Deel 2 80

782 41 3
                                    

Pov Dioni

Mijn vader drukt een plastic tas in mijn handen, die was me nog helemaal niet opgevallen. 'Voordat Thijs die hartaanval kreeg... Was hij wakker.' begint hij zachtjes en ik kijk hem aan. Ik dacht dat hij in zijn coma was overleden.. 'Het ging niet goed met hem, maar hij was wakker. Ik zat bij hem op de kamer en sprak een tijdje met hem.' gaat hij zachtjes verder en ik zie aan hem dat hij het moeilijk vind. 'Ik vertelde hem hoe jij er onder was, wat zijn grote broer van dit alles vond.' mijn vader begint te snikken en ook ik moet op mijn lip bijten om niet opnieuw in tranen uit te barsten. 'Hij wilde dat ik dit aan je gaf.' snikt hij wijzend naar de plastic tas in mijn handen. Ik open hem en haal de groene trein van Thijs eruit. Het was zijn lievelingstrein... De tranen rollen over mijn wangen. 'N..Nee.' snik ik zachtjes en mijn vader slaat een arm om me heen. 'Hij vertelde me hoe blij hij was dat hij jou heeft leren kennen, hoeveel hij van je hield. Hoe je er voor hem was.' snikt mijn vader, waardoor mijn tranen alsmaar meer worden. 'Het was alsof hij wist wat er ging gebeuren, alsof hij afscheid van je nam.' snikt mijn vader. Bam, de muur om mijn hart valt kapot. Ik had afscheid van hem kunnen nemen.. Ik had daar moeten zijn, maar ik wilde vluchten... 

Pov Annefleur

Ik loop het appartement in. Dioni zijn vader vertelde me dat hij Dioni hier had afgezet, omdat Dioni daar om vroeg. Ik tref hem aan op de bank met een kladblok op zijn schoot. Ik hang mijn jas op en ga naast hem op de bank zitten, 'Hey.' fluister ik zachtjes en hij kijkt op, alsof hij nu pas door heeft dat ik binnen ben. Mijn blik valt op de groene trein die op de salontafel staat. 'Hey.' antwoord hij na een tijdje. 'Wat ben je aan het doen?' vraag ik wijzend naar het kladblok. Hij legt het aan de kant, 'Ik wil iets over Thijs zeggen.. Op de begrafenis.. Maar ik zit vast.' antwoord hij en het verbaasd me dat hij antwoord geeft op mijn vraag. 'Dioni, het maakt niet uit wat je over hem zegt. Thijs zal al lang trots zijn op zijn grote broer. Alles wat je zegt is prachtig.' fluister ik en hij knikt. Ik haal mijn hand door zijn haar, wat hij gelukkig toestaat. 'Het spijt me dat ik je wilde wegduwen.' zegt hij zachtjes en zijn bruine ogen kijken me bang aan. 'Het geeft niks, lieverd. Ik begrijp het.' antwoord ik en ik glimlach zwakjes. Ik pak zijn hand vast, 'Maar je moet wel weten dat ik hier ben. Je staat nergens alleen voor Dioni. Ook niet voor die pijn. Ik zal er alles aan doen om jou te helpen, om jou door deze stekende pijn heen te krijgen. Ik zal je helpen om deze leegte die je voelt te negeren, zodat jij je beter gaat voelen, maar het kost wel tijd.' zeg ik en ik knijp even in zijn hand. 'Leegte? Steken?' vraagt hij zachtjes. 'Ik weet hoe je je voelt Dioni, ik ben ook wel eens iemand verloren. Zulke pijn verandert niet.' antwoord ik en hij knikt. Ik druk een kus op zijn hand, 'Ik ben hier en ik ga niet weg, dus probeer me dan ook niet weg te duwen.' fluister ik. Hij slaat zijn armen om me heen en ik trek hem dichter tegen hem aan, 'Het komt allemaal goed.' stel ik hem gerust en hij legt zijn hoofd op mijn borst. Ik hoor hem zachtjes snikken, 'Ik hou van je.' snikt hij zachtjes en ik haal mijn hand door zijn haar. 'Ik hou ook van jou.' antwoord ik. 

Pov Dioni

Ik staar naar het papier die voor me ligt en dan naar alle mensen in de kleine zaal. Ik verscheur het papier, hier schiet ik niks mee op. 'Ik kende Thijs nog niet zo lang, maar toen ik hem voor het eerst zag wist ik het al... Dit was het jongetje die ik met heel mijn hart moest beschermen. Hij was mijn kleine broertje en wat mocht ik trots zijn om hem zo te kunnen noemen.' begin ik en ik haal even diep adem. 'Ik hoefde maar het huis binnen te lopen en hij rende me omver, 'Dioni, kom je met me spelen?' vroeg hij altijd.' zeg ik en er rolt een traan over mijn wang. 'Er was niemand, maar dan ook niemand op deze aarde die mij als een kindermens zag. Ik kon totaal niet met kinderen omgaan en wilde er niks van weten, maar Thijs.. Thijs was anders. Thijs was de kleine versie van mij, hij was precies hetzelfde. Hij was nog zo onschuldig en jong, te jong.' zeg ik snikkend en ik knijp even in het verscheurde papier. 'Er zijn zoveel mensen op deze aarde die het verdienen om te overlijden. Mensen die we niet op deze aarde willen hebben, maar Thijs.. Thijs hoorde hier en hij had nog een heel leven voor hem. Ik was zo benieuwd hoe hij zou opgroeien, zou hij dan nog steeds op me geleken hem? Zou hij juist heel anders zijn geweest? Er was maar één ding waar ik zeker van was.. Ik zou zijn leven lang aan zijn zijde blijven staan en hem beschermen tegen alles. Ik geef niet snel om mensen, maar als ik het doe.. Dan doe ik het goed.' snik ik en ik veeg mijn tranen weg. 'Ik kon hem niet beschermen tegen dit.. Tegen de idioot die tegen hem aanreed. Tegen deze hartaanval, maar ik had er wel voor hem kunnen zijn. Ik had afscheid kunnen nemen, maar nee.. Ik vluchtte tegen de pijn.' ik zie dat Annefleur op staat en ze loopt naar me toe. Ze legt haar hand op die van mij en knijpt er even in. 'En ik heb er zo ontiegelijk veel spijt van dat ik er niet was.. Dat ik hem verlaten heb.' snik ik en ik hap naar adem. 'Maar.. Dat verandert niks over hoe ik om Thijs dacht. Om het feit hoe gelukkig ik met hem was.' snik ik en Anne trekt me tegen zich aan, 'Het is goed zo.' fluistert ze.

Ik staar naar de kist die langzaam naar beneden zakt. Ik kijk weg, ik wil het niet zien... 'Dioni, kom je spelen?' klinkt een stem, het is Thijs zijn stem. Ik knijp mijn ogen dicht. Hij is niet hier.. Hij is niet hier.. Herhaal ik in mijn hoofd. Annefleur pakt mijn hand vast. 'Ik word gek.' fluister ik en ik knijp in haar hand. Ze staat op en trekt me overeind. Ik open mijn ogen, 'Kom mee.' zegt ze en ze trekt me de begraafplaats over. 'Waar gaan we heen?' vraag ik niet begrijpend, met de tranen nog in mijn ogen. 'Er zijn wat mensen voor je.' zegt ze en ze stopt voor de kerk. Ik kijk op en daar staan ze.. Alle vier. Kaj, Cassius, Samuel en Jai. De jongens wie absoluut niet met elkaar overweg kunnen, maar toch om elkaar geven. Ik glimlach zwakjes en draai me naar Anne. 'Heb jij dit geregeld?' vraag ik zachtjes en ze knikt. Ze geeft me een duwtje richting de jongens en loopt dan weg. 'Dioni, je bent niet alleen.' zegt Jai en hij loopt naar me toe. 'Wij alle vier zijn er voor je.' zegt Cassius. 'En we gaan niet meer weg...' glimlacht Kaj. Ik kijk ze één voor één aan. 'Je zit voor altijd aan ons vast.' lacht Samuel en voor ik het echter door heb vliegen ze me alle vier om de hals. 

Roommates ft. B-Brave (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu