We kwamen uiteindelijk uit in de tuin. Buiten stond een koud briesje, dus kreeg ik spontaan kippenvel op mijn armen. Ik dacht aan het vreemde gevoel in mijn buik. Misschien had dat te maken met de vader van de drie broers. 'Waar wilde u over praten?' Ik probeerde zo beleefd mogelijk te blijven, hopend dat het nog iets goeds op zou leveren.
'Waar ik over wilde praten, hè?' Hij glimlachte afschuwelijk. 'Ik heb begrepen dat je de afgelopen tijd last hebt gehad van nachtmerries die over jouw vorige leven gingen?' Ik verstijfde en vroeg mij af hoe hij daarachter kon zijn gekomen. Waarschijnlijk had hij overal spionnen zitten. Cayden, Florian, Sylvain en Lilly konden dat onmogelijk door hebben verteld. 'Ik zou het erg waarderen als je antwoord gaf,' mompelde hij, maar zijn onderliggende boodschap was goed te verstaan. 'Als je geen antwoord geeft, kan ik de veiligheid van jouw leven niet garanderen.'
Ik knikte dus maar, wetend dat het anders echt niet goed voor mij af zou lopen. 'Ben je al bij het einde gekomen? Het einde van jouw leven?' Ik slikte luid, wat hij blijkbaar opvatte als een bevestiging. 'Dus je weet dat ik jouw leven het beëindigd?' Hij klonk eerder vrolijk dan geschokt, iets wat mij niet zou moeten verbazen, maar het dat wel deed.
'Dan weet je ook dat wij tweeën niet op goede voet staan. Jij hebt er bijna voor gezorgd dat mijn koninkrijk uit elkaar viel. Dat ik mijn zoons bijna verloor aan een menselijk meisje. Weet je wel niet hoeveel moeite het mij heeft gekost om ervoor te zorgen dat wij op de troon bleven? Weet je wel niet wat er gebeurd zo zijn als wij waren overwonnen? Dan zou er nu een of andere piraat op de troon zitten en zouden jouw mensen verreweg van veilig zijn.'
Ik slikte weer, wetend dat het mijn schuld was. Ik had uiteindelijk besloten naar dat feest te gaan, zo had ik gezien. Weliswaar op aandringen van mijn broertje, maar ja. Als ik niet heen was gegaan, was dit allemaal niet gebeurd. Zou ik hier nu ook niet gestaan hebben. Zou dit allemaal niet gebeurd zijn. Dan was er nog steeds vrede tussen de drie broers. Op z'n minst min of meer. Dan zou hun vader niet zo zijn nu. Hoe het zover gekomen was, wist ik eigenlijk niet. Ik had maar kleine stukjes meegemaakt in mijn dromen. Ik wist niet eens hoe het was gekomen dat ik daar verbleef.
'Je snapt toch wel dat ik niet weer zal afwachten tot dat gebeurd?' Ik keek hem verbaasd aan. Dat was min of meer hetzelfde als een bedreiging uiten. Hij vertelde mij nu min of meer dat het niet lang meer zou duren voor ik dood aan zijn voeten zou liggen. In zijn ogen zou de wereld dan gered zijn. Natuurlijk dacht hij dat hij het juiste deed. Dood er één, red er miljoenen. Een goede deal toch? Hij zou alleen mij even moeten doden.
'Maar ik kan niet meer dezelfde fout maken als in het verleden, noch kan ik jou laten ontsnappen, omdat ze je deze keer niet meer los zullen laten. Ze zullen je niet weer laten ontsnappen. Dus wat moet ik met jou aan?' Hij deed alsof hij nadacht, maar dat was duidelijk niet zo. Voordat hij hier was gekomen, had hij al een plan bedacht.
Hoewel ik ervoor probeerde te zorgen dat mijn benen het weer deden, was het alsof ze aan de grond genageld stonden. 'Geen zorgen hoor, je komt niet meer weg. Dat is ook een van mijn gaven. Ik heb er zoveel dat minstens de helft niet bekend is.' Hij glimlachte en mijn bloed stolde.
'Ik kan je niet doden. Kan je niet laten verdwijnen. Het beste zou zijn als dit alles gewoon niet gebeurd zou zijn, vind je ook niet?' Hij wachtte niet op een antwoord, maar ging meteen door met praten. 'Dus laten we een afspraak maken. Ik zorg ervoor dat alles weer normaal wordt. Dat je weer terug kunt naar je familie. Dat je broer weer mens wordt. Dat je geen last meer hebt van mijn zoons. Het enige wat jij hoeft te doen, is terug gaan in de tijd en ervoor te zorgen dat dit niet gebeurd. Dat je niet in het paleis terechtkomt. Dat mijn zoons je niet opmerken. Mooie afspraak toch?'
Ik moest zeggen dat het aantrekkelijk klonk, maar veel veranderde er niet. Ik kon nu ook gewoon terug naar mijn familie. Afgezien van mijn broer, zou alles zijn zoals hiervoor. 'Blijkbaar haalt dit je nog niet over. Laat ik het dan maar anders zeggen. Je doet dit voor mij, of ik zal er voor zorgen dat er niemand meer is om naar terug te keren. Je vader niet, je stiefmoeder niet, je zogenaamde vriendin niet en die Peter ook niet. Iedereen om wie je geeft zal ik doden, dat moet genoeg zijn om ervoor te zorgen dat je die missie voor mij voltooid.'
Ik dacht na over zijn woorden. Hij zou zijn belofte zeker nakomen als ik die missie niet voor hem vervulde. Zou er zeker voor zorgen dat er niemand meer zou zijn waar ik naar zou kunnen gaan na mijn terugkomst. 'Bovendien kom je ook niet terug zolang je de geschiedenis niet hebt veranderd. Daar zal ik zeker voor zorgen.'
Hij raakte mijn hoofd lichtjes aan en ik wilde achteruitdeinzen, maar dat lukte nog steeds niet. 'Laten we voor jou maar hopen dat dit goed voor je afloopt.' Er scheen een wit licht uit zijn hand en ik kneep mijn ogen automatisch dicht. Zelfs achter mijn oogleden was het licht nog veels te veel. 'Heb een goede reis,' was het laatste wat ik hoorde voordat alles donker werd.
~Dit was eigenlijk het laatste hoofdstuk van dit boek, maar hierna komt nog een epiloog. Daarna zal ik zo snel mogelijk beginnen aan deel twee.
Groetjes Dromendochter.

JE LEEST
Dinner With A Nightmare
VampireVoor de zestienjarige Larissa is het leven niet gemakkelijk. Ze woont bij haar vader en stiefmonster. Haar jongere broertje is sinds kort vermist. En haar droomjongen ziet haar niet staan. Maar dat alles valt in het niet bij wat ze dan meemaakt. Ze...