van het zwarte werd langzaam verdreven door een rood aangelopen gezicht. Degene die mij in mijn hals had gebeten en mijn bloed had gedronken. Ik sloot mijn ogen om zijn gezicht niet te hoeven zien. 'Je maakt haar bang.' zei een stem boven me beschuldigend. 'Vertrek als je wilt dat ze blijft overleven.' 
De andere jongen lachte. Ik kreeg er spontaan rillingen van. 'Waarom zou ik willen dat het  blijft leven? Het  is toch maar een mens.' Hij lachte weer, alsof het hem totaal niks kon schelen of ik bleef leven. Alsof mijn leven maar een van de velen was die hij zou nemen. Ik geloofde hem op zijn woord. 'Dus ze  maakt je helemaal niks uit? Waarom heb je haar dan op laten halen? Waarom speciaal haar van alle mensen die je mee had kunnen nemen?' zei mijn tweede redder. Of in ieder geval degene die een poging deed.
Het kraken van openende deur vulde mijn oren. Toen alleen nog maar stilte. 'Interessant.'  zei Lilly. Ik opende mijn ogen weer om erachter te komen dat er alleen nog maar wat zwarte randjes te zien waren. Haar blik was op mij gericht. Ongetwijfeld net zoals degene die mijn vasthield in zijn armen, alleen had ik de energie niet meer om omhoog te kijken. 'Laten we jou eens gaan opknappen. Dan zal ik het daarna mijn taak maken om hem uit te schelden.' Ik mocht mijn redder wel.


Dinner With A NightmareWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu