Deel 35

166 9 0
                                    

Na een lange, gebroken nacht werd ik om 7 uur wakker van Charlotte, die naast mij in haar wiegje naast me lag. Ik legde haar voorzichtig tegen me aan en probeerde haar te sussen. Papa en mama waren er vannacht ook een paar keer uitgegaan voor Charlotte. Ik vond het lief dat ze me wilden helpen, want zij hadden ook hun rust nodig. Na een tijdje stopte Charlotte met huilen en ze keek me met grote oogjes aan. Ik kon niks anders doen dan glimlachen. Misschien was het raar om te zeggen, maar stiekem maakte deze situatie me toch wel een beetje gelukkig. Charlotte was nu al mijn alles. Toen Charlotte weer bijna begon te huilen snapte ik dat ze honger had. Snel voedde ik haar even en niet veel later viel Charlotte tevreden in slaap, tegen mijn borst. Ik keek naar haar. Charlotte zou nooit weten wie haar vader was... Misschien zou ze me dat altijd kwalijk nemen... Ik begon me echt schuldig te voelen. Charlotte had toch een vader nodig? Maar wat kon ik er nu nog aan doen? Die man vond ik nooit weer terug. Dat was gewoon onmogelijk. Charlotte zou alleen opgroeien met een moeder, en dat was allemaal mijn schuld.

'Ilse, hoe voel je je?' Vroeg mijn tante toen ze de kamer binnenkwam. Er zou vandaag wat familie langskomen om Charlotte te bekijken. Ik vond het lief, maar op de een of andere manier schaamde ik me. Het voelde een beetje alsof ik alles verpest had. Ik werd nu vast gezien als een slet, ook door de familie. En hoe vaak ze ook zeiden dat dat niet zo was, zo voelde het wel. 'Raar.' Antwoordde ik. Mijn tante glimlachte. 'Dat snap ik wel.' Ze kwam naast me zitten en keek vol bewondering naar Charlotte, die net haar oogjes opende. 'Ach god, wat een schatje!' Bracht mijn tante uit. Ik glimlachte. Deze reacties maakten me dan wel weer trots. Trots op mijn dochtertje. Ik knikte en keek naar Charlotte, die me aankeek. Op dat moment kwam mijn broer binnen. 'Daar is ome Martijn weer!' Riep hij vrolijk. Iedereen in de kamer begon te lachen, en ik moest ook een beetje lachen. 'Ja, ze is nu al dol op me.' Ging Martijn lachend verder. 'Ja, wie is er niet dol op jou?' Ging ik mee in zijn grap. 'Geen idee, ik kan zo niemand verzinnen. Jij Ils?' Ik schudde mijn hoofd. Toen Martijn bij me kwam begon Charlotte te huilen, waardoor ik begon te lachen. 'Ik denk dat ik iemand heb gevonden. Ome Martijn is eng he?' Grinnikte ik terwijl ik Charlotte zachtjes heen en weer wiegde. Ze werd rustiger en Martijn zuchtte. 'Dit wordt nog wat.' Ik knikte. Dat werd het zeker.

Déjà VuWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu