Vierentwintig

773 54 1
                                    

Het ging al een week zo. Behalve Lilly kwam ik niemand meer tegen in dit vervloekte paleis. Op geen enkele verdieping waren ze te vinden. Degene waaraan ik duizenden vragen wilde stellen en degene die ík op mijn beurt weer probeerde te ontwijken. Wat niet nodig was, omdat hij het zelf al deed.
Florian en Cayden waren gewoon compleet van deze aardbodem verdwenen. Beide voor andere redenen. De eerste, omdat hij degene was die voor mijn eerste dood had gezorgd. Hopelijk laat de tweede nog even op zich wachten.
Ik botste tegen iemand op terwijl ik door de gangen dwaalde, zoals ik de laatste tijd wel vaker deed. Op zoek naar iemand. Op zoek naar iets dat de stilte kon verdringen. Op zoek naar een excuus om niet meer alleen te hoeven zijn. Behalve een enkele keer de Roofdierkoning of Lilly, was er niemand te zien.
'Gaat het?' vroeg de iemand toen ik niet meteen overeind kwam. Sterretjes danste door mijn blikveld heen. De laatste tijd sliep ik weinig en als ik al sliep, dan droomde ik over Elizabeth. Over Cayden. Over Florian. Over Sylvain. Misschien was dat wel de reden dat ik niet sliep. Misschien was ik bang voor deze nachtmerries, of hoe ze te noemen waren.
'Het gaat wel.' zei ik terwijl ik opstond. Cayden stond recht voor me. Met een bezorgde uitdrukking. De uitdrukking die niet bij een roofdier hoorde als hij naar een prooi keek. Het leek me overduidelijk wie de prooi was. Of wie eigenlijk de prooi zou moeten zijn.
'Je ontwijkt me.' zei ik. Het was geen vraag, maar toch bevestigde hij het met een knikje, gevolgd door een aantal simpele woorden. 'Je hebt gelijk.' Hij hield zijn hoofd een beetje schuin en keek me onderzoekend aan. 'Waarom?' vroeg ik, maar zoals verwacht kreeg ik geen woord terug. Geen zinnig woord dat op mijn vraag sloeg in ieder geval. 'Wat herinner jij je?' Ik sloeg mijn armen over elkaar en bleef hem uitdagend aanstaren. 'Mijn vraag eerst.'
Hij zuchtte en zijn ogen werden drie tinten donkerder. 'Weet je wat, als jij mijn vraag beantwoordt, dan beantwoord ik de jouwe.' Ik knikte, bang dat ik er anders helemaal niets uit zou krijgen. 'Ik herinner me...' Ik stopte even en dacht na over mijn dromen. Degene die overdag en 's nachts kwamen. 'Wij in de tuin.' zeg ik dan en slik even. Denkend aan wat er gebeurde nadat ik het hem de vorige keer had verteld.
Aan zijn adamsappel te zien, dacht hij daar ook aan. 'Florian die mij verteld bij zijn broer weg te blijven. Sylvain die me verteld dat ik je moet negeren. Wat je wilt en wat je doet. En jouw vader. Hij bedreigde me. Zei dat hij me aan zijn jongste vampiers zou voeren.' De rillingen liepen over mijn rug. Niet alleen om deze herinneringen, maar ook om degenen die ik achterhield.  Degenen die ik niet aan Cayden vertelde. Degenen waarin Cayden en Sylvain voorkwamen. Florian en hun vader zag ik weinig. Lilly had ik geen één keer gezien.
'Je houdt iets achter.' gromde hij en zijn ogen vernauwden zich. Plotseling werd ik woedend. Alsof ik uit elkaar zou spatten als ik nu niets eruit zou flappen. 'Je wilt het weten. Dan is het je eigen schuld.' Ik haalde diep adem en begon. 'De afgelopen week heb ik dromen. Over vroeger. Over jou en Sylvain vooral.' Hij verstijfde bij het noemen van de naam van zijn broer.
'Ik heb drie dromen gehad waarover ik je niet heb verteld. En de laatste zal ik dan ook moeten verzwijgen.' Niet blozen, niet blozen, alsjeblieft niet. 'In het ene zei Sylvain dat we moesten vertrekken. Omdat ik anders zou sterven. En dat als ik zou sterven, hij ook zou sterven.' De details liet ik achterwegen. Alsof mijn liefdesleven van ruim tweehonderd jaar geleden hem ook maar iets aanging. De puntjes op de i kon hij zelf wel bepalen. 
Ik slikte nog een keer. 'Het andere ging over jou. Je zei dat ik niet naar Sylvain mocht. Ik mocht niet naar hem toe, want het zou jouw hart breken. Het zou Florian en jouw vader woedend maken. Het zou mijn dood worden en jouw einde. J-Je kuste me. Ik ging toch.' Nog minder details. Hij wist net zo goed als ik wat er gebeurde. Aan zijn ogen te zien herinnerde hij het zich als de dag van vandaag.
'Nu krijg ik antwoord op mijn vraag. Waarom ontwijk je me?' Cayden kantelde zijn hoofd nog een klein stukje. Keek me half vragend, half smekend aan en sloot zijn ogen. 'Omdat ik bang ben dat ik anders zou doen wat ik ook met Elizabeth zou hebben gedaan.' 
Zijn gezicht zag er zo gepijnigd uit, dat ik me ook wel af moest wenden. 'En dat is?' Als ik een antwoord kreeg, wilde ik wel een goede. 'Ik denk dat je wel weet wat ik bedoel.' hijgde hij. Ik zei niets terug. 'Omdat ik anders dit zou doen...' zei hij. Ik voelde zijn adem om mijn gezicht. Wist dat hij zijn ogen al had geopend, maar toch deed ik dat niet. Mijn haartjes gingen overeind staan. Toen drukte hij zijn lippen tegen de mijne.

~

Voila! Een extra lang hoofdstuk voor jullie, aangezien het bijna vakantie is en bijna kerst. Enjoy!



Dinner With A NightmareWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu