39

447 37 0
                                    

Hoewel vampiers een stuk sneller waren dan mij, werd ik niet ingehaald. Niet door Florian. Die bleef daar waarschijnlijk geschokt achter met Cayden. Die laatste zou waarschijnlijk grijnzen. Hij was niets veranderd sinds die eerste keer dat ik hem ontmoette. Die keer dat hij zijn tanden in mijn nek had gezet. Hij was niks veranderd, ik was juist verandert. Ik had gedacht dat ik om hem gaf. Dat ik gaf om iemand die ook het juiste kon doen.
Maar die blik die hij net in zijn ogen had gehad. Ijskoud. Het had mij voor een kleine seconde bevroren tot op het bot. Zijn onmenselijk gekleurde ogen hadden er uitgezien alsof hij verschrikkelijk trots op zijn presentatie was geweest. Alsof hij blij was dat de gevoelens van de laatste broer ook onthuld waren.
Lilly dook voor mijn neus op. 'Ik vrees dat je een schuilplaats nodig hebt.' Ze keek mij medelevend aan en ik liet mij door haar meeslepen naar haar kamer. Ze zette mij neer op het bed, maar bleef zelf staan. 'Eigenlijk wist ik het al. Het spijt me.' Ik keek op, waarschijnlijk met lege ogen, en vertelde haar dat ze niets had om zich voor te verontschuldigen. 'Weet je, ik denk dat ik het eigenlijk al wist. Of hoorde te weten.'
Ik keek weer naar beneden. Naar mijn vertrapte schoenen. Ik had nieuwe willen halen, maar echt bepaald veel tijd had ik daar niet voor gekregen. Mijn broer verdween en daarna werd ik door hem ontvoerd. Over hem gesproken, waar was hij eigenlijk? De laatste keer dat ik hem zag, had hij volgens mij iets gezegd over dat het hem niet uitmaakte wat er met mij zou gebeuren.
'Ik had het aan moeten zien komen.' Ik glimlachte ongemakkelijk. 'Dat is gewoon mijn geluk, denk ik.' Lilly zag eruit alsof ze zo gaat huilen. 'Ik zou je zo graag willen laten gaan, maar ik denk dat mijn broers mij dan echt iets aan zullen doen. Bovendien denk ik dat je binnen een week weer achter deze glazen zal zitten. In deze gevangenis.' Ik glimlachte naar haar. 'Dat je dat zou willen doen, betekent al heel veel voor mij. Maar er is wel iets wat je voor mij zou kunnen doen. Of in ieder geval een vraag die je zou kunnen beantwoorden. Weet jij waar mijn broer is?'
Ze grimaste. 'Ik denk dat hij ervandoor is gegaan zodra je hier binnenkwam. Nou ja, de laatste keer dat jij hem zag dan. Misschien schaamt hij zich gewoon. Hij heeft je immers gewoon afgeleverd aan dit zooitje hier.' Ze glimlachte even bij die laatste woorden. 'Want geef toe; het is zeker een zooitje. Vooral sinds jij gekomen bent.'
Ik knikte en zuchtte vermoeid. 'Ik ben hier zo klaar mee. Ik wil dit niet meer meemaken. De ene broer wil de ander iets aandoen en vind het dan ook nog eens geweldig als die pijn leidt. Ik denk dat jij de enige bent in het gezin dat nog normaal is.' Ze grinnikte. 'Afgezien van de hoektanden dan,' voegde zij er nog aan toe. Ik knikte. 'Inderdaad, afgezien van dat. En misschien ook afgezien van je onsterfelijkheid.'
Ze keek weer treurig. 'Ik zou je zo mijn onsterfelijk geven, als dat was wat je zou willen tenminste.' Ik keek haar verbaasd aan. 'Ik leef al een tijdje. Mijn tweehonderdste verjaardag komt er bijna aan. Het duurt lang, weet je. De eeuwigheid bedoel ik. Ik zou veel liever menselijk zijn. Elk moment telt dan. Alles is belangrijk. Want jullie hebben zo weinig tijd. In vergelijking bedoel ik.'
Ik grinnikte. 'Ik begrijp je hoor. Alleen ik hoef je onsterfelijkheid niet. Stel je voor dat ik voor eeuwig met jouw broers en zonder jou opgescheept zit,' grapte ik. Ze lachte. 'Maar Lilly, wanneer ben jij eigenlijk jarig. Ik denk dat een tweehonderd jubileum namelijk heel wat is. Vieren jullie dan geen feest?' Glimlachend om mijn nieuwsgierigheid keek ze mij aan.
'Natuurlijk komt er een feest. En er komen heel veel mensen. Nou ja, mensen, misschien komt er daar maar één van.' Ze keek mij vanuit haar ooghoeken ondeugend aan. 'Het ligt eraan of een van mijn broers je meevraagt natuurlijk. Maar dat valt wel te verwachten.' Ik keek zuur voor mij uit, maar stelde toen de vraag waarop ik een schokkend antwoord zou krijgen. 'En je verjaardag?' Ze zag er gelukkig uit toen ze de datum zei. 'Zes maart.' Ik bevroor. Dat was de dag waarop ik zeventien zou worden.



Dinner With A NightmareWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu