Hoofdstuk 21.

2.8K 91 0
                                    

- Samuel

Ik rek me uit en kijk op mijn telefoon.

Record uitslapen ook weer gehaald.

Ik schrik als ik zie dat ik zeven gemiste oproepen van Ruby heb. Zeven? Dan is er vast iets aan de hand. Net als ik op het WhatsApp icoontje wil drukken om te vragen wat er aan de hand is, gaat mijn telefoon weer over. Gelijk neem ik op.

'Hee, wat is er?'

'S-Samuel er i-is iets vre-eselij-ijks gebeurd'

Ik laat mezelf weer achterover vallen in bed. 'Wat is er aan de hand?'

Het enige wat ik hoor is een huilende Ruby aan de andere kant van de lijn. 'Ik kom eraan' zeg ik, en ik hang op.

Ik stap uit bed en loop in één keer naar mijn kledingkast: dan maar niet douchen. Het gaat nu om Ruby.

Vandaag ga ik voor een spijkerbroek met mijn zwarte trui. Ik pak mijn telefoon van het nachtkastje en werp een snelle blik in de spiegel: Ruby moet maar even door mijn verschrikkelijke haar heen kijken.

Ik loop mijn kamer uit, doe de deur achter me dicht en loop de trap af. Zachtjes hoef ik niet te doen, want het is twaalf uur. Iedereen is waarschijnlijk al lang en breed in de kleren.

Ik doe mijn balenciaga's aan en loop snel de woonkamer in. Ik negeer de 'goedemorgen' van Dioni en loop in één rechte streep richting de keuken, waar Kaj en Jai zich bevinden.

Ik pak een appel van de fruitschaal. 'Ben bij Ruub, er is iets aan de hand' zeg ik dan, gebaseerd op de verbaasde blikken op hun gezicht. Normaal ontbijt ik als een malloot.

Ik storm de keuken uit, de woonkamer door, naar de gang. Ik gris mijn sleutels van het rekje, pak mijn jas en ren de deur uit. Misschien kan ik nu even beter met mijn auto gaan, dan ben ik er iets eerder.

Ik doe de deur van mijn auto open en stap in. Ik voel de kou die zich in de ruimte bevindt, maar negeer hem. Ik steek mijn sleutels in en start de auto op. Na een paar minuutjes rijden ben ik bij het appartementencomplex van Ruby.

Ik zoek een parkeerplaats, wat nog best wel een opgave is. Als ik uiteindelijk mijn auto op een fatsoenlijke plek heb kunnen zetten, stap ik uit. Met een snelle pas loop ik richting de ingang van het appartementencomplex.

Ik loop de trappen op en bel aan bij de goede deur. Het duurt in feite niet heel lang, maar het voelt als een eeuwigheid voordat er open wordt gedaan.

Na een tijdje gaat de deur open en Roos verschijnt in de deuropening. 'Goed dat je er bent' zegt ze. Ik knik naar haar, gooi mijn jas uit en loop richting de woonkamer, waar ik iets aantref wat mijn hart breekt.

Ruby zit op de bank. Ze kijkt me angstig aan, en haar ogen zijn gevuld met tranen. Ze heeft een dekentje om zich heen gewikkeld en voor haar op de tafel staat een kop thee. Haar haren zitten in een slordige knot, haar pyjama heeft ze nog aan en er is geen spatje make-up te vinden op haar gezicht.

Niet dat dat een probleem is, ik vind haar nog steeds mooi.

Ik loop naar haar toe en gelijk staat ze op en valt ze huilend in mijn armen. Ik sla ze zo strak mogelijk om haar heen en trek haar zo dicht mogelijk tegen me aan.

Vragen wat er aan de hand is komt later wel, ik wil nu eerst dat ze rustiger wordt.

Over de schouder van Ruby heen vang ik de blik van Roos. Haar gezicht staat ernstig. 'Thee?' vraagt ze geluidloos. Ik steek mijn duim op, en ze verdwijnt de keuken in. Ruby laat me los en veegt de tranen weg.

'Sorry'

'Sorry? Waarvoor. Je hoeft je niet te verontschuldigen voor het feit dat je verdrietig bent, al wil ik nu wel graag weten wie of wat je zo verdrietig heeft gemaakt'

Trust (B-Brave Fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu