88. Azkaban.

4.4K 302 113
                                    

Ik opende mijn ogen, ik zat neer op mijn knieën in het midden van de grote zaal. Een menigte stond rond me, voor me stond Harry Potter. Naast hem stonden Romeo Wolkenveldt en George Wemel. Ik sloeg mijn ogen snel weer neer en bekeek mijn handen. Mijn hoofd voelde leeg, er was niks meer van duisternis te bespeuren. Mijn vader was verdwenen, hij was dood en kon ook niet meer herrijzen. Al zijn krachten waren vernietigd. Ik was bevrijd, ik kon eindelijk mezelf zijn. Wie dat precies was, dat zou ik weer moeten ontdekken. Zuchtend keek ik terug op, ik voelde hoe er een krop in mijn keel ontstond, tranen stonden in mijn ogen. Ik kon niet geloven dat ik eindelijk verlost was, geen dubbele gedachten meer. Geen andere kracht die dingen voor mij bepaalde. Geen bevelen meer die ik moest opvolgen. Een kleine glimlach brak door op mijn gezicht, terwijl een traan over mijn wang liep. Ik keek richting Potter. 'Hij is weg.' zei ik zacht. De jongen keek me aan, eerst verward doordat ik glimlachte. Daarna begon hij ook te glimlachen, ik voelde hoe de menigte ontspande. 

Enkele seconden later werd mijn vreugde doorbroken door touwen die zich om me heen wikkelden. Ze waren afkomstig van Romeo Wolkenveldt. Verward keek ik naar de touwen, wat gebeurde er? 'Claire Vilijn, je wordt gearresteerd voor verschillende misdaden tegen de magische gemeenschap. Je zal een rechtzaak krijgen, maar tot dan zal je in hechtenis blijven te Azkaban.' zei hij met zijn lage stem. Ergens schrok ik niet van zijn woorden, ik had verschrikkelijke dingen gedaan. Ook al was ik niet mezelf, ik kon ook niet al mijn fouten op de duisternis schuiven. Natuurlijk had de duisternis een grote invloed, maar ik was nog steeds zelf verantwoordelijk voor mijn fouten. Ik wierp mijn ogen neer en stond recht. 'We gaan,' beval Wolkenveldt en hij nam me vast aan de touwen en duwde me vooruit. Ik ontweek de blikken die de menigte naar me wierp. Hopelijk zagen ze de schuld die ik op me droeg en ook dat ik verschrikkelijk veel spijt ervoor had. 

Ik werd buiten het terrein geleid, daardoor zag ik wel ravage het gevecht had aangericht. Het kasteel dat ik ooit mijn thuis noemde, was grotendeels verwoest. 'Hopelijk zie je het goed, die verwoesting komt door je vader en zijn vriendjes. Hoogstwaarschijnlijk ook door jou dus.' zei Romeo. Ik voelde me er nog meer ongemakkelijk door. 'Ik...ik...je hebt gelijk.' zeg ik weerloos. Daarna verdwijnselden we, we kwamen neer op een rotsblok midden in de zee. Een massief gebouw stond voor ons, het reikte hoog in de lucht. Romeo duwde me richting het gebouw, de rotsen waren glibberig, maar ik werd telkens weer naar boven gehesen als ik uitgleed. Het huilen stond me nu naderbij dan glimlachen. Ook al waren er geen dementors in de buurt, deze plaats straalde nog steeds een akelige sfeer uit. Er was hier zoveel verdriet geleden en zoveel pijn, dat het permanent in de lucht bleef hangen. 'Vanaf dat we binnen zijn, verlies jij je toverkracht.' zei Romeo en we strompelden naar binnen. We stonden in een kille gang. Twee bewakers stonden binnen, ze knikten naar Romeo. 'Ik breng jullie straks op de hoogte van wat er gebeurt is op zweinstein,' zei hij tegen hen. Hij duwde me door een deur en al snel stonden we in een lift. 

Ik werd naar de bovenste verdieping geleid. 'Jij zal de enige zijn op deze verdieping, de andere gevangen zitten op de eerste verdiepingen. Tweemaal per dag zal je te eten krijgen van een bewaker, je blijft in je gevangenis tot je rechtzaak. Het tijdstip zal je zo snel mogelijk meegedeeld worden.' Ik werd een kleine cel in geduwd, waar alles kil aanvoelde. Er stond een bed met een klam deken, een toilet en een lavabo stonden in de hoek, maar dat was alles. Er was niet eens een raam, enkel een smalle spleet in de muur waardoor een kille wind door guurde. Wolkenveldt sloot de cel achter zich en vertrok, ik bleef alleen achter in de kilte. Ik liet mezelf op het bed vallen en liet mezelf toe om te huilen. De tranen waren net een oneindige waterval. 

De vrouw van Lupos.

De minister van toverkunst. 

Marcus Wilmo. 

Mathilda Belladonna. 

Wesley. 

Louis Klarel, mijn vriend. 

Daughter of Voldemort. (fanfic harry potter) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu