Marc

422 35 0
                                    

Na wat voelt als uren ben ik eindelijk bij de bosrand aangekomen. Ik haal het water uit mijn fles en laat het tussen mijn handen zweven. Hoe kan ik dit het beste gebruiken om thuis te komen? Ik zou er een golf van kunnen maken en er zelf op springen. Ik zou er ook een ijsbaan van maken die zich voortbeweegt. Maar met deze hitte zal dat gelijk weer smelten, gezien de zon op zijn hoogst staat. Ik veeg puffend het zweet van mijn voorhoofd. Dat wordt dus een golf. Ik begin het water tussen mijn handen te vermenigvuldigen totdat het uiteindelijk groot genoeg is om een golf van te maken. Ik laat het water opbollen en maak mezelf klein. Dan laat ik een straal water onder mijn voeten doorlopen en duw het omhoog zodat ik zelf ook omhoog wordt getild. Ik laat het water weer in de bol zakken en sta er nu zelf bovenop. Dit gebeurt allemaal in een paar seconden. Een beetje onwennig sta ik bovenop. Melissa heeft het me minimaal honderd keer uitgelegd en minstens zovaak laten zien, maar dit is de eerste keer dat ik het zelf doe. Het voelt alsof ik elk moment door het water heen zal zakken. Ik zet een voet voorruit en merk tot mijn vreugde dat het water gewoon volgt. Ik begin sneller te lopen en uiteindelijk te rennen. Nu begint het echt een golf te worden. Ik passeer na een tijdje weer het meertje waarin ik gister was gevallen. Ik haal er wat water uit en stop dat weer in mijn fles. Aan het einde van deze rit zit het water vol zand en is het dus onbruikbaar. Sneller dan verwacht klinken er in de verte autogeluiden. Opgelucht begin ik sneller te rennen. Na ongeveer nog een kilometer laat ik de golf zakken. Ik stap er van af en laat de golf en kleine nevelwolkjes veranderen, die ik de woestijn in stuur. De laatste paar Kilometer begin ik te lopen. Na een paar minuutjes kom ik inderdaad bij een stad uit. Reikhalzend begin ik verder te lopen, zoekend naar mijn vrienden.

Als het donker begint te worden heb ik ze nogsteeds niet gevonden. Mijn waterfles is al leeg en ik begin razende dorst te krijgen. Terwijl het nachtleven nu op gang begint te komen zoek ik naar een plek om te kunnen overnachten. Plotseling hoor ik de stem weer. 'Links.' Ik kijk naar links. Daar staat een gigantisch hek. 'Links.' Zegt de stem nog een keer, nu dwingender. Ik schud mijn hoofd. Ik hoor iemand zuchten en dan beginnen mijn benen te bewegen. Uit alle macht probeer ik ze te stoppen maar daardoor begin ik juist te rennen. Het hek komt dichterbij en ik knijp mijn ogen dicht voor de klap. Ik voel een windvlaag en ineens heb ik weer zelf controle over mijn benen. Ik sta met een ruk stil. Als ik mijn ogen open merk ik dat ik aan de andere kant van het hek sta. Ik loop naar het hek en steek mijn hand uit. Misschien is het gewoon een grap van iemand. Maar mijn vingers raken echt metaal aan. Ik zucht en schud mijn hoofd. Dit wordt vreemder en vreemder. Dan hoor ik iemand mijn naam fluisteren. 'Laura?' Ik knijp mijn ogen dicht. 'Ga weg.' Schreeuw ik en sla mijn handen voor mijn oren. Die stem begint me echt op mijn zenuwen te werken. Ik voel hoe twee handen zich om mijn handen sluiten en ze zachtjes wegtrekken. 'Laura, ik ben het. Marc.' Ik open mijn ogen en kijk recht in het gezicht van Marc. Hij kijkt me bezorgd aan. 'Waar was je al die tijd? Wat is er gebeurd? Waarom zie je er zo gehavend uit?' 'Ho eens even, meneer. Hoe weet ik zeker dat jij wel echt Marc bent?' Vraag ik en doe een stap achteruit. Hij steekt zijn hand uit. Ik kijk hem wantrouwend aan en steek ook mijn hand uit. Marc begint onze geheime handshake die we hebben bedacht toen we nog klein waren. Als we klaar zijn kijk ik hem glunderend aan. Het is hem echt! 'Echt waar, wat is er met je gebeurd?' Maar inplaats van antwoord te geven vlieg ik hem om de hals.

Het Leven Van Een Fee 2: Vluchten (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu