hoofdstuk 56

308 7 1
                                    

Point of view Lucy Hale
Het is midden in de nacht als ik ineens wakker schrik. Ik kijk recht het donker in maar dat is het niet. Van beneden komt een hoop geklengel en lawaai.

Ik trek snel sokken aan en loop dan voorzichtig naar beneden. Ik heb geen zin om een of andere gestoorde inbreker tegen te komen.

Wanneer ik het licht aanklik en klaar sta om hem in elkaar te slaan draait hij zich om, ik kijk recht in mijn vaders ogen.

"Lucy" Zegt hij zachtjes, terwijl de lucht van alchohol mijn gezicht tegen moet komt.

"Pap" Zeg ik met een teleurgestelde blik.

"Ik weet het Luc, ik zou stoppen maar het is zo lastig" Zegt hij.

"Kom, ik breng je naar je bed" Ik pak een arm en help hem de trap op.

"Dankjewel Luc" Zegt hij als ik hem heb ingestopt. Ik knik en loop dan de kamer uit. Stilletjes loop ik naar mijn kamer en kruip ik terug onder de dekens.

De rest van de nacht kom ik niet echt meer in slaap, de gedachtes blijven maar door mijn hoofd malen en het lukt me niet om ze uit te zetten.

Om 6.00 besluit ik maar uit bed te gaan en maak ik wat huiswerk. Voor ik het weet is het 8.00 en ben ik onderweg naar school. Halverwege pik ik Ruby op maar die zegt niet zoveel, zo gaat het de laatste tijd.

Het voelt alsof we elkaar beetje voor beetje kwijtraken en ik haat het. Ik wil Ruby nooit van mijn leven kwijt, ze is het beste wat ik heb.

De schooldag is saai en verloopt traag. Ik heb enkel een gesprekje gehad met Rafe, die buitengewoon normaal doet, schijnbaar heeft Ward niks tegen hem gezegd, wat ik wel van hem had verwacht eigenlijk. Rafe was aardig en vriendelijk, misschien een tikje intimiderend en nerveus maar dat liet hij zo min mogelijk zien.

"Lu, ga je mee naar de bibliotheek?" Vraagt Ruby.

Ik knik en samen lopen we naar de bibliotheek.

"Ik was van plan wat huiswerk te maken" Zegt ze zachtjes en ze legt haar boeken op tafel.

"Ik ga kijken of ik iets kan vinden over The Royal Merchant of Santo Domingo" Zeg ik en ik ga loop naar de hal waarin meestal zulke boeken staan.

Een half uur lang ga ik alle boeken af, een voor een alle titels lezen en kijken of er iets over in staat. Ik slaak een diepe zucht en wacht heel even om op rust te komen.

"Lukt het?" Ruby komt de gang in gelopen en kijkt me aan.

"Nog niks gevonden, het is zoveel" Zeg ik.

"Kom ik help je" Ze gaat verder waar ik gebleven ben en pakt een boek.

"Hier, misschien is dit wat" Zegt ze 10 boeken later, ondertussen heb ik ook alweer een aantal boeken gehad.

Ik loop naar haar toe en kijk over haar achouder mee.

"Kom is" Zeg ik en ze geeft me het boek.

Ik lees snel de bladzijde en blader wat door het boek.

"Dit is perfect" Glimlach ik en Ruby begint te lachen.

"Kom we gaan hem lezen" Zegt ze dan serieus en we lopen snel naar de tafel toe.

+++++

"Ik ben thuis" Mijn echo galmt door het huis, er is niemand.

Ik moet stoppen met dat te doen, elke keer hoop
ik dat er iemand is maar dat is niet zo. Ik moet het gewoon niet meer doen.

Ik kleed me snel om in mijn rode bikini, een korte broek en een blousje en loop dan naar beneden. Ik gooi mijn surfboard in de auto en stap in.

Ruby is thuis, ze wou graag thuis zijn. Geen idee waarom, ik dacht dat ze het daar haatte. Ik heb gevraagd of ze er over wou praten maar ze zei alleen dat ze wat tijd nodig heeft en me het later uitlegt.

Dus nu heb ik wat tijd over om even rust te pakken en tijd voor mezelf. Dat gaat het beste met het strand, de zonsondergang en het water.

Ik gooi mijn spullen in het zand en trek mijn kleding uit.

De tijd vliegt voorbij en voor ik het weet is het alweer donker. Ik laat mezelf in het zand ploffen en kijk naar de zee.

De golven geven me rust, eigenlijk maken ze me slaperig maar dat maakt niet uit.

Ik ga op mijn handdoekje liggen en kijk omhoog.

Op zo'n moment voel ik me alleen, ik houd van alleen zijn maar niet van alleen voelen. Hoe eenzaam ik ook op dit moment ben dwalen mijn gedachtes toch af naar hem.

De zee doet me denken aan zijn plezier, het surfen aan zijn lessen, als ik dat doe hoor ik zijn stem in mijn hoofd. Het zand onder mijn voeten doet me denken aan alle mooie herinneringen met de Pogues en de zonsondergang, die doet me denken aan hem. En soms beeld ik me dan in dat hij naast me zit en vertelt hoeveel hij van me houdt. Het zijn die kleine momenten.

Ik kijk naar de sterren.

"Als je je ooit alleen voelt, kijk dan naar de sterren want hoe ver we ook van elkaar weg zijn, we zitten altijd onder dezelfde sterren"

Zijn stem dwaalt door mijn hoofd en ik sluit mijn ogen.

"Ik hou van je" Fluister ik zachtjes.

A/N
leuk einde👍 lekker clichee en cringe weer gadveredamme ieuw bah. maar anyways #jucy forever

dat was t doei

𝘼𝙣𝙤𝙩𝙝𝙚𝙧 𝙒𝙤𝙧𝙡𝙙Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu