hoofdstuk 19

950 11 3
                                    

point of view Lucy Hale

Ik parkeer de auto langs de straat en zet hem uit.

"Laat je stoel zakken" zegt JJ, ik luister naar hem en druk op het knopje dat de stoel laat zakken.

"Zie je Limbrey?" Vraag ik.

Hij schud zijn hoofd.

Ik zet een pet op, JJ draait die van hem naar voren.

"Daar is ze" zegt hij, ik kijk door het grote raam naar binnen, een lange blonde vrouw staat daar. Ze ziet er slecht uit.

"Ze is ziek" zeg ik.

"Dat hadden we gezegd" zegt JJ en hij pakt zijn verrekijker.

"Klopt, maar ik wist niet dat ze zó ziek was" zeg ik.

"Je gaat geen schuldgevoel nu krijgen hé" zegt hij, hij focust op de mensen in het huis.

"Nee, nee, tuurlijk niet" zeg ik zachtjes en ik kijk naar beneden.

Een paar minuten is de vrouw weg en gaat het licht uit.

"En nu?" Vraag ik.

"Ik ga het huis in" zegt hij en hij wilt de deur openen.

"Echt niet" zeg ik en ik sluit snel de auto af.

"Maar"

"JJ, als je nu daar naar binnen gaat ben je dood" ik kijk hem serieus aan.

"Ik ga nooit dood"

"Je gaat daar niet naar binnen"

"Maar"

"Nee JJ, je gaat niet" zeg ik.

"Oké, dan niet" zegt hij en hij laat zich in zijn stoel zitten.

Ik draai me weer voor me uit en kijk naar buiten, er valt een stilte.

"Mag ik je wat vragen?" Vraagt JJ na een paar stille minuten.

"Ja" zeg ik.

"Wat wil je gaan doen als je straks weer naar LA gaat, ik bedoel, hoe zit het dan tussen ons?" Vraagt hij.

Ik kijk hem aan.

"Ik heb geen idee, daar komen we dan wel achter. We moeten eerst deze maanden volhouden" zeg ik.

"Denk je dan dat het dan al uit is"

"Nee, tuurlijk niet" zeg ik, ik glimlach naar hem.

Hij glimlacht en pakt dan mijn hand.

Ik zet de radio zachtjes aan en ga op mijn stoel zitten. JJ ligt achterover, zijn ogen dicht, hij heeft mijn hand nog steeds vast.

Ik luister naar de muziek en kijk naar buiten.

Met JJ zijn is apart maar hij geeft me een goed gevoel. Hij laat me in mijn waarde en accepteert me voor wie ik ben, ik zou voor hem nooit hoeven veranderen.

Er komt een zacht snurkgeluidje uit zijn mond, ik grinnik.

****

Het is ongeveer 7 uur s'ochtends als ineens de voordeur open gaat, er komt een man naar buiten , gevolgd door nog een man die de rolstoel met Limbrey naar voren duwt.

Ik ga rechtop zitten en kijk naar de mensen, ze gaan in een de auto en rijden weg.

Ik start de auto en rij zachtjes achter ze aan.

Na een kwartier stoppen ze bij een loods, ik zet de auto een eindje verder.

Ik parkeer de auto op een parkeerplaats een paar meter verderop.

JJ ligt in een diepe slaap en ik krijg hem niet wakker.

"Sorry JJ" zeg ik zachtjes en dan stap ik uit. Ik doe de auto op slot en laat de sleutel in mijn zak vallen.

In een drafje ren ik naar de loods en glip ik naar binnen, ik verstop me achter de rommel waar ik goed zicht heb op Limbrey.

Ik heb dit nog noot gedaan dus ik heb geen idee wat ik moet doen, het enige wat ik weet is dat ik me niet moet laten pakken.

Er komt nog een auto naar binnen waar twee mannen uitstappen, ze pakken een koffer mee en lopen naar Limbrey.

Ze praten wat en ik denk ongeveer twintig minuten later zijn ze weer weg.

Limbrey is er nog, ze bespreekt wat met de mannen.

Dan, uit het niets gaat mijn telefoon.

Ik vloek zachtjes en duik snel weg, snel druk ik hem uit.

Ik laat me tegen de muur zakken en maak me zo klein mogelijk, helaas ben ik al gezien. Een brede man komt naar me toe en pakt me vast.

Hij sleept me mee naar Limbrey en draait me armen op mijn rug.

"Jou ken ik nog niet" zegt de vrouw.

Ik kijk haar aan.

"Wat is je naam?" Zegt ze en ze komt naar me toe. Ik hou me mond dicht. De man geeft me een duw in mijn knieholtes waardoor ik op mijn knieën kom.

"Je naam" zegt hij met een zware stem.

"Lucy" zeg ik snel.

"Zozo Lucy, wat kom je doen"

Weer zeg ik niks.

"Als je niet gaat praten meisje, zal ik andere maatregelen moeten gaan nemen" zegt ze en de andere man pakt zijn pistool.

"Oké oké, ik ben hier voor John B" zeg ik.

"John B?" De vrouw kijkt verbaasd.

"Mhm" zeg ik en ik kijk naar de grond.

"Haal hem" zegt Limbrey tegen een man, de man knikt en loopt weg.

"We moeten even wachten" zegt ze.

Ik kijk naar de grond, ondertussen bedenk ik allemaal plannen om te ontsnappen zonder dat ik doodga.

Een paar minuten later gaat er een deur open en komt er een man naar binnen.

"Is dit haar?" Vraagt de man, hij ziet er zwak uit.

Limbrey knikt.

"Hey Lucy, ik ben Big John, John B's vader" zegt de man, ik kijk op.

Verward kijk ik de mensen aan.

𝘼𝙣𝙤𝙩𝙝𝙚𝙧 𝙒𝙤𝙧𝙡𝙙Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu