62. Darkness vs Love

4.8K 325 40
                                    

Toen ik uiteindelijk terugkwam op zweinstein was het alweer middag. De woede die ik gedurende de voormiddag had gevoeld was gelukkig voorbij en met een glimlach ging ik naast Draco zitten. 'Hey.' zei ik zacht, ik wist dat ik hem een verklaring verschuldigd was. Draco draaide zich naar me om. 'Hey,' zei hij. Hij bekeek me goed en ik voelde mezelf blozen onder zijn blik. Voorzichtig tilde hij zijn hand op, ik dacht dat hij mijn wang zou strelen. Mijn hart maakte dan ook een teleurgesteld sprongetje toen hij dat niet deed en in plaats daarvan een pluk haar vastnam. 'Nog meer wit.' fluisterde hij en ik knikte. Hij wist wat het betekende en hij zou wel kunnen uitvogelen wat ik had gedaan. Mijn witte haar was net mijn strafblad. Hoe meer wit, hoe meer moorden. Ik voelde geen spijt voor wat ik gedaan heb, helemaal niet, maar toch voelde Draco's blik ongemakkelijk aan. Ik nam mijn haar uit zijn handen en hij kijkt me verbaasd aan. Nu moest ik snel van onderwerp veranderen. 'Ik moet je nog iets vertellen.' Ik keek rond aan de tafel en zag dat Merel er ook zat, een meter van ons verwijderd. Ergens had ik het gevoel dat ze ons gesprek op de voet volgde. 'Kom.' zei ik tegen Draco. Ik stond op en hoopte dat hij me zou volgen.

Ik stapte in een nis en Draco kwam voor me staan. Hij keek bezorgd naar me neer. 'Wat is er?' vroeg hij en hij nam mijn hand vast. 'Ik ben naar het ministerie geweest.' zei ik. 'Voor Wilma.' zei ik. Afwachtend keek Draco me aan, zijn duim maakte zachte cirkeltjes op mijn hand. 'Toen ik terugkeerde in het atrium, werd ik bijna omver gelopen.' Ik liet even een pauze. 'Het was Potter en zijn twee hulpjes.' Draco nam luid adem. 'Wat heb je gedaan?' vroeg hij. 'Ik ben hem natuurlijk gevolgd, we hebben kunnen mee verdwijnselen en kwamen zo bij hen schuilplaats terecht. Jammer genoeg hebben ze dan toch nog kunnen vluchten.' Draco keek me medelevend aan en ik keek verlegen naar beneden. Ik had moeten voorkomen dat ze hadden kunnen vluchten. 'En hun schuilplaats? Heb je daar iets gevonden?' vroeg Draco nieuwsgierig, ik schudde mijn hoofd. 'Niks belangrijks.' Een knorrige huiself was niet belangrijk. 'Oh.' zei Draco, merkelijk teleurgesteld. 'Ik had hen moeten tegenhouden, ik had ervoor moeten zorgen dat ze niet konden vluchten.' De woorden kwamen als een waterval uit mijn mond. 'Hé, hé.' zei Draco en hij trok me in zijn armen. 'Het is niet jouw schuld.' Ik keek naar hem op, er waren enkele lokken voor zijn gezicht gevallen en ik veegde ze snel weg. 'Weet je nog toen we de vorige keer in een nis stonden.' zei ik ondeugend. 'Onze eerste kus.' vulde Draco aan. Ik glimlachte en hij keek me speels aan.

Hij boog voorover en ik leunde naar hem toe, mijn handen in zijn haren. De zijne op zijn rug. Zijn lippen raakten de mijne, maar het voelde anders dan anders. Het vuur dat ik anders voelde, was er wel, maar in een afgezwakte vorm. Alsof een ander deel van mezelf reageerde op zijn kus, niet het deel die dit nu meemaakte. Ik bleef Draco kussen, ervoor zorgend dat hij niks zou merken van mijn reactie. Het liefste van al wilde ik dat het vuur nu op mijn lippen danste, maar het bleef in het achterste van mijn hoofd zitten. Naar adem happend maakte hij zich los, hij kuste mijn voorhoofd en ik legde mijn hoofd op zijn borst. Ik wilde niet dat hij de bezorgde uitdrukking op mijn gezicht zou zien. 'We moeten naar de les.' zei Draco, ik slikte. Les. School was nu iets dat ver van mijn gedachten stond. 'Ga jij maar, ik denk dat ik vandaag spijbel. Ik ben niet in de stemming om iets te leren.' Het klonk logisch wat ik zei, na wat ik gedaan had deze ochtend was ik ook inderdaad niet in de stemming om in een klaslokaal te zitten; maar de echte reden was dat ik wilde begrijpen waarom ik niet meer hetzelfde voelde voor Draco. 'Oke, ik zie je dan wel in de leerlingenkamer.' zei Draco en hij gaf nog een kus op mijn kruin. Ik glimlachte naar hem toen hij nog even naar me omkeek. Toen hij uit het zicht verdwenen was, liet ik me tegen de muur naar beneden glijden. 

Ik bleef een tijdje op de grond zitten, emotieloos keek ik voor me uit naar de muur. Enkele leerlingen passeerden me, maar de meesten keken niet opzij naar mijn schuilplaats. Ondertussen was ik tot de conclusie gekomen dat mijn liefde voor Draco in toom werd gehouden door de groeiende duisternis in mij. Met andere woorden, hoe meer slechte dingen ik deed en dus hoe meer wit haar ik kreeg, hoe minder plaats er was om mijn liefde te tonen. Duisternis en liefde gingen niet samen, er was niet genoeg plaats daarvoor in mijn hoofd. Met een schok besefte ik dat er dan ooit een moment zou komen dat ik Draco aan de kant zou moeten schuiven. Als ik mijn vader bleef nastreven, zou dat moment er sowieso komen. Ik slikte. Ik zou net als mijn vader worden, gevoelloos maar machtig. En nu was het moment om te bepalen of ik dat wel echt wilde. Ik wreef met mijn handen door mijn haar. Het was echt een onmogelijke beslissing, het kwam er eigenlijk op neer dat ik tussen mijn vader en Draco moest kiezen. Ik besloot dat ik nu nog niet moest kiezen. Hopelijk zou mijn liefde voor Draco een plaatsje vinden in mijn hoofd naast de groeiende duisternis. Dan kon toch? Ik hoopte dat het niet hopeloos was. Zuchtend stond ik op en ik begaf me weer in de gangen. 

Nadenkend liep ik door de gangen en ik wist niet naar waar ik liep. Al mijn momenten met Draco stroomden door mijn gedachten en ik wist nu één iets zeker, ik wilde hem niet kwijt. Ik zette me neer op een bankje en tilde mijn knieën op. Toch wilde ik mijn vader niet teleurstellen, niet nog eens. Door het vele nadenken begon mijn hoofd te kloppen en al kreunend legde ik mijn voorhoofd tegen mijn knieën. Ik sloot mijn ogen en probeerde mijn hoofd leeg te maken. Zo zat ik enkele seconden, maar het was net alsof mijn gedachten me uitlachten, want de ene keer zag ik het gezicht van Draco de andere keer mijn vader. Ik mocht de keuze die ik moest maken niet vergeten, dat was duidelijk. Het werd me allemaal te veel. Ik schreeuwde luid en opende gefrustreerd mijn ogen. Toen zag ik een geschrokken Ginny Wemel voor me staan, ze keek me raar aan. Ze zat zo te zien in tweestrijd. 'Wat moet je?' vroeg ik nors, misschien was het wel handig dat ze hier was, dan kon ik mijn frustratie op haar uiten. Ze beet op haar lip. 'Uhm, gaat het wel met je?' vroeg ze. Haar vraag sloeg me uit het veld. Mijn stalen gezicht brak even en zij zag het ook. Snel raapte ik mezelf weer bij elkaar. 'Dat gaat jou niks aan.' snauwde ik. Ze zuchtte. 'Oké dan.' zei ze en met gefronste wenkbrauwen draaide ze zich om en liep verder. Ik vloekte in mezelf, nu zou die Ginny natuurlijk proberen uit te vinden wat er met me was. Dat kon ik er nu echt niet bij gebruiken. 

Daughter of Voldemort. (fanfic harry potter) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu