89. Justice.

4.1K 302 135
                                    

Ik zat op een klein bankje in een apart kamertje van het ministerie. Elk moment kon ik binnen geroepen worden voor mijn rechtszaak. George stond tegenover me, hij had zijn toverstaf getrokken vanaf dat we in het ministerie aangekomen waren. Vanaf dan was hij mijn bewaker geworden. 'Waarom ben jij me komen halen?' vroeg ik, hij was geen schouwer, terwijl gevangenen escorteren toch echt een taak was voor schouwers. 'Ik was de enige die het wilde.' zei hij zacht, zijn ogen ontmoetten de mijne. Ik slikte. 'Waarom?' Ik kon me niet herinneren dat ik ooit vriendelijk tegen deze jongen was geweest, nooit hadden wij iets speciaals meegemaakt. 'Omdat je een indruk op me hebt achtergelaten, Claire. Weet je nog? Ik was diegene die je moest tegenhouden, anders was je richting je vader gestormd en...' Hij slikte even. 'Anders had je Harry vermoord.' zei hij. Ik sloeg mijn ogen neer bij zijn woorden, het was mijn laatste razernij geweest. De laatste keer dat de duisternis in me zich had willen redden, George had me tegen gehouden. Ik zuchtte, ik zou hem dankbaar moeten zijn. Er viel een stilte.

'Hou je van Draco?' vroeg hij even later. Zijn vraag kwam onverwachts en sloeg bij me in als een bom. Met verwarring keek ik naar de roodharige jongen. 'Waarom vraag je dat?' Het was zo iets persoonlijks om te vragen, dat het zelfs op het randje van onbeleefd was. George haalde zijn schouders op. 'Jullie zijn toch een koppel, ik vraag het me gewoon af.' Ik keek hem vreemd aan en trok mijn wenkbrauwen op. 'Ja, ik hou van hem.' zei ik zonder er nog verder over na te denken en misschien had ik dat toch beter gedaan. Draco en ik waren uit elkaar, hij had me achtergelaten op zweinstein. Als ik er nu op terug keek, had hij het volste recht om dat te doen. Onze relatie was zeer eenzijdig geweest, ik had telkens van hem verwacht dat hij van me zou blijven houden, ook al verbood de duisternis het me om maar iets voor hem te voelen. Natuurlijk was hij het beu, hij kon niet blijven hopen op één enkele kus als ik een helder moment had. Hij moest verder gaan met zijn leven en niet van iemand houden die niet in staat was om zijn gevoelens te beantwoorden. Maar nu was ik daar wel toe in staat, maar misschien was dat nu te laat. Tranen prikten in mijn ogen, mijn hart lag nog steeds bij de blonde jongen en ik miste hem verschrikkelijk. George keek me medelevend aan. 'Het spijt me, ik had het niet moeten vragen. Ik moet mijn gedachten echt leren filteren.' zei hij, het laatste meer tegen zichzelf. 'Het is niet erg, het ligt gewoon gevoelig. Momenteel zijn we niet echt samen.' zei ik. 'O', het was de enige letter die George nog produceerde. Iemand riep ons binnen en het was tijd voor mijn rechtszaak.

'Claire Vilijn, je hebt de volgende misdaden begaan. De moorden op Rufus Schobbejak, voormalige minister van toverkunst, en Louis Klarel, Ginny Wemel heeft ook een verklaring afgelegd van een marteling. De leerkrachten van zweinstein hebben verteld over je gedrag op zweinstein laatst en je aanval op Minerva Anderling. Is er iets dat je in je verdediging wil zeggen?' vroeg Romeo Wolkenveldt, hij was benoemd tot minister van toverkunst. Ik slikte en keek de zaal rond, ik zat vastgeketend aan een stoel in het midden. De minister zat voor me op een hoge troon, rond hem de Wikenweegschaar. Ik dacht even na en besefte dat dit mijn laatste kans was om volledig schoon te komen met mijn gedachten. Mijn ogen ontmoetten die van George die naast me in de publiekstribune zat, hij knikte bemoedigend. Naast hem zaten Potter, Griffel en Ron Wemel. Ik herkende nog meer gezichten. Het was nu of nooit. 'Ja, dat waren niet mijn enige misdaden. Uhm... Ik heb nog meerdere moorden gepleegd.' Een schok ging door de zaal. Verontwaardigd gemompel steeg op. 'Wie heb je dan nog het leven ontnomen?' vroeg Wolkenveldt, schok was in zijn ogen af te lezen. 'Mathilda Belladonna, in opdracht van mijn vader.' Weer gemompel. Ik nam een grote hap adem. 'Een dreuzel, genaamd Wesley.' Dit wekte minder ergernis op. 'En de vrouw van Remus Lupus.' Deze laatste brak het gezicht van de nieuwe minister. 'Bedoelt u Nymphadora Tops?' vroeg hij. Ik wist haar naam niet. 'Ik denk het.' Hij boog zich voorover om naar zijn assistent te luisteren en te bespreken. Deze nieuwe informatie had hen duidelijk van hun stuk gebracht. Ik schoof ongemakkelijk heen en weer in mijn stoel, de blikken van de menigte ondergaand.

'Laat de eerste getuige binnenkomen.' zei Romeo. De deuren achter me gingen open en ik kronkelde in mijn stoel om te zien wie het was. Het was Marcel Lubbermans. Hij ging in een stoel rechts van me gaan zitten en keek me aan. 'Vertel maar, Marcel. Hoe ken jij juffrouw Vilijn?' Ik keek angstig naar hem om, hij zou me niet goed kunnen afschilderen, dat was ik zeker. 'Claire Vilijn heeft me eens achtervolgd, ook heeft ze me onder de imperiatusvloek gebracht. In school zaaide ze enkel en alleen angst. Niemand bleef gespaard.' Ik wierp mijn blik naar de grond en liet de woorden goed binnendringen. Ik was een verschrikkelijk wezen. 'Maar dat deed ze niet uit zichzelf. Ze vervloekte mij eerst om ervoor te zorgen dat haar vriendin een afspraakje had voor het bal.' Ik herinnerde het me weer, het was zo lang geleden. 'Jenny.' fluisterde ik. Wat zou er met haar gebeurd zijn tijdens het gevecht? Marcel ging verder. 'Ik en mijn vrienden hadden al een vermoeden dat Claire niet was wie ze echt was, ze werd namelijk pas een slechterik toen haar vader meer macht verzamelde. We dachten dat haar vader een greep op haar had en dat zij zijn trouwe volgeling was. Totdat mijn vriendin Ginny iets ontdekte, Claires haar verkleurde namelijk vaak. Haar zwarte haar werd steeds meer wit. En het was net alsof dat wit haar, gelijk stond met de hoeveelheid terreur die ze zaaide. Uiteindelijk lieten we haar een liefdesdrankje drinken en de 'liefde' die in haar stroomde, liet verbazingwekkend genoeg het wit verdwijnen. Haar haar was volledig wit voor het gevecht op zweinstein, maar nu ik naar haar kijk. Het is allemaal verdwenen. Haar haar is zwart.' Nam Marcel Lubbermans het nu voor me op? Waarom wist hij dit allemaal? Was het zo duidelijk geweest? Met open mond keek ik hem aan. 'Dankjewel, Marcel, je verklaring zal in overweging worden genomen, je mag beschikken.' Marcel vertrok, maar daarvoor wierp hij me nog een snelle glimlach toe.

'Is dit correct? Beïnvloedde een andere kracht je denken? Waarom verkleurde je haar, juffrouw Vilijn?' De aandacht werd op mij gevestigd en ik zat nog steeds met open mond te kijken. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ja, ik had alles tegen George gezegd, maar ik kon dat alles onmogelijk opnieuw vertellen. 'Ik...het was... duisternis... bezit...Help.' Ik keek richting George. Die zuchtte. 'Romeo!' riep hij. De zaal keek naar hem. 'Ik weet hoe het zit, Claire heeft het me net persoonlijk verteld. Als u zou weten wat er op haar hart ligt, zou u volledig begrijpen waarom ze het nu onmogelijk nog eens kan uitspreken.' De minister keek richting de roodharige jongen. 'George Wemel, ga alsjeblieft in de getuigenstoel gaan zitten.' Dat deed George en hij vertelde iedereen wat ik niet kon uitbrengen. Hij vertelde alles wat ik hem eerder die dag gezegd had. Uiteindelijk liepen er tranen over mijn wangen toen hij eindigde, ik kon niemand aankijken. George kuchte. 'Ik heb veel monsters in mijn leven gezien, waarvan er één op mijn zolder zit.' Hij liet even een pauze en ik hoorde gegniffel van rechts komen. Het was van Ron Wemel afkomstig. 'Maar ik ben absoluut zeker dat Claire Vilijn dat niet is. Volgens mij heeft ze gewoon veel ongeluk gekend met haar vader, maar ze kan jammer genoeg het verleden niet veranderen, ook al wil ze dat zo graag.' George keek glimlachend naar mij. 'Dank je,' mimede ik. Hij knikte en liep toen weer naar zijn plaats.

'De volgende getuige mag binnenkomen.' Ik draaide me weer om en zag niemand minder dan Minerva Anderling binnenkomen. Haar haar zat met een strakke dot op haar hoofd. Ze ging neer zitten. 'Professor Anderling, u hebt het recht om uw mening te geven.' Zei Romeo. Anderlings bleek gleed onmiddellijk naar mij, een blik van herkenning. Het was net alsof ze iets voor haar zag in het verleden. 'Je lijkt zoveel op haar, ik zie het nu pas.'



Daughter of Voldemort. (fanfic harry potter) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu