Zwakte - Deel XXXII

58 2 0
                                    

Ik had moeten stoppen voor mijn tankinhoud leeg was. Ergens voorbij Keulen had een luide sirene mijn trance verstoord en toen ik daarop in mijn achteruitkijkspiegel gekeken had, had een handgebaar van één van de twee agenten in de politiewagen achter me duidelijk gemaakt dat ik hen naar de volgende afrit moest volgen. Ik had geen idee gehad hoe Duitsland snelheidsduivels aanpakte, maar de signalen van de politie waren semi-universeel en al zeker in Europa.

Ik had mijn radiovolume omlaag gedraaid en had hen volgzaam gehoorzaamd. Ik had moeten blazen, zoals standaardprocedure was. Blijkbaar was mijn fragiele mentale staat overduidelijk geweest, en ze hadden me eveneens aan een drugtest onderworpen. Beide testen waren uiteraard negatief geweest. Ik had wel wijn gedronken met Eric de avond ervoor, maar hij had nog naar huis moeten rijden, en ik was hem gewoon gevolgd, had niet meer gedronken dan hij. Dat was daarenboven waarschijnlijk uren geleden geweest. Ik had geen idee van tijd gehad tot ze me tegenhielden. Ik was vertrokken in de pikkedonker en het was al goed licht geweest tegen de tijd dat ik door de Duitse politie gevraagd werd om van de autostrade te gaan. Ze hadden me gevraagd of ik in orde was en me aangeraden zeker niet meer te rijden. Ik zou een boete krijgen, maar omdat ik geen Duitse landsburger was, zou het daarbij blijven.

Tegengehouden worden door de politie voor te snel rijden was ontnuchterend geweest voor me, of toch in de mate dat dat mogelijk was in mijn huidige mentale staat, en met trillende handen had ik mijn gsm genomen, die ik blijkbaar toch meegenomen had en in de passagiersstoel gegooid had, en had ik Eric gebeld. De agenten die me tegengehouden hadden zouden niet afgegeven hebben tot ik iemand gebeld had die me kon komen halen, en ik had niemand anders gehad die ik kon bellen. In vroegere tijden zou ik mijn vader of mijn ex-man gebeld hebben, maar op dat moment in mijn leven had ik niet de mogelijkheid om het van één van beide te vragen. Mijn moeder had ik niet willen lastig vallen, en dus was er maar één andere optie geweest. Ik had iets realistischer kunnen nadenken, en had geweten dat ik niet in staat zou zijn om mezelf zelf terug naar huis te rijden. Buiten mijn moeder was er maar één andere persoon die ik genoeg vertrouwd had om in te lichten over de situatie.

Om te zeggen dat het confronterend was in het licht van de situatie, waarom ik in het holst van de nacht gewoon vertrokken was en zonder nadenken beginnen snelheidsovertredingen maken, was licht uitgedrukt. Ik was vertrokken omdat ik mijzelf niet meer in toom had kunnen houden, omdat het gevoeld had alsof ik gek werd. Dat was al zo geweest voor de nachtmerrie, en dan had ik zo realistisch gedroomd over Eric die voor mijn ogen stierf zonder te weten dat ik echt van hem hield. Dat was het druppeltje geweest... en nu was het net hem op wie ik wachtte op de parking in Duitsland. Ik had amper geweten waar ik was maar had mijn locatie gedeeld na ons telefoongesprek, en hij had gezegd me geen zorgen te maken, dat hij op mijn gps-signaal zou afkomen en me wel zou vinden.

Hij had geschrokken geklonken maar gelukkig niet te veel vragen gesteld toen ik hem gevraagd had of er een mogelijkheid was dat hij me zou kunnen komen ophalen, dat ik tegengehouden was door de politie voor te snel te rijden en niet in staat was om zelf naar huis te rijden. Hij had het waarschijnlijk wel aan mijn stem gehoord dat ik echt niet oké was, had gezegd dat hij met de chef zou praten, een oplossing zou vinden en er zo snel mogelijk zou zijn. Zo snel mogelijk zou uren later zijn. Het was meer dan twee en half uur rijden naar Andernach, zou hij me achteraf zeggen, waar ik van de autostrade geplukt was. Twintig minuten daarna had hij een sms'je gestuurd om te zeggen dat hij onderweg was met de chef zodat beide auto's weer terug zouden raken.

Een ongemakkelijk gevoel had zich in mijn maag gesetteld bij de gedachte dat de chef, van alle personen in de wereld, nu net mee moest komen. Ik was niet fier op de situatie waar ik me in bevond, en ik keek echt niet uit naar mijn vroegere chef te zien in de nasleep ervan. Tegelijkertijd was ik nog steeds deels in een waas. Tegengehouden worden en dan Eric moeten bellen om me te komen 'redden' was ontnuchterend geweest, ja, maar nog niet half zo veel als het gekund had. Dat zou voor nog later zijn.

ZwakteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu