85. Harry Potter's dead.

4.3K 285 88
                                    

Draco's armen hielden me stevig vast, hij steunde mijn verlamde lichaam. Ik voelde licht door me heen stromen en meer dan ooit was mijn ziel in tweeën gesplitst. De ene kant was duister en vol met wraakgevoelens jegens Potter, hij had namelijk nog een gruzielement vernietigd. De andere kant was licht en was opgelucht dat hij eindelijk wat zuurstof kreeg. Ik wist niet eens of ik Draco van me af moest duwen of me juist dieper tegen hem aan moest nestelen. Het was verwarrend. Ondertussen waren Potter, Griffel en Wemel al vertrokken. Alleen Draco en ik bleven over samen met een bewusteloze Kwast. Buiten klonken de geluiden van het gevecht. De reuzen die gromden, mensen die gilden, stenen die afbrokkelden. Ik probeerde mijn ziel op orde te krijgen, maar slaagde er niet in. Natuurlijk kon ik de duisternis terug laten groeien door moorden te plegen, maar het licht in me bande snel die gedachte weg. Aan het begin van de gang werd een rode straal tegen de muur geschoten, enkele seconden later kwam er een vechtend duo in de gang. Snel stond ik op, ik rechtte mijn rug en hief mijn toverstok op. Nog steeds zou ik geen zwakte tonen. Naast me deed Draco hetzelfde.

Blonde haren dansten op en neer, het meisje vuurde groene stralen naar de man. Ik herkende hem meteen. Remus Lupos. Onze oude leerkracht verweer tegen de zwarte kunsten. Mijn voeten kwamen in beweging, toen Lupos Merel op één haar miste. Ze was nog steeds mijn vriendin. Ik stuurde een lamstraal op hem af, maar hij kon zichzelf nog net op tijd beschermen.Hij werd nu door twee tegenstanders aangevallen. Ik keek achter me en zag dat Draco ook kwam afgelopen. Remus was nu door drie vijanden omsingeld. Hij zuchtte, schudde met zijn schouders en hernieuwde zijn strijdhouding. 'Geef het op!' riep ik hem toe. Het was een advies voor hem, hij moest toch weten dat dit niet goed zou komen.  'Nooit! De orde zal altijd blijven vechten! Jullie kunnen dit nooit winnen!' riep hij uit. Ik zuchtte, maar naast mij gromde Merel gefrustreerd. 'De duistere heer zal altijd overwinnen!' riep ze, ik keek naar haar. Haar ogen stonden vol met woede en wraak. 'Avada Kedavra!' riep ze en Lupos viel levenloos op de grond. Met grote ogen keek ik naar Merel. Ze glimlachte even, maar dan veranderde haar glimlach in een grimas. Ze stortte in, maar ik nam haar snel vast. Ik hield haar stevig in mijn armen. Ze haalde diep adem. 'Was dat je eerste moord?' vroeg ik. Ze knikte. Toen klonk er luid gegil, iemand met zwart haar kwam op ons afgelopen. 'Remus!' gilde ze en stortte bij hem neer.

Haar haren veranderden naar blauw, roze, rood, geel en uiteindelijk grijs. Ze huilde tegen zijn borstkas aan. Ik slikte bij het zien van haar verdriet, maar er zat nog steeds duisternis in mij. En het leek net alsof die even de wedstrijd met het licht had gewonnen. 'Was dat je geliefde?' vroeg ik aan de vrouw. Ze keek op met betraande ogen. Met trillende armen beschermde ze zichzelf door haar toverstok op te tillen. Ze zag er allesbehalve angstaanjagend uit. 'Dat was mijn echtgenoot. Heb jij hem vermoord?' vroeg ze vol met wrok. Ik schudde mijn hoofd. 'Nee, maar ik zal je snel uit je lijden verlossen.' De groene flits kwam soepel uit mijn toverstok. Ze viel naast haar man neer. Onmiddellijk voelde ik de duisternis een beetje groeien. Ik voelde een hand op mijn schouder, mijn ogen bleven op de vrouw gericht. Er was geen euforie te voelen zoals bij mijn andere moorden, eigenlijk wilde ik mezelf bij het paar leggen. Gewoon om te voelen hoe het was om dood te gaan. 'Claire? Gaat het?' vroeg de stem van Draco. Ik keek om en zag dat Merel al vertrokken was. 'Nee, waarom heb ik dat gedaan?' vroeg ik hem. 'Je deed wat je het beste leek.' zei hij. 'Ik ben een monster.' zei ik en ik liep weg. Zo snel als ik kon, Draco's kreten achter me latend.

Buiten adem stond ik in een lege gang. Mijn gedachten draaiden op volle toeren en ik wist niet hoe ik me moest gedragen. Snel verstopte ik me in een nis. Ik bracht mijn handen naar mijn haren om mijn hoofd vast te houden, ik wierp mezelf op de  grond en begon te gillen. Wanhopig gegil. Tranen welden in me op, maar ik hield ze tegen. Toen sneed zijn stem door de lucht. De stem van mijn vader. Ik hoorde maar deels zijn woorden. Hij riep zijn strijders terug om Potter een kans te geven om zichzelf op te offeren. Al zijn strijders moesten terug. Dus ik ook. Ik, zijn dochter. Ik moest terug. Ik moest hem dienen, want hij was mijn vader. Niet mijn volledige geest was daarmee akkoord, maar het was nu de makkelijkste oplossing. Ik zou mijn vader steunen. Ik moest wel. Hij was mijn vader. Ik bande mijn gevoelens naar een hoekje van mijn hoofd. Het was verschrikkelijk om terug gevoelens te hebben, het was nu zo veel moeilijker om verder te gaan. Aan alles twijfelde ik.

Ik wist niet hoe lang ik al in deze nis zat, maar plots hoorde ik stemmen. Daan Thomas en Simon Filister passeerden in de gang. Ze zagen me niet zitten. Ze liepen onwetend de gang door. Ik volgde hen onopgemerkt. 'Bij merlijns baard!' hoorde ik Daan plots roepen. 'Remus en Tops!' riep Simon en ik wist onmiddellijk dat ze de lichamen hadden gevonden. Ik moest vertrekken, nu meteen. Snel sprak ik een camouflagespreuk over me heen en ik begon te lopen. Mijn voeten brachten me naar buiten in de donkere nacht. In de verte zag ik het zwerkbalveld brandden, achter me was een vernietigd kasteel. Ik liep weer verder, maar toen merkte ik een figuur op die ook het kasteel verliet. Snel verstopte ik me achter een boom en toen de persoon dichterbij kwam, herkende ik zijn bril. Harry Potter. Hij gaf zich over, hij liep richting het Verboden Bos. Stil volgde ik hem.

Enkele meters in het bos volgde ik hem. Hij hielt halt en haalde een snaai tevoorschijn. Enkele tellen later bracht hij zijn lippen naar het gouden balletje en het was net alsof hij iets fluisterde. In spanning wachtte ik af wat er zou gebeuren. De snaai opende zich en er verscheen een zwarte steen in de opening. Potter draaide het om en toen hapte ik naar adem van verbazing door wat er daarna gebeurde. Een schim verscheen en nog enkele andere. Ik herkende zijn ouders en Remus de man die ik net had zien vermoord worden. Ook was er een man met lang sluiks haar, ik herkende hem van die keren dat hij als misdadiger in de krant had gestaan. Sirius Zwarts. Potter praatte met hen, maar ik stond te ver om te horen wat hij zei. Het leek wel alsof hij afscheid nam.

Minuten gingen voorbij, terwijl Potter afscheid nam van zijn dode geliefden. Daarna liet hij de steen vallen en liep hij verder het bos in. Ik wist dat hij naar mijn vader liep, hij offerde zich op voor de tovenaars en heksen die achter waren gebleven in het kasteel. Automatisch liep ik naar de steen die hij op de grond had laten vallen. Het was een zwarte steen met een grote barst in. Ik speelde er wat mee, maar er verscheen niets. Na een tijdje de steen rond te draaien, gaf ik het bijna op toen er een witte schim uit de steen verscheen. Er verscheen er maar één. Een klein figuur verscheen. Ik hapte naar adem toen ik hem herkende. Louis. Ik stortte neer op de grond toen ik hem zag. Tranen in mijn ogen. 'Louis.' fluisterde ik. 'Claire. Ik vergeef je.' fluisterde hij. Ik keek naar hem op. 'Ik heb je vermoord, je kan me niet vergeven.' zei ik vol met zelfhaat. Louis glimlachte. 'Jij was diegene die me altijd beschermde, jij was diegene die voor me opkwam ook al was ik een dreuzelskind. Je was jezelf niet toen je me vermoordde, ik had je ook nog eens verraden.' zei hij. Ik schudde verwoed mijn hoofd, kijkend naar de bosgrond. 'Claire! Kijk naar me!' Ik keek naar hem op, hij glimlachte blij naar me. 'Ik vergeef het je, maar op één voorwaarde. Je moet jezelf blijven. Volg niet altijd je vader. Wees jezelf! Jij bent een goed mens, laat dat in je opkomen. Hou het niet tegen!' zei hij, waarna hij verdween. De steen was uit mijn handen gevallen.

Ik wist niet of ik Louis' voorwaarde kon nakomen. Het was al zo lang geleden dat ik mezelf was geweest, ik wist niet eens wie ik echt was. Ik wist enkel duisternis te hanteren. Toen verscheen de pijn weer, wit licht verscheen uit mijn borstkas. Duizenden messen sneden door me heen. De pijn werd erger en toen zag ik Harry Potters gezicht.



Daughter of Voldemort. (fanfic harry potter) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu