2

893 43 2
                                        

De volgende dagen verlopen vrij normaal. Luke is weliswaar nog steeds het hoofdbestanddeel van het mengsel van dingen in m'n hoofd. Connor lijkt zich over de afwijzing heen gezet te hebben. Tenzij dat natuurlijk een rol is die hij enkel speelt wanneer hij bij mij is. Op vrijdagavond gaan we frieten halen. M'n vader werkt vaak laat door, vandaar. Misschien is het ergste wel dat hij het plant: 'Ik ga morgen lang bezig zijn op kantoor. Tot tien uur. Dan ben ik om elf uur terug.' Het vreemde is dat hij dit pas is beginnen doen een halfjaar na mama's dood. Ik had gedacht dat, als hij het ging doen, het eerder zou zijn. Dat is het proces van het rouwen, zeg maar. En sommige mensen passen de vermijd-strategie toe. Ze vermijden gesprekken en herinneringen aan die persoon. En laat ons huis en mij nu net een herinnering zijn aan mama. Maar goed, Misschien zit hij in een soort verlengd rouwproces? Ik weet het niet. 'Een kleintje met mayonaise', zeg ik wanneer ik merk dat het aan mij is om te bestellen. Terwijl we de frieten aan het opeten zijn, zie ik ineens een jongen binnenkomen. Hij heeft bruin haar. Je dacht vast dat Luke zou binnenkomen, hé? Haha, nee, niemand kent onze vaste frituur. Verscholen tussen de huizen, merken mensen vaak niet eens dat er een frituur zit. En dat is net wat we er zo gezellig aan vinden. Geen drukte om een of andere overhypte tent die uiteindelijk niet meer is dan een andere, maar waar de prijzen wel dubbel zo hoog liggen. Hier is het goedkoop en rustig, meer hebben we niet nodig.

'We moeten maar eens gaan', zeg ik. We zeggen gedag tegen de eigenaar, die ons ondertussen al kent en lopen de tent uit. 'Waarheen?' vraagt Connor. 'Moet jij niet naar huis?' vraag ik. Bij Connor thuis zijn ze vrij strikt in wanneer de 'kinderen' thuis moeten zijn: zes uur, geen minuut later. Hij haalt z'n schouders op. 'Ik wil niet naar huis.' Connor is niet echt het type dat in opstand komt tegen de regels. Of dat was hij toch niet. 'Maar je moet om zes uur thuis zijn', breng ik aan. Hij lacht op een manier waardoor hij krankzinnig lijkt. 'Con?' Ik kijk hem vragend aan. Zo ken ik hem niet. 'Weet je wat het is, Ella. Iedereen zit altijd maar te vragen of ik nog niemand heb. M'n zus gaat trouwen en nu doet iedereen alsof het zo normaal is om een lief te hebben. Het huis is gevuld met fucking witte hartjes en rode rozen en liefde.' Als dit in een andere context gezegd zou worden, zou de blik van afschuw in zijn ogen vrij lachwekkend geweest zijn. 'En daarom wil je thuis wegblijven?' vraag ik. Hij knikt. 'Ik wil je, godverdomme, Ella. Snap je dat dan niet?' Zijn directe boodschap zorgt ervoor dat de ontspannen sfeer in één keer verdwenen is. 'Connor, we hebben het hier over gehad.' Hij kijkt me aan met een blik die zowel teleurstelling als hoop inhoudt. 'Ik had gewoon niet verwacht dat we op dit punt nog steeds gewoon vrienden waren.' Hij kijkt naar beneden. Ik kijk even om me heen. 'Connor, ik kan niet doen alsof. Ik weet dat het moeilijk is voor je, maar we zijn vrienden en dat wil ik graag blijven.' Hij zucht diep. 'Ik moet maar eens gaan.' Ik knik goedkeurend. 'Ga naar huis, Connor.' Ik zie hoe hij langzaamaan kleiner en kleiner wordt tot ik hem niet meer kan waarnemen. Ik besluit ook naar huis te gaan. Ik ben wel geraakt door het hele ding met Connor, maar tegelijkertijd voelt het niet aan als een ware last. Het is, om eerlijk te zijn, best charmerend. Het idee dat iemand uberhaüpt verliefd op mij kan zijn.

'Goeiemorgen, meneer', zeg ik wanneer ik de T-shirts sta op te vouwen. Vraag me niet hoe ik in deze kledingwinkel terecht ben gekomen. Ze verkopen kledingstukken die ik niet eens kan betalen, maar goed, het levert wel een mooi loon op. 'Ella?' Ik hoor mijn naam en kijk om. 'Het is meneer Luke', lacht hij. Ik ga rechtop staan (ik stond te vouwen aan zo'n typisch laag rek dat je in winkels vindt). 'Hey, Luke', zeg ik, niet meteen wetend wat ik tegen hem moet zeggen. 'Ik had niet verwacht je hier tegen te komen', zegt hij, 'maar het is altijd leuk om je te zien.' Ik glimlach verlegen. Smooth as fuck, die gast. 'Ik wil je niet van je werk houden, maar ik geef vrijdagavond een feestje en het leek me leuk als je kwam.' Ik kijk hem verbaasd aan (ik kan nog net m'n mond dichthouden). 'Het is een bikinifuif', zegt hij. Zag ik daar een knipoog? Nee, nee, geen dingen gaan inbeelden. 'Dus eh, dit is een leuk voorbeeld.' Hij toont een weinig verhullende bikini die in de rekken hangt. 'Ik zoek eigenlijk een zwembroek, kan je me wat aanbevelen?' verandert hij razendsnel van onderwerp. 'Euh, ja, tuurlijk', zeg ik, twijfelend of ik hem eigenlijk wel iets kan aanbevelen. 'Loop maar even mee,' zeg ik. Ik probeer zelfverzekerd over te komen terwijl ik hem naar de mannnenafdeling begeleid. 'Dit is wel een leuke', zeg ik, wijzend naar een zwembroek met palmboomprint, 'maar dat is natuurlijk mijn persoonlijke mening.' Hij kijkt even naar de zwembroek en zegt: 'Ik vind hem ook leuk, maar eh, is er een bijpassende bikini?' Shit. Ik had het moeten weten. Hij heeft een vriendin. Natuurlijk heeft een jongen als hij allang een meisje, wat had ik ook verwacht? Ik probeer helder na te denken. Ik herinner me de bijpasssende bikini. 'Ja, die hebben we wel. Wil je hem nu kopen?' Hij knikt. 'Welke maat heeft je vriendin? Dan haal ik de juiste even.' Hij lacht. 'Ik heb geen vriendin, hoor, Ella. Ik bedoel voor jou, natuurlijk!' Ik kijk hem met grote ogen aan. 'Ben je helemaal gek geworden?' Shit, dat kwam er iets te spontaan uit. Hij kijkt me aan met een grijns op z'n gezicht. 'Een beetje gek zijn kan geen kwaad. Toch, Ella?' Ik adem even in en uit. 'Ik veronderstel van niet', antwoord ik.

Chainsmoker ft. Luke Hemmings Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu