26

663 46 0
                                    

Gelukkig gaf Lilly me nog twee minuten voordat ze me dwong haar een antwoord te geven. Ik knikte, maar zei verder niets. Eerst gromde ze nog een paar dreigementen, maar toen ik zo wit als een spook voor me uitstaarde, kreeg ik nog een paar seconden extra.
'Je gaat me nu vertellen wat er aan de hand is, of ik haal een van mijn broers er bij.' In plaats van mijn lijkbleke kleur had ik nu de kleur van een tomaat. Lilly begon keihard te lachen. Zo hard dat het galmde door de grote kamer en weer terug kwam bij mijn oren.
Ze deed een paar stappen naar de deur, waarschijnlijk om me angst aan te jagen. Helaas werkte het ook nog eens geweldig. 'Dus ik mag niet weg?' vroeg ze, nog steeds lachend, toen ik heftig mijn hoofd schudde. 'Ik mag niet weg of ik mag niet naar mijn broers?' Ik werd waarschijnlijk nog roder dan ik al was, maar kreeg toch een antwoord over mijn lippen. 'Dat tweede.' fluisterde ik. Ze glimlachte, voordat ze zich ook liet vallen op het bed.
'Dus... wat heeft mijn broer nu weer gedaan?' Ik keek haar verschrikt aan terwijl zij juist geamuseerd leek. 'Welke?' vroeg ik toen maar, in verwarring gebracht. Ze lachte weer. 'Begin maar met degene die het minst heeft gedaan. Dan kan je de spanning nog wat opbouwen.'
Ik knikte, langzaam, maar zeker, en besloot toen dat ik niet wist wie van de twee zich het ergst had misdragen. Of eigenlijk wist ik het wel, maar in welk leven? Dus stotterde ik maar zonder een echt antwoord. 'Je begint nu, of ik ga echt naar mijn broers toe, maakt mij niet uit welke.'
Er werd op de deur geklopt. 'Lilly, je gaat nu opendoen, of ik trap die deur in.' Cayden. Hij was hier. En ik was ook hier. Groot probleem. Heel groot probleem. Ik keek Lilly smekend aan. Ze knikte en glimlachte even. Nu als geruststelling in plaats van om mij uit te lachen. 'Hoezo broertje, wat is er gebeurd dan?' Ik hoorde haar stem trillen. Kon me voorstellen dat het lastig voor haar was. Om tegen een oudere broer en prins te liegen. Maar ik kon momenteel aan niets anders denken dan aan ontsnappen. Ontsnappen en wegkomen en verdwijnen en nooit meer terugkomen.
'Je weet heel goed wat ik bedoel, lief zusje. Ik weet ook dat het meisje hier is. Haar geur hangt om jouw kamer heen. Of was je soms vergeten dat ik ook een vampier ben?' gromde hij. Zijn stem klonk spottend. Woedend. Gevaarlijk. Zorgelijk. Ik wilde niet dat hij zich zorgen maakte. Niet over mij. Ik zou hier toch weer weg gaan. Ik zou hem achter me laten. Dat was wat ik wilde. Dat was wat ik ging doen.
Mijn oog viel op het raam. De rode gordijnen wapperden naar binnen met de weinige wind die er stond. Ik liep er naar toe. Keek naar beneden en toen naar boven. Boven was dichterbij. Alsof ik werkelijk een keuze had. Ik knikte naar Lilly als bedankje en ging in de vensterbank staan. Ze keek me met verschrikte ogen aan. Waarschijnlijk bang dat ik naar beneden zou springen om te pletter te vallen. Ik glimlachte en trok mezelf omhoog aan de dakrand.
Een kort moment later klonk Cayden's stem weer, maar deze keer kon ik niet verstaan wat hij zei. Een paar seconden daarna werd iets uit zijn schroeven gescheurd en weggesmeten. Waarschijnlijk de deur.
Ik trok mezelf over de dakrand heen en keek toen recht naar iemands zwarte gympen. Ik hoefde niet omhoog te kijken om te weten wie het was. Ik werd zelf al opgetild. Door de persoon die nu eindelijk een naam had. 'Sylvain.' De naam rolde moeiteloos over mijn lippen en vormde een glimlach op de zijne. 'Heb je me gemist?'
Achter me klonk gegromd, dus draaide ik me verschrikt om. Alweer gevangen tussen de ogen van twee broers. 'Cayden, het verbaast me dat je de moeite neemt om hierheen te komen. Normaal interesseer je je niet zo voor menselijke meisjes, toch?'
Zonder me om te draaien wist ik dat hij grijnsde. 'Niet weer.' kreunde Cayden terwijl hij zichzelf overeind trok. 'Je gaat haar niet weer van me stelen. Je komt hier niet mee weg.' Weer?  'O, ik steel haar niet hoor. Ik kom haar alleen even lenen. Daar heb je toch geen problemen mee?'
Het antwoord of gegrom van Cayden hoorde ik niet meer, want ik bevond me niet meer op het dak. Ik bevond me in een kamer met donkere gordijnen en donker behang. Het raam zat potdicht. De deur zat op slot. En ik zat hier vast met een vampier. Regelrecht in de val gelopen.

~

Sorry dat ik al zolang niet meer heb geschreven. Ik had het gewoon heel erg druk in de vakantie en de dagen daarna. Dus speciaal voor jullie een wat langer hoofdstuk. Hope you'll enjoy it.

Groetjes Dromendochter.



Dinner With A NightmareWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu