Ik had Florian's vraag simpel ontweken door te zeggen dat ik er over na zou denken. Hij had beleefd geknikt en was toen met een rood hoofd weggelopen. De Florian hier en de Florian in mijn dromen waren heel anders. Hier was hij klam, vriendelijk, bijna menselijk. Zijn vroegere zelf was koud, gemeens en wilde niets meer dan de liefde van zijn vader. Hij wilde de beste zijn, maar probeerde dat op de verkeerde manieren te bereiken.
Inmiddels lag ik alweer in mijn kamer. Mijn bed had er zo aangenaam uitgezien dat ik er op was gaan liggen, maar ik was niet van plan te gaan slapen. Ik had een voorgevoel dat er niks goeds van zou komen. Ik had sowieso het voorgevoel dat er iets naars ging gebeuren. Misschien niet nu meteen, maar binnenkort wel.
Er werd op de deur geklopt en de knoop in mijn maag draaide zich nog wat strakker aan. Ik twijfelde. Moest ik opendoen of niet? 'Ik weet dat je er bent, Larissa, doe gewoon open.' Het was duidelijk de stem van Cayden. Ik dacht dat ik die tegenwoordig wel overal zou herkennen.
Ik stond tergend langzaam op en ging in hetzelfde tempo naar de deur. Die deed ik op een kiertje en ik gluurde er doorheen. Hij keek mij beledigd aan. 'Denk je dat ik je iets aan zal doen?' vroeg hij verward. Ik zei niets, maar bleef hem gewoon aankijken. Hij keek terug en zei zelf ook niks. Ik zuchtte. 'Wil je binnenkomen?' vroeg ik toen maar. Hij knikte en duwde de deur open.
Als Cayden ergens naar binnenliep, leek het alsof hij de hele kamer eerst in zich opnam. Om te kijken of er gevaar was. Te kijken of er iets verdacht was. Pas daarna leek het alsof zijn persoonlijkheid de hele kamer overnam. Zíjn gemoedssfeer bleef er hangen en vulde jóú ook. Het was zowel irritant als interessant om te zien. 'Ik wil je een vraag stellen.'
Het leek alsof we sinds vandaag niet meer normaal tegen elkaar konden praten. Het voelde ongemakkelijk om met hem in één kamer te zijn. Om met hem te praten. Hem te zien. Misschien omdat ik hem nu zag zoals hij werkelijk was. Hij was niet menselijk en dat moest ik maar eens goed onthouden. Er was geen toekomst tussen hem en mij. Geen vriendschap en al zeker geen liefde. 'Ik weet welke vraag je wilt stellen,' zei ik geheel onverwacht. Ook hij leek verbaasd. 'Je komt vragen of ik jou wil vergezellen naar de tweehonderdste verjaardag van je zusje.'
Hij knikte. Hij zag er niet blij uit. Niet eens alsof hij veel macht had. Niet zoals hij er normaal uitzag. Hij zag eruit alsof hij iets had gedaan waar hij spijt van had gekregen. 'Hoor eens,' begon hij ongemakkelijk, maar ik onderbrak hem. 'Ik hoef je excuses niet. Het heeft er alleen maar voor gezorgd dat ik jou zie zoals je eigenlijk bent. Je bent niet menselijk en duwt andere mensen naar beneden om jouw eigen geluk te kunnen vinden.' Zowel hij als ik waren verbaasd dankzij de woorden die uit mijn mond waren gekomen. Woorden leken vandaag zelf uit mijn mond te komen, zonder dat ik er bij na hoefde te denken.
'Larissa...' De rollen waren vandaag omgedraaid. Hij kon geen woorden vinden en ik had er meer dan voldoende. Net zoals ik meer dan voldoende bewegingen had. Ik liep naar de deur en hield hem open. 'Als ik zeg dat ik er over na zal denken, zul je dan nu weggaan?' Hij liep op mij af. Groot en dreigend zoals altijd, maar deze keer had het minder effect op mij. Hij boog zich voorover tot op ooghoogte. Hij was veel te dichtbij. Zo dichtbij dat als ik één kleine stap naar voren zou doen, ik al tegen hem aangedrukt zou staan. 'Overweeg het gewoon, dat zal voorlopig voldoende zijn.' Hij hief zich weer op in zijn volle lengte en liep toen de deur uit.
Het woord voorlopig bleef in mijn hoofd rondspoken. Ik deed de deur achter hem dicht en liet mij weer vallen op het bed. Net toen ik wilde proberen om toch te gaan slapen, werd er op het raam getikt. Het was Sylvain.
JE LEEST
Dinner With A Nightmare
VampirVoor de zestienjarige Larissa is het leven niet gemakkelijk. Ze woont bij haar vader en stiefmonster. Haar jongere broertje is sinds kort vermist. En haar droomjongen ziet haar niet staan. Maar dat alles valt in het niet bij wat ze dan meemaakt. Ze...