Hoofdstuk 4.

3.8K 125 8
                                    

- Sanne

Ik hang mijn schort op de haak en zucht. Waarom is het op vrijdagmiddag altijd zó verschrikkelijk druk?

Ik werp een snelle blik op de personeelskantine: de chagrijnige vrouwen van de Bakker Bart zijn weer eens aanwezig, en hoe. De grappen die ze vertellen zijn niet alleen onder niveau, maar ook nog eens hartstikke hard en discriminerend. Niet mijn type mensen.

Ik kijk naar de klok die boven het koffiezetapparaat hangt, half drie. Nog drie en een half uur te gaan. Ik zucht weer en blijf even in het gangetje tussen de keuken en de personeelsruimte staan. Ik zet mijn handen in mijn zij en kijk naar de lange rij die voor de toonbank staat.

Ik voel iemand die op mijn schouder tikt. Dit wordt leuk, reken er maar op dat mijn pauze voorbij is, vanwege de drukte. Ik draai me om en zie Hans staan.

‘Wil jij Linda, Betsy en Anja even zeggen dat ze van mij moeten werken? Ik moet even naar het filiaal hier aan de andere kant van de stad, ik ben zo terug’

Voor ik ook nog maar kan reageren is Hans al weer verdwenen. Vermoeid kijk ik naar de vrouwen, die totaal geen aandacht voor mij hebben. Het enige waar ze aandacht voor hebben is de leuke grap van Anja.

‘Dus dat kind belt aan, en vraagt of ik wil doneren voor de kankerbestrijding. Ik heb nog nooit zó hard gelachen!’ Ze buldert het uit. ‘Dus ik zei, wat denk je zelf? En ik sloeg de deur in zijn gezicht dicht. In zijn gezicht!’

Dit keer is het niet alleen schelle lach van Anja, maar ook die van Linda en Betsy door de hele ruimte galmen. Ik zucht en loop er op af.

‘Jullie moeten aan de slag, van Hans’

Ze kijken me verstoord aan. Mijn blik valt op Linda. De woede in mijn ogen bevalt me niet echt. Als blikken konden doden..

‘En waarom stuurt hij dan zo’n kleintje op ons af, en komt hij niet zelf?’

Ik knijp mijn ogen een beetje samen en kijk woest naar Betsy. Kleintje? Waar slaat deze opmerking op. Ik tel in mijn hoofd tot tien en houd me in. Als ik nu boos ga worden veroorzaakt dat alleen maar gedoe.

‘Hij moest weg, ik moest het vragen’ zeg ik dan zelfverzekerd. Ik draai me om en loop weer weg. Onderweg bots ik op tegen Timo, die nu ook pauze heeft.

‘Sanne! Ik móét je wat vertellen’ zegt hij. Ik moet lachen om zijn homo accent en knik dan. We lopen door het kleine poortje, van achteren naar de winkel. Timo pakt twee croissantjes en we gaan aan een tafel zitten.

‘Lekker, thanks’

Ik neem een hap van mijn croissantje, en merk nu pas wat een honger ik eigenlijk heb. Ik negeer de hard lachende Timo even. Als ik mijn croissantje op heb pak ik het servetje van het dienblad, en veeg mijn mondhoeken schoon.

‘Vertel’

Timo haalt zijn handen door zijn haar. Ik bestudeer hem even. Het is een hele knappe jongen. Als hij geen homo was wist ik het wel.

Bruin krullend haar. Normaal heeft hij lenzen in, maar nu heeft hij zijn bril op, want hij is zijn ene lens weer eens kwijt geraakt. Zijn gevoel voor mode is beter dan die van half Nederland, waar ik best vaak jaloers op ben.

Hij zet zijn ellebogen op de tafel en legt zijn hoofd in zijn handpalmen. Hij buigt voorover en glimlacht naar me. Ik kijk geboeid naar hem, wachtende op het verhaal dat hij gaat vertellen.’

‘Ik heb de liefde van mijn leven ontmoet’ zegt hij.

Ik kijk hem vol ongeloof aan, en lach breed. ‘Waar? Wie? Hoe ziet hij er uit? Hoe oud is hij?’ alle vragen komen in één keer.

Trust (B-Brave Fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu