Epiloog

205 4 4
                                    

Tip: luister naar 'All I Need' van Within Temptation terwijl je dit leest.


We scrollen door Netflix en kijken films tot we droevig worden en luisteren naar muziek tot we weer blij worden. We doen het herinrichten van het huis nog steeds stukje bij beetje met opwinding en precisie en tellen af naar de komst van de baby met een zekere zenuwachtigheid en verwelkoming. We tonen elkaar dat we van de ander houden zonder woorden tot het onze harten verwarmt en praten eindeloos over de meest uiteenlopende onderwerpen, soms zelfs in het holst van de nacht als we beiden niet kunnen slapen tot onze stemmen vervagen.

De nacht waarop ik me omdraai in bed, denk dat ik naar het toilet moet en mijn water voel breken het moment dat ik me rechtgetrokken heb komen al die emoties samen. Terwijl ik probeer mijn ademhaling onder controle te houden, lopen mijn ogen over van de tranen die ik niet kan bedwingen -- het is geluidloos huilen of losbandig schreeuwen met iedere wee. Eric blijft bij mij, en zijn ogen lopen enkel over van begrip en liefde.

Het heeft allemaal geleid tot op dit moment. Een jaar geleden zou ik niet durven dromen hebben dat we hier zouden geraken, samen, maar we zijn er. We hebben vol spanning gewacht op de komst van ons kindje, en voor het einde van deze dag zullen we waarschijnlijk met zeven zijn, als ik mijn kinderen uit mijn huwelijk meetel en als alles blijft verlopen zoals het dat de voorbije uren gedaan heeft. Ik wrijf over mijn dikke buik. Het zal nog wel even duren voor die weer volledig is zoals voor mijn zwangerschap, al was die toen al niet perfect vlak, maar binnen enkele uren zal ik het wonder daarbinnen in mijn armen houden, samen met Eric. Mijn enthousiasme overstemt de pijn grotendeels. Ik heb nooit een epidurale gevraagd bij mijn vorige bevallingen, grotendeels omdat ik de eerste keer te laat was om het te beslissen en ik al te veel opening had tegen de tijd dat ik het echt nodig vond. Daarna dacht ik dat als ik het de eerste keer zonder gekund had, dat het bij de volgende eveneens wel zou lukken. Ik dacht hetzelfde deze keer, toen ik naar een kamer gebracht werd, maar ik kreeg al spijt van mijn beslissing om geen epidurale te nemen toen ik ongeveer zes centimeter ontsluiting had en al een viertal uur aan het afzien was. Het was een aantal jaar geleden sinds mijn laatste bevalling en het deed net iets meer pijn dan ik mij herinnerde.

Ik mag echter niet klagen van mijn gezelschap. Eric zit gedwee naast het kraambed terwijl ik door de weeën door probeer te ademen, in door mijn neus en uit door mijn mond. Ik knijp in zijn hand terwijl ik de volgende wee voel opkomen. Het zal niet lang meer duren. Ik weet uit ervaring dat van zes naar tien centimeter meestal niet zo lang duurt als van de eerste centimeters voorbij de vijf. Ik bijt op mijn tanden en kijk hem aan en lees de bezorgdheid in zijn groene ogen. Ik wil lachen maar kan niet omdat ik mijn kaken op elkaar geklemd heb terwijl ik tegen de pijn vecht.

Ik blijf in Erics hand knijpen tot ik de wee weer voel wegtrekken en laat me weer in de kussens zakken. Ik hoor zijn stem amper, mijn ogen gesloten. Ik draai mijn hoofd naar hem toe, mijn blik verontschuldigend als ik woordeloos vraag of hij zichzelf wil herhalen. Een frons speelt tussen mijn wenkbrauwen als ik meen enige nervositeit te herkennen en ik vraag me stil af waarom, maar als hij doet wat ik vraag, wordt het me al snel duidelijk.

"Wilde gij mee mij trouwen?" herhaalt hij.

Ik kan even niets meer uitbrengen maar kijk hem geschokt aan. Die vraag zou ik nooit verwacht hebben op een moment als dit. Ik heb mijn antwoord klaar, heb het maanden geleden klaar gehad, als hij het moest vragen, maar ik heb nooit gedacht dat hij het zou doen en ben zo aangedaan dat ik vergeet te antwoorden. Dat realiseer ik me pas veel later, nadat de woorden uit zijn mond beginnen stromen en hij zijn beslissing en zijn vraag lijkt te verdedigen. Alsof dat nodig is.

"Ik wil de hele rest van mijn leven delen mee u. Het kan me nie schelen wa er gebeurt. Voor mij zijt ge prachtig, vanbinnen en vanbuiten, en ik wil nooit meer zonder u. Zelfs als ge ligt te kermen van de pijn voor onze zoon of dochter, zijde nog beeldschoon. Misschien zelfs daarom, ik weet het nie," begint hij. "Ik wil u mijn vrouw kunnen noemen. Ik wil da ge de mijne zijt."

De pijn en de intensiteit van de situatie en de pracht van zijn woorden en hoe diep die me raken, zorgen er moeiteloos voor dat de tranen over mijn wangen lopen tegen dat hij eindelijk, eindelijk stopt met praten en ik er eindelijk een speld tussen krijg. "Natuurlijk wil ik mee u trouwen, onnozelaar," zeg ik hem als ik een nieuwe wee voel opkomen.

De weeën komen nu wel erg snel na elkaar. De baby, waarvan we besloten hadden het geslacht als een verrassing te houden, wordt ongeduldig. Ik herken het gevoel en weet dat ik vroeger eerder dan later zal mogen beginnen persen en we snel ons klein mirakel zullen mogen bewonderen. De opluchting is leesbaar in Erics ogen en ik vraag me af of hij nu echt gedacht had dat 'nee' een optie was voor mij.

Hij vroeg me ten huwelijk aan het kraambed van ons kind, zonder grote gestes of ring, maar voor mij hoefde het niet meer te zijn. Het gedacht dat ik hem binnenkort wettelijk de mijne mag noemen en hij mij is voldoende, en ik dwing mezelf om gedurende de heftige wee tegen hem te spreken. "Ge moet wel weten, Eric Buelens, da ik zelfs zonder da papier van u ben. Ik denk da ik da altijd geweest ben."

"Laat me dan toe om ne ring rond de poot van mijn tortelduif te doen," grapt hij.

"Dan moete er wel eerst ene hebben, eh, meneer," plaag ik hem.

"Zijt gerust, ge zult de schoonste van de winkel krijgen," antwoord hij, "Ma ik heb momenteel andere verplichtingen. Ik ben volop bezig mee papa te worden, mag het?"

Ik kan het niet laten van te lachen. Er is maar één man die dat voor mekaar kan krijgen terwijl de barenspijn me overweldigt. Ik hoop dat we altijd zo zullen zijn.

ZwakteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu