Ik wist niet of het nu goed of slecht was voor me om alleen thuis te zijn of niet. Enerzijds had ik misschien even voor mezelf nodig. Anderzijds, echter, was ik misschien beter niet alleen. Ik kon me echter niet bedenken wie ik nu naast me wou. Ik had maar twee mensen over mijn zwangerschap verteld buiten het verplegend personeel in het ziekenhuis van Gasthuisberg. Ze hadden me niet zo lang laten wachten voor ze de situatie besloten te onderzoeken en met een vaginale echo bekeken wat er gaande was. Deze had vrijwel meteen bevestigd wat ik met de zwangerschapstest reeds te weten gekomen was en eveneens mijn grootste angst. Sinds het moment dat ik het bloed langs mijn been had voelen lopen, had ik maar aan één ding gedacht, en dat was de baby, had ik maar één ding gehoopt, en dat was dat alles goed zou komen met hem of haar. Ik zou nooit weten of ik een dochter of een zoon gekregen zou hebben. Ik zou hem of haar nooit in mijn armen houden. Op het moment dat ik hem of haar aan het verliezen was, had ik meer dan ooit geweten dat ik hem of haar wilde houden. Mijn lichaam had echter gefaald, waarschijnlijk onder de stress, en had het vruchtje afgestoten, als afvalstof. Ik vroeg mij af of het akkefietje op het terrein er misschien iets mee te maken had. Ik zou het nooit weten.
Ik voelde me verslagen. Ik was nooit direct zwanger geweest maar had evenmin ooit een miskraam gehad, tot nu blijkbaar. Ik was me vaag bewust van hoe koud het water rond me was. Ik was twee uur in Gasthuisberg geweest tot ze me met het spijtige nieuws naar huis gestuurd hadden. Eenmaal thuis, was ik in een kokend warm bad gekropen. Ik had de hete temperatuur amper kunnen verdragen op mijn huid en had tezelfdertijd bijna niets gevoeld. Ik wist niet hoe lang ik al in bad lag, of het minuten of uren was. Het water was ijskoud geworden, maar toch bleef ik tot aan mijn kin onder, mijn haar half opgestoken in een dot en grotendeels nat geworden terwijl ik mijn hoofd tegen de badrand liet leunen.
Mijn ogen waren rood en opgezwollen van de schokkende tranen. Mijn mascara was uitgelopen, wist ik, en ik moest wel op een panda lijken. Mijn handen bleven op mijn onderbuik rusten, over het gestorven vruchtje dat mijn lichaam aan het verlaten was. Ik had hem of haar echt gewild. Een schuldgevoel groter dan eender welk ander dat ik ooit gevoeld had overkwam me. Ik was Erics kindje verloren.
Hij had niet eens de kans gekregen om me te zeggen of hij hem of haar eveneens gewild had. Ik herinnerde me twee keer in de voorbije jaren waar hij gezegd had dat hij graag nog papa zou worden. Ik wou graag geloven dat ik zonder deze gebeurtenis eveneens snel tot de conclusie gekomen zou zijn dat ik de baby had willen houden. Ik wou graag geloven dat ik het met hem besproken zou hebben. Ik had gedacht dat dat het beste was, maar misschien hadden we het van in het begin samen moeten aanpakken, al waren we geen koppel of dergelijke meer en al had ik niet gedacht dat ik het aankon. Mijn reactie had onze vriendschap waarschijnlijk nog het meest verkloot.
Ik voelde de tranen weer in mijn ogen opwellen. Ik wist niet wat de etiquette me opdroeg in deze situatie met betrekking tot het informeren van mijn ex-man, maar ik had sowieso de verplichting Eric te vertellen wat er gebeurd was, al wist ik niet hoe. Het verdiende een persoonlijke interactie, maar ik wist niet of ik daartoe in staat was. Zou ik hem in de ogen kunnen kijken? Zou ik zelfs maar een woord kunnen uitbrengen aan de telefoon?
Ik liet me ondergaan onder het wateroppervlak en hield mijn adem in terwijl ik door de troebele zachtroze laag naar het gebroken plafond keek. Mijn wereld leek niet rooskleurig, maar zwart.

JE LEEST
Zwakte
FanfictionEen klein moment van zwakte was al dat nodig was voor een rollercoaster van emotie die geen van beide had kunnen zien aankomen.