Deel 6

161 9 0
                                    

Pijn. Au. Hoofd. Langzaam opende ik mijn ogen. Au. Snel sloot ik mijn ogen weer. Het licht was veel te licht. Voorzichtig openden ik mijn ogen, iets wat ditmaal beter ging. Ik lag in een kamer en er lag iemand naast mij. Toen ik beter keek zag ik de contouren van een vrouw. Ik herkende ineens Suzanne in die contouren. Ik keek rond in de kamer, die ik niet herkende. De kamer was wit, heel wit. Voorzichtig stond ik op. De grond tolde voor mijn ogen en even werd het zwart voor mijn ogen. Duizelig slenterde ik door het huis op zoek naar iets wat mijn hoofdpijn kon verminderen. Alleen kon ik het nergens vinden. Langzaam liep ik terug naar de kamer waar ik vandaag kwam.
'Suus.' Voorzichtig schudde ik haar door elkaar heen. 'Suus.' Zei ik nu iets harder. Nog steeds geen beweging. 'Suus.' Gilde ik bijna, iets waarmee ik meteen stopte, aangezien ik er nog meer hoofdpijn van kreeg. Langzaam ontwaakte Suzanne vanuit haar diepe slaap.
'Ils.' Zuchtte ze. 'Wat is er?' Stamelde Suzanne.
'Waar ligt de paracetamol?' Vroeg ik aan haar.
'Weet ik niet.' Zei Suzanne. 'Ik heb teveel hoofdpijn om na te denken.'
'Ik dus ook, daarom wil ik paracetamol.' Even hield ik stil. 'Ik ga wel weer verder op zoek.' Net voordat ik wilde opstaan opende Suzanne haar mond.
'Wacht.' Ik keek Suzanne aan. 'Volgens mij had ik uit voorzorg vast paracetamol vast in mijn tas gestopt.'
'Ik kijk wel even.' Zei ik snel. Snel stond ik op en ging als een gek opzoek naar Suzannes tas. Ik vond hem ergens in de grote puinhoop in ons plekje. Ik haalde de tas overhoop en vond daar het pakje met "Paracetamol, voor koorts en pijn" erop. Snel drukte ik er twee witte pilletjes uit en pakte een glas water. Snel stopte ik de pillen in mijn mond en samen met wat water slikte ik zo snel mogelijk de pillen door. Opnieuw vulde ik een glas en pakte ik de strip pillen om daarmee terug naar Suzanne te lopen. Net toen ik de hoek omliep liep ik tegen Suzanne op.
'Oh hey.' Ik overhandigde Suus de pillenstrip en het glas water. 'Voor je hoofdpijn.' Verduidelijkte ik mijn actie.

's Middags hingen Suzanne en ik nog steeds brak op bed.
'Waarom gaan we ook al weer uit?' Vroeg ik terwijl ik zuchtte.
'Ik weet het serieus niet meer. Mijn kop gaat echt uit elkaar barsten binnenkort.' Klaagde Suzanne. 'Ik trek dit echt niet meer, mogen we niet alweer paracetamol?' Ik keek op de klok.
'Nee, over drie uur pas weer.' Zuchtte ik.
'Wat moeten we nu doen? No way dat ik dit nog drie uur ga uithouden. Ik word echt helemaal gek.'
'Zullen we maar weer gaan slapen, want ik trek dit ook niet langer.'

Toen ik voor de tweede keer deze dag wakker werd, was Suzanne al uit bed. Ik keek op mijn wekker. Negentien uur dubbelepunt zevenentwintig. Snel stond ik op uit bed. Het was gewoon al half acht! Mijn hoofdpijn was wat weggezakt gelukkig. Ik liep door onze kamer heen opzoek naar Suus. Ik vond haar op de bank.
'Hey Ilsje, hoe voel je je?' Vroeg Suzanne meteen.
'Veel beter, jij?'
'Nog altijd brak, maar al wel beter.' Lachte Suus. Samen begonnen we te lachen. Daar zaten we dan, met z'n tweeën, met hoofdpijn van onze kater in Frankrijk. Zou dit wel goed komen?

Déjà VuWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu