Drieëntwintig

709 52 8
                                    

'Je bedoelt... Zij is... Cayden?' stamelde Florian. Zijn broer keek hem aan zonder te grijnzen en dat leek me voor hem al een hele prestatie. Hij leek altijd te grijnzen. Behalve als hij het over Elizabeth had. Nee wacht, als hij aan míj dacht. Aan mij en hoe ik vroeger was. Ik kreeg rillingen bij de gedachte alleen al. Mijn, nou ja visioen, had heel wat dingen verhelderd, helaas.
'Zij is Elizabeth, Florian. Ik heb geen idee hoe ze hier terecht is gekomen, maar Vader weet het zeker.' Hij zweeg even en staarde toen naar mij. 'Ik weet het zeker, haar bloed smaakt hetzelfde.' Ik werd langzaam rood door de toon die in zijn stem lag. Alsof het voor hem heel bijzonder was dat hij van een meisje had gedronken. Dat leek me dus eigenlijk niet.
Florian keek Cayden en mij niet meer aan, maar stormde gelijk de kamer uit. Dat op zich vond ik nog niet eens zo verschrikkelijk, maar wat daardoor gebeurde wél. Hij liet mij achter met Cayden, die mij nog steeds aanstaarde. 'Stop met staren.' zei ik fel. Zijn ogen werden iets groter, maar zijn blik liet de mijne niet los. 'Waarom ging Florian weg?' vroeg ik toen ongemakkelijk. 
Cayden grinnikte even, ook al werden zijn ogen duister. 'Het zou kunnen zijn om twee redenen. Ten eerste; hij zou naar Vader kunnen gaan om mijn verhaal te bevestigen. Ik betwijfel ten zeerste of die tijd heeft, maar het valt te proberen.' Toen viel hij even stil. 'En?' vroeg ik nadat er een paar seconden verstreken waren. 'Het zou ook kunnen komen doordat hij degene is die de schuld draagt van jouw dood.'
Mijn mond viel vanzelf. Cayden grinnikte verder, maar was duidelijk niet vrolijk. 'Ik heb geen idee wat je hebt gezien, maar het heeft je duidelijk bang gemaakt. Heel erg. En ik meen het als ik zeg dat ik je opeet als je me niet verteld wat je gezien hebt.' De rillingen kropen weer over mijn rug bij het horen van zijn stem. De stem die een beetje was verandert sinds mijn visioen. Sinds toen, ook al heb ik geen idee welke tijd het was. Hij was triester, dreigender, geworden.
'Nu, Elizabeth. Graag nu.' gromde hij terwijl hij een paar stappen naar voren zette. Ik wilde geen antwoord geven. Wilde zijn gezicht niet zien als ik hem de waarheid vertelde. Dus sloot ik mijn ogen. 'Ik heet geen Elizabeth. Niet meer. Ik heet, ik ben Larissa.' Ik had pas door dat de tranen over mijn wangen heen stroomden, toen hij ze met zijn ijzige hand wegveegde. Ik kneep mijn ogen stijf dicht.
Vanaf mijn wang trokken huiveringen door mijn hele lichaam. Mijn bloed veranderde in gloeiend heet ijs dat smeekte om uit zijn mal gelaten te worden. Mijn hart ging sneller kloppen en ik vroeg me af of het het ijs probeerde te smelten, zelfs al was het nog zo heet.
'Ik was Elizabeth. Je besloop me van achteren. Ik was boos, maar niet op jou. Op je broer, denk ik. Je zei dat we wel een oplossing zouden vinden. Waarvoor weet ik niet.' gaf ik een zo kort mogelijk verslag. Zijn hand lag nog steeds op mijn wang. Koud en warm tegelijk. En hij maakte nog geen aanstalten om hem weg te halen. We zwegen, terwijl de kamer om ons heen ook in ijs veranderde.
Ik voelde zijn koelte dichterbij komen en kneep mijn ogen nog steviger dicht. Van plan om helemaal niets meer te zien. 'Niet huilen, je weet dat ik daar een hekel aan heb.' mompelde hij, voordat hij een traan van mijn wang wegkuste. Ik opende verschrikt mijn ogen, maar hij was verdwenen.





Dinner With A NightmareWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu