29

575 44 0
                                    

'Waarom ben je weggelopen?' vroeg Florian. Ik keek naar de rozen in de tuin. Het werd bijna een dagelijkse bezigheid. 'Ik vond het niet leuk meer. Die drukte was niets voor mij.' Een baljurk was eigenlijk te koud voor een septemberavond zoals deze, maar echt veel zin en tijd om mijn kleding te veranderen was er nou niet. Als de ene broer me niet lastigviel, dan was het de ander wel.
'Je weet best dat ik dat niet bedoelde. Waarom ben je weggelopen?' Zijn stem ging al een stapje verder. Een behoorlijke stap eigenlijk. Van de drie broers was Florian degene met de meest veranderde persoonlijkheid. Cayden had twee standen. Nors of Cayden-achtig, oftewel vrolijk en plagerig. De andere broer had ik nog  niet veel gezien in de twee maanden die ik hier had doorgebracht.
'Ik snap je niet.' zei ik, nog steeds starend naar de rozen en hopend dat hij gewoon weg zou gaan. 'Natuurlijk snap je me wel, je bent geen dom wicht.' snauwde hij. Ik kromp ineen bij het horen van zijn stem. Die toon betekende meestal niet veel goeds. 'Geef antwoord op mijn vraag, uilskuiken.' En een moment geleden zei hij nog dat ik niet dom was, wat is er met hem aan de hand?
'Het was er druk.'  herhaal ik nog een keer, terwijl ik mijn schouders ophaal. Hij stond achter me en zijn ogen prikten in mijn rug. Het volgende moment stond hij niet meer achter me, maar stond hij recht voor me. Met een simpele ruk aan mijn pols spinde ik draaiend als een tol zijn kant op. 'De laatste keer dat ik het vraag.' Ik keek hem aan, probeerde zoveel mogelijk gif in mijn ogen te stoppen. Meer groen. Meer woede. Zoveel dat ik hoopte dat hij zou sterven.
Hij duwde me op de grond toen ik geen antwoord gaf. Ik wist waar hij het over had. Waar hij op wees, maar een antwoord, dat zou ik hem nooit geven. Zelfs niet als hij het uit me zou slaan. 'Je vroeg er zelfs om.' zei hij en drukte zijn neus in mijn nek. Snoof mijn geur op alsof het rook naar het beste luchtje dat ooit was gemaakt. Alleen in dit geval vreesde ik dat het luchtje mijn bloed was.
Ik voelde zijn tanden tegen mijn huis krassen op de plaats waar hij me vaker gebeten had. Ik stootte een piepend geluidje uit. Deels door de angst, deels doordat ik wist wat er aan zat te komen. 'Nee.' fluisterde ik nog, maar zijn tanden vonden zich al een weg naar mijn bloed. Hij grijnsde tegen mijn hals, zelfvoldaan omdat hij zijn prooi te pakken had gekregen.
Het volgende moment werd hij van me af geduwd. Lag hij een paar meter verder op in het rozenperk waar ik net nog naar had staan kijken. Ik draaide mijn hoofd de andere kant op met een protesterende nek. Het was niet Cayden die er stond. Het was ook niet hun vader. Dit was de andere broer, degene die ik nog maar twee keer had gezien. Bij mijn aankomst en deze keer bij het bal. Hij grijnsde naar me en zijn vampierogen grijnsden mee. 'Zin om hier weg te gaan.' vroeg hij, terwijl hij me overeind trok.

Dinner With A NightmareWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu