32. Don't follow me.

5.9K 357 86
                                    

Geeuwend werd ik wakker, mijn hoofd lag op Draco's bed. Ik had pijn in mijn rug, van de onmogelijk positie waarin ik had gelegen. Fronsend keek ik voor me uit, twee grote, gele ogen keken me aan. Ik hield mijn hoofd schuin en probeerde door het donker te kijken. Een kleine gedaante stond op het bed naast dat van Draco, voorzichtig gleed mijn hand naar het knopje van het nachtlampje. Met een flits werd de kamer verlicht en ik kon nog net een glimp opvangen van het wezentje, die met een lichte 'poef' verdween. Volgens mij was het een huiself, waarom had hij ons zitten bespioneren? Ik keek neer naar Draco, hij lag vredig te slapen. Voorzichtig veegde ik een haartje uit zijn gezicht, alle zorgen waren uit zijn gezicht verdwenen. Onze handen waren nog steeds verstrengeld, ik glimlachte toen ik het zag. Ik keek om me heen, op zoek naar de huiself, maar die was zo te zien volledig verdwenen. Mijn ogen vielen weer dicht en ik werd weer overmand door de slaap.

'Juffrouw Spoir.' Ik knipperde de slaap weg uit mijn ogen en keek naar de bezoeker. Sneep stond ons met één opgetrokken wenkbrauw aan te kijken. 'Misschien moet u beter teruggaan naar uw slaapzaal.' zei hij bevelend. Kwaad keek ik hem aan, maar ik maakte toch mijn hand los van Draco. Ik wilde niet weggaan van hem, maar ik moest. Ergens wist ik wel dat Sneep anders geweld zou gebruiken, met geweld bedoelde ik strafwerk. Zuchtend stond ik op en wierp nog een laatste blik op de slapende jongen. Met opgeheven kin passeerde ik Sneep, maar die nam mijn arm stevig vast. Zijn vingers duwden in mijn huid. Ik siste. 'Wat?' Met een uitgestreken gezicht keek Sneep me aan. 'Ik ben nog altijd je leraar, dus wat respect mag wel.' Ik grijnsde. 'Jij hoort respect voor mij te hebben of moet ik je eraan herinneren wie mijn vader is.' Sneep kneep zijn ogen fijn, hij liet mijn arm los. 'Goedenacht, professor.' Ik spuugde het laatste woord bijna uit. Met een zelfgenoegzaam lachje keerde ik hem de rug toe en ik liep de zaal uit. Het voelde goed om mijn macht te gebruiken.

Ik hield mijn toverstaf in de aanslag, terwijl ik door de gangen liep. Mijn geweten zei me dat het wel eens kon zijn dat ik die huiself terug zou tegenkomen. En deze keer zou hij niet ontsnappen. Mijn voetstappen galmden door de gangen, ik was bijna bij de leerlingenkamer van Zwadderich. Plots zag ik twee gele bollen in een hoek zweven. De huiself. 'Petrificus totalus.' De spreuk kwam onverwacht aan en de huiself verstijfde. Glimlachend liep ik naar hem toe, hij lag neer op de grond en zijn ogen schoten heen en weer van de schrik. Ik toverde een touw tevoorschijn en bond zijn handen en voeten samen. Daarna onthief ik hem van de verstijvingsspreuk. Door de touwen kon hij niet verdwijnen en hij keek me met angstige ogen aan. 'Wie ben jij?' mijn stem klonk hard. 'D...Do...Dobby, mevrouw.' De stem van de elf beefde. 'Waarom achtervolg je me?' vroeg ik. De elf klemde zijn lippen op elkaar. Dus hij wilde het niet zeggen? Niet slim. 'Moet ik je anders martelen?' zei ik dreigend. De huiself beefde, maar hij zei nog steeds niets. Ik zuchtte, daar gaan we dan. 'Crucio.' De elf krijste van de pijn en onmiddellijk hield ik op. Hij zou heel het kasteel wakker maken. Ik gromde uit frustratie en bracht mijn gezicht dichter bij de elf. 'Laat ik je nooit meer zien, begrepen.' snauwde ik, waarna ik zijn touwen losmaakte. Onmiddellijk verdween de elf. Ik hoorde een miauw en daarna gepuf. Vilder! Ik begon te lopen en in enkele seconden stond ik uitgeput in de leerlingenkamer. Dat was op het nippertje. Wie was die Dobby? Waarom achtervolgde hij mij? Had iemand hem gestuurd? Zo ja, wie?

Na een dag werd Draco uit de ziekenzaal ontslaan, die ene dag dat ik zonder hem moest doorkomen was een hel geweest. Ik was weer in mijn oude ritme gevallen en had mij van alles en iedereen afgesloten. Elke keer als ik Harry Potter tegen kwam, had ik hem vernietigend aangekeken. Telkens had hij zijn ogen neergeslagen, die lafaard durfde me niet eens aankijken. Ik wilde hem zo graag pijn doen, hij moest hetzelfde voelen als Draco. Sectumsempra, ik zou die spreuk nooit vergeten.

Weken gingen voorbij, nog steeds hadden we geen plan B kunnen bedenken. Het was eind april, de lente was al volledig in het land en ik genoot van de zonnige dagen. Zo vaak als mogelijk zat ik buiten op het gras, dan keek ik uit over het meer. Vandaag was het zaterdag en er scheen een lentezonnetje. Ik had me met mijn bezem neergezet op het gras naast het meer. Straks hadden we een zwerkbaltraining, maar daarvoor wilde ik nog even ontspannen. 'Claire?' mijn lijf spande zich weer op bij het horen van de stem. Benno. Woedend draaide ik me om en keek de jongen aan, net als ik had hij zijn zwerkbaltenue al aan. 'Wat?!' snauwde ik. Ongevraagd kwam Benno naast me zitten, onmiddellijk schoof ik een meter op. Gepijnigd keek Benno naar de afstand. 'Je hebt me nog steeds niet vergeven,' zei hij, het was eerder een bevestiging voor zichzelf. 'Laat me met rust, Benno.' Mijn vingers omklemden mijn toverstaf. 'Nee,' zei hij en hij schoof dichter naar me toe, hij raakte mijn been aan met zijn hand. Kippenvel verscheen op mijn lichaam en ik schudde zijn hand af. 'Blijf van me af.' Ik stond recht en wilde weglopen, maar ik werd tegengehouden door een hand op mijn schouder. Woedend draaide ik me om. Onmiddellijk nam Benno mijn beide schouders vast. 'Laat me uitspreken.' Zijn ogen boorden zich in de mijne, paniek gierde door mijn lijf. Weer was ik bang voor hem. 'Wat is toch jouw geheim?' vroeg Benno. Verward keek ik hem aan. 'Je viel flauw de laatste keer dat ik je zag en daarna zonderde je je af van iedereen, behalve Draco.' Hij zei de naam met pure haat. Ik klemde mijn kaken op elkaar, hij moest echt niet denken dat ik hem iets zou vertellen. Het was toch niet zo vreemd dat ik alleen met Draco omging, hij was mijn vriendje. Trouwens, ik had geen andere vrienden, kijk maar naar de voorbije jaren. 'Wat wil je bereiken, Benno?' Mijn stem klonk afwezig. 'Vriendschap.' Dat was een onverwacht antwoord, maar ik had zijn vriendschap niet nodig. 'Nee, bedankt.' Met die woorden rukte ik me los van hem, zo beheerst mogelijk liep ik naar het zwerkbalveld. Benno mocht zich niet met mijn zaken bemoeien, mijn geheim was niet voor zijn oren bestemd.


Daughter of Voldemort. (fanfic harry potter) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu