Deel 2 43

810 44 3
                                    

Pov Annefleur

Ik loop het kamertje in waar Dioni met handboeien vast zit gemaakt aan de tafel. 'Wat heb je gedaan?' vraag ik en ik ga tegenover hem zitten. 'Ik heb gewoon gevochten. Niks bijzonders.' bromt hij en ik frons even. 'Niks bijzonders? Dioni! Je bent opgepakt!' roep ik en hij zucht. 'Nou en, ik kom gewoon weer vrij.' bromt hij en ik sta op. 'Ik ben het zat. Je zoekt het maar uit.' zeg ik en ik loop het kamertje uit. Hoe kan hij nu nog zo doen? Hij is verdomme opgepakt! 'Annefleur.' begint Samuel maar ik loop langs hem heen. Ik wil niet horen dat het wel goed komt, ik ben het zat.

Mijn telefoon gaat en ik zie dat het Samuel is. Ik neem zuchtend op. 'Annefleur, je moet naar de begraafplaats komen.' klinkt Samuel zijn stem, hij praat behoorlijk zacht. 'Wat? Waarom?' vraag ik fronsend en ik trek mijn jas aan. 'Dioni is net vrij gelaten. Ik zat in de wachtkamer omdat hij me niet wilde spreken. Toen hij vrij was liep die zo langs me heen. Ik ben hem gevolgd en nu zit hij bij het graf van zijn moeder, huilend.' klinkt Samuel zijn zachte stem. 'Ik dacht dat hij de pijn wegduwde.' mompel ik en ik loop het studentenhuis uit richting mijn auto. 'Blijkbaar breekt hij nu. Ik denk dat jij de enige bent die hem kan troosten.' zegt hij en ik hang op. Ik rij richting de begraafplaats waar ik mijn auto langs de weg parkeer. Ik zie Samuel bij de poort staan, 'Weet hij dat je hier bent?' vraag ik en hij schudt zijn hoofd. 'Ik ben hem stiekem gevolgd. Ik had verwacht dat hij zich suf zou drinken, niet dit.' legt Samuel uit en ik knik. Ik loop de begraafplaats op en gelijk hoor ik het harde gesnik van Dioni. Ik loop richting het graf van zijn moeder en zie Dioni snikkend op zijn knieën voor het graf zitten. Een beetje sneeuw ligt op het graf en daar zit hij, in zijn witte t-shirt midden in de winter. Zijn witte t-shirt is nat van de vocht en schijnt nu door, zijn tattoo's zijn overduidelijk zichtbaar. Ik hurk naast hem neer en pak hem vast. Zijn armen voelen ijskoud aan en hij kijkt snikkend op. 'H..Het s..spijt m..me.' snikt hij met trillende lippen die blauw zijn van de kou en ik trek hem tegen me aan. Ik voel zijn lichaam rillen, nog even en hij is onderkoeld. 'Je moet hier weg.' zeg ik, maar hij schudt zijn hoofd. 'Dioni, je bent hartstikke koud!' zeg ik, maar hij schudt opnieuw zijn hoofd. 'I..Ik verdien j..je niet. I..Ik ben e..een lul.' snikt hij rillend en hij laat me los, zijn bruine ogen kijken me bang aan. 'I..Ik breng je in gevaar A..Anne.' zegt hij zachtjes en hij slaat zijn ogen neer. Zijn lip trilt nog altijd. 'Dioni.' begin ik maar hij schudt nog een keer zijn hoofd. 'Ik doe je pijn, je kan niet met me zijn, dat kan niet.' snikt hij en hij veegt met trillende handen zijn tranen weg. Ik pak zijn gezicht vast die ook ijskoud is, 'Dioni, laat die woorden van je vader je nou niet binnen dringen.' zeg ik en hij kijkt me aan. 'Het is zo Anne.' antwoord hij rillend. 'Als het zo is, waarom hou ik dan van je?' vraag ik en hij blijft eventjes stil. Hij doet zijn mond open om iets te zeggen maar sluit hem dan gelijk weer. 'Precies, kom met me mee naar huis.' zeg ik, zijn ogen staren me nog altijd aan. 'Nee, je verdient veel beter. Je verdient iemand die je een toekomst kan geven.' zegt hij en ik slik even, denkend aan het feit dat hij nooit kinderen wilt en nooit wilt trouwen. Iets wat ik juist wil. Er is absoluut geen toekomst voor ons, maar toch wil ik hem. 


Roommates ft. B-Brave (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu