Deel 32

186 9 2
                                    

De volgende morgen werd ik wakker met pijn in mijn buik. Ik wierp een blik op de wekker. Nul, vier, dubbelepunt, vijf, zeven. Ik probeerde mij om te draaien maar kreeg last van een vervelende steek in mijn buik. Ik herkende de pijn, het was een wee. Ik had de afgelopen weken al wel een paar weeën gevoeld, maar die waren minder erg dan deze. Toen de wee voorbij was probeerde ik op te staan, wat wel aardig lukte opzich. Ik liep even later de gang op en kreeg opnieuw last van een wee, deze was heftiger dan die van net en ik kon geen pijnkreet onderdrukken. Even hijgde ik en probeerde daarna weer door te lopen. Een paar tellen later stonden mijn ouders voor mijn neus, die ik allebei niet hoefde te vertellen wat er aan de hand was, want dat konden ze duidelijk zien. Mama pakte mij bij mijn hand en nam mij mee naar beneden. Papa liep achter ons aan en nam de tas vanuit de hal mee. Mama zette mij in de auto op de achterbank neer en papa nam plaats op de bestuurdersstoel. Papa startte de auto op en reed ons naar het ziekenhuis toe.

Een paar uur later lag ik in het ziekenhuis en zat ik op negen centimeter ontsluiting. De weeën waren inmiddels veranderd in persweeën, maar persen mocht ik nog niet. Ineens voelde ik weer een wee aankomen.
'Er komt een wee aan hé?' Vroeg mijn moeder. Ik knikte en voelde zowel mama als Suzanne mijn handen pakken. Papa en mijn broers zaten met z'n drieën op de gang te wachten totdat het kindje was geboren. Ineens was de wee er echt en ik gilde het uit van de pijn. Nog nooit, maar dan ook nooit, had ik zo veel pijn ervaren en ik denk dat ik dit ook nooit meer zou willen.

Een half uurtje later kwam de verloskundige de kamer ingelopen. Ze kwam kijken hoeveel centimeter ontsluiting ik had.
'Ilse, je hebt tien centimeter ontsluiting.' Bracht de verloskundige de verlossende woorden dat ik zometeen mocht gaan persen. Bijna was mijn kindje er, bijna.

Een paar minuten later stonden er verschillende mensen om mijn bed, maar daar had ik geen oog naar. Het enige wat ik belangrijk vond was het moment wanneer ik echt mocht gaan persen.
'Ilse, je mag wat rechter op gaan zitten en je handen om je knieën klemmen.' Braaf deed ik wat de verloskundige zei. 'En nu mag je als er een wee komt gaan persen.' Zei ze. Even later voelde ik de wee en begon ik te persen. Ik gilde van de pijn terwijl de tranen over mijn wangen stroomde, maar ik ging stug door. Na een aantal keer persen zei iemand enthousiast dat diegene het hoofdje zag, maar ik moest blijven persen. Een aantal minuten later voelde ik dat het kindje eruit werd getrokken en op mijn borst werd gelegd.
'Het is een meisje.' Zei één van de mensen, maar dat maakte mij niet uit, want dat wist ik al. Ik bleef maar kijken naar het kleine levende wezentje op mijn borst. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik was negentien en zojuist bevallen van een dochtertje. Dit was de keiharde realiteit. Dit was vanaf nu mijn leven.

Déjà VuWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu