51. The Daily Prophet.

5.4K 320 41
                                    

Ik liep hand in hand met Draco door de wegisweg, de tovenaars die we passeerden gingen snel aan de kant als ze ons zagen. Waarschijnlijk kwam dat doordat er drie dooddoeners achter ons lieten, mijn vader had ze meegestuurd om ons te beschermen. Toch was het maar een akelig gevoel om geschaduwd te worden. Gisteren hadden we onze brief van zweinstein gekregen. Ergens had ik gedacht dat Anderling ons geen brief zou zenden, dat ik zou verbannen worden uit zweinstein, maar dat was buiten Sneep gerekend. Hij was nu het schoolhoofd van zweinstein en natuurlijk had hij ervoor gezorgd dat wij onze boekenlijst opgestuurd kregen. En daarom liepen we hier, op weg om onze boeken te kopen. Ik liep wat dichter tegen Draco aan om het onbehagelijke gevoel van de dooddoeners achter ons te verdringen, onmiddellijk sloeg Draco zijn arm rond mijn schouder en trok me dicht tegen zich aan. Eerst gingen we naar Klieder en Vlek, de boekenzaak zag er triest uit en toen de eigenaar ons zag, verscheen er een angstige blik in zijn ogen.


Enkele minuten later stonden we al buiten, de eigenaar had ons snel onze boeken overhandigd, wij hadden betaald en waren toen naar buiten gegaan. Ik kon zweren dat de man opgelucht adem had gehaald toen we wegliepen. De angst bij de mensen was groot, ze waren allemaal bang om aangevallen te worden door de dooddoeners. Ze durfden hun huizen niet meer uitkomen. Tegenover de boekenwinkel was Madame Mallekin, Draco had nog enkele gewaden nodig en hij liep de straat over. Hij keek me verbaasd aan, toen hij zag dat ik niet volgde. 'Ik heb geen gewaden nodig.' riep ik naar hem, even fronste hij zijn wenkbrauwen. Ik wist dat hij dacht dat ik toch ook gewoon met hem kon meegaan, maar uiteindelijk haalde hij zijn schouders op. Draco stapte de winkel binnen en ik gebood Noot om bij hem de wacht te houden. De andere twee dooddoeners beval ik om een koffie te gaan drinken in de lekke ketel. Ik wilde even alleen zijn. Even protesteerden ze, maar toen ik hun duidelijk had gemaakt dat ik hun baas was, liepen ze toch weg. Opgelucht haalde ik adem. Ik begon verder te wandelen door de geplaveide straat, ondertussen bekeek ik de leegstaande panden, sommige waren zwart geblakerd door een brand. Bij Olivanders bleef ik staan, ik keek door de kapotte ruit. Dit was het werk van dooddoeners, ze hadden de toverstafmaker ontvoerd. Nu zat hij opgesloten in de kelder van Villa Malfidus. Verdrietig stapte ik de winkel binnen, de plaats waar zoveel toverstaffen hun tovenaar of heks hadden gekozen. Ook mijn toverstaf had me hier gekozen, ik kreeg een krop in mijn keel, nu zou niemand nog daartoe de kans krijgen. Op dat moment besloot ik om te gaan praten met Olivander, vanaf dat we terug in de villa zouden zijn.


Toen ik terugkeerde naar de rest zag ik dat Draco met een blondharige vrouw stond te praten. Er stond een man met een reusachtige camera naast hen. Wantrouwend liep ik naar hen toe, de vrouw en de man waren met hun rug naar me toe gekeerd. Ik trok mijn wenkbrauwen op naar Draco en keek hem vragend aan. Hij glimlachte naar me en zwaaide, waardoor de andere twee zich omdraaiden. Ik versnelde mijn pas en liep naar Draco toe, enkele seconden later stond ik naast Draco. 'Dit is mijn vriendin, Claire.' zei hij net, daarna richtte hij zich tot mij, terwijl hij zijn arm over mijn schouder legde. 'Dit Claire is Rita Pulpers.' Haar naam kwam me vaag bekend voor. 'Ze is de journaliste van de ochtendprofeet.' De vrouw met de blonde pijpenkrullen keek me aan met een gemene glimlach, met aandacht werd getrokken door haar lelijke bril. Met een stalen gezicht bleef ik haar aankijken. 'Ze wil een interview afnemen.' Mijn ogen werden groot en ik keek naar Draco met een ongelovig gezicht. Een interview? Wie wilde nou een interview met de dochter van de duistere heer? Draco lachte naar me. 'Vertrouw me nou maar.' zeiden zijn ogen. Ik slikte en keek terug naar Rita. 'Voordat we beginnen aan het interview, moet je weten dat ik de dochter van hij-die-niet-genoemd-mag-worden ben.' Ik glimlachte vals toen ik het gezicht van Pulpers zag. 'Kom dan gaan we naar de lekke ketel, mijn keel staat droog.' zei ik, ik hoorde Draco naast me gniffelen toen ik me omdraaide.


De volgende ochtend werd ik wakker door getik tegen mijn raam, een bruine bosuil zat met zijn snavel tegen het raam te tikken. De ochtendprofeet was aan zijn poot gebonden, ernaast ging een zakje voor geld. Zuchtend liep ik naar het raam, mijn ochtendhumeur was niet te harden. Met een ruk trok ik het raam open, ik snakte de krant van de poot van de uil. Verontwaardigd begon de uil te tjilpen. Ik sloeg het raam weer dicht en sloot zo de uil buiten, hij bleef even kwaad voor het raam zitten, maar na een gemene blik van mij vloog hij onmiddellijk weg. Ik liet mijn blik over de voorpagina gaan en zag onmiddellijk een foto van mij en Draco.


Liefde in tijden van Duisternis.

Ze zijn prachtig om te zien, Draco Malfidus, zoon van Lucius Malfidus, en zijn vriendin, Claire Vilijn, dochter van de Heer van het Duister (exclusief interview op de tweede pagina).


Direct sloeg ik de pagina om en zag daar mijn gezicht, ik keek met een stalen gezicht naar de camera. Ik wist het nog goed, gisteren wilde ik niet lachen niet voor Rita Pulpers. Ik begon het artikel te lezen.


Hoe het is om de dochter te zijn van jeweetwel. 

Claire Vilijn, de dochter van de duister heer, is een zeventienjarige student aan zweinsteins hoge school voor hekserij en hocuspocus. In dit interview geeft ze een exclusieve kijk in haar leven als dochter van de meest gevreesde tovenaar van het moment. Een interview door Rita Pulpers.

'Wanneer ben je te weten gekomen dat hij je vader is?' 'Een jaar geleden.' zegt ze met tranen in haar ogen door de lange jeugd zonder vader.


Ik had helemaal geen tranen in mijn ogen, ugh, ik had echt een hekel aan dat mens met haar fantaciteer-veer. Ik scande het interview en zag onmiddellijk dat ze het meeste had laten staan van datgene dat ik gezegd had dat ze moest schrapen. Ze zou haar verdiende loon wel nog krijgen. Ik was vooral benieuwd naar de laatste vraag.


'Wat wil je zeggen tegen de mensen die bang zijn voor jouw vader?' 'Als ze zuiver bloed hebben, hebben ze niets te vrezen. Ook de mensen die slechts deels tovenaarsbloed in zich hebben, zullen we tolereren. De mensen die ons niet in de weg staan, hebben niks te vrezen. Hopelijk is dat duidelijk.'


Ik keek glimlachend naar mijn woorden, dat had ik goed gezegd. Mijn vader zou het ook zo zeggen. De rest van het artikel boeide me niet. Ik knipte de foto van Draco en mij uit en plakte hem aan de muur. Daarna liep ik naar beneden om te ontbijten.


Daughter of Voldemort. (fanfic harry potter) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu