Vuur

437 36 1
                                    

Gauw verschuil ik me in de schaduw van een paar bomen. Net optijd. Nog geen seconde later komt Hij tevoorschijn. Gauw loopt hij naar het bewegingloze lichaam van Jordan toe. Zijn ogen worden groot als hij ziet dat het Jordan is, inplaats van mij. Ik zie hem zijn hoofdschudden. 'Onmogelijk.' Fluistert hij. Zijn groene ogen flitsen over de open plek. Ik doe nog een paar stappen achteruit, hopend dat hij me niet ziet. Dan draait hij zich weer om naar Jordan, met zijn rug naar mij toegedraaid. Dit is mijn kans om hem te overmeesteren. Maar hoe? Ik kan het niet maken om mijn krachten alweer te gebruiken terwijl de tattoo nogsteeds geactiveerd is. Dan heeft Jordan voor niks haar leven aan mij gegeven. Ik kijk om me heen, zoekend naar een handig wapen. Een paar meter verderop ligt een dikke tak. Ik raak hem op en laat een paar stenen in mijn broekzak glijden. Dit moet genoeg zijn. Ik haal diep adem en sluip op de jongen af. Niet in zijn ogen kijken, niet in zijn ogen kijken, niet in zijn ogen kijken. Dit dreunt de hele tijd door in mijn hoofd terwijl ik langzaam dichterbij kom. De laatste paar meters begin ik te rennen en voordat de jongen zich heeft kunnen omdraaien heb ik de tak met al mijn kracht tegen zijn rug geramd. Met een schreeuw valt hij voorover. Ik spring gauw op zijn rug en houd zijn armen tussen mijn knieholtes geklemd. Hebben die drie maanden karate van vier jaar geleden toch nut gehad. Ik duw met een hand zijn gezicht in het gras terwijl ik met mijn andere hand de tak in zijn nek duw. 'Een geluid en je bent er geweest.' Sis ik in zijn oor. Ik sta op en trek hem aan zijn kraag overeind. Hij probeert zijn hoofd om te draaien om te zien wie hem ineens overvalt, maar de tak in zijn nek is zo dik dat het hem met geen mogelijkheid lukt. 'Wat wil je?' Zegt de jongen tandknarsend. 'Wat ik wil? Ik wil dat hij mij en mijn vrienden met rust laat.' Zeg ik. 'Hoe zou ik dat kunnen doen als ik niet eens weet wie....' Begint de jongen maar snakt dan naar adem. 'Laura?' Vraagt hij. 'Goed geraden.' Zeg ik stijfjes. Hoe weet hij mijn naam? Dan hoor ik hem grinniken. Net als ik wil vragen wat er is zie ik dat er rook van de tak af komt. Ik werp een blik op zijn handen en dan is het mijn beurt om naar adem te snakken. Op zijn rechterhand balanceert een klein vlammetje. De laatste vuurstuurder! Deze paar seconden dat ik afgeleid ben zijn genoeg voor de jongen om zich los te rukken. Hij draait zich om en laat het vlammetje van de ene op de andere hand springen. 'Waarom ben jij de laatste vuurstuurder?' Vraag ik kil. Dit is vreselijk. Zo kunnen Marc en ik nooit vuur leren sturen. 'Laten we zeggen dat dat door het lot komt..... En een paar dozijn vergif.' Voegt de jongen eraan toe. Ik kijk hem verafschuwend aan. 'Heb jij al die onschuldige mensen vermoord om als laatste vuurstuurder over te blijven zodat de uitverkorene nooit vuur kan leren sturen?' Roep ik uit. 'Je bent slimmer dan je lijkt.' Merkt de jongen vals op. Ik kijk hem vernietigend aan. Dit is vreselijk. 'Waarom juist vuur?' Vraag ik dan. 'Nou, weet je. Vuur kan hele lelijke wonden maken.' Om zijn woorden kracht bij te zetten maakt hij een vuurzweep en haalt naar me uit. Ik kan net aan de kant springen maar kom lelijk op mijn linkervoet terecht. Ik zak bijna door mijn enkel heen als ik een stap zet. Man, dat doet pijn! De volgende aanval van de jongen raakt de boom waar ik naast sta, waardoor die meteen in brand vliegt. Hoe raar het ook klinkt, doordat ik over het element aarde beschik voel ik bijna de pijn van de boom. 'Oeps.' Grijnst de jongen. Zonder er bij na te denken grijp ik een van de stenen uit mijn zak en smijt die op goed geluk naar de jongen. De steen raakt vol zijn luchtpijp waardoor de jongen happend naar adem op de grond zakt. 'Oeps' grijns ik nu ook. Maar de jongen springt weer meteen overeind. Plotseling hoor ik iemand schreeuwen.

Het Leven Van Een Fee 2: Vluchten (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu