Vermoeid open ik mijn ogen. Mijn gezicht voelt stijf door de opgedroogde tranen op mijn wang en mijn armen branden door open sneeën. Als ik naar de klok aan mijn muur kijk zucht ik vermoeid. Puf om op te staan heb ik niet, dus besluit ik in mijn kamer te blijven. Denkend aan wat er gister is gebeurt voel ik mezelf weer onzeker worden. Mijn ogen beginnen opnieuw te prikken en de chaos in mijn hoofd wordt met de seconde groter. Al snel bevind ik me midden in een paniekaanval en stap ik wankelend uit bed. Ik vind mijn weg naar het raam en maakt deze met trillende vingers open. Happend naar adem laat ik de frisse buitenlucht in mijn longen stromen.
Mijn ogen kijken zoekend mijn kamer rond en blijven haken bij de onderste la van mijn boekenkast. Als ik mijn ademhaling enigszins op orde heb loop ik ernaar toe en maak ik de lade open. Briefkaarten en enveloppen komen te voorschijn. Ik slik, maar mijn besluit staat vast. Met zwetende handen pak het papier en een pen. Zittend aan mijn bureau kijk ik naar het witte papier voor me. Een brief schrijven heb ik al zo vaak gedaan, maar zo'n brief is anders. Het voelt alsof ik niet mag falen in het schrijven van mijn laatste woorden en gedachtes. Alsof ik een voetstap op de wereld moet achterlaten, andere mensen vertellend niet hetzelfde te doen.
Ik pak mijn pen voor de zoveelste keer op en begin met schrijven. Mijn hand glijd over het papier en late vele woorden achter op het inmiddels gevulde papier. De muziek galmt in mijn oren, proberend niet te veel na te denken over mijn laatste woorden. Tranen rollen over mijn wangen als ik de eerste brief in de envelop stop en met de volgende begin.
Bij ieder woord dat ik schrijf beginnen tranen harder te rollen en bijt ik harder op mijn lip. Ik twijfel, vraag me af of ik het hem kan aan doen en begin dan opnieuw te schrijven. De tweede brief verdwijnt al snel in de envelop en mijn hand verkrampt. Toch blijf ik doorschrijven, wetende dat ik niet alle tijd zal hebben.
Gedurende de brieven schijven blijf ik hopen op een berichtje van Jack, maar hoe langer hij niks stuurt, hoe minder ik twijfel over mijn idee. Als ik zeven brieven heb geschreven stop ik. Langzaam loop ik naar beneden om een appel te pakken en die in stilte op te eten.
Zodra ik mijn appel op heb loop ik weer naar boven om verder te gaan. Mijn hoofd wordt leger en rustiger bij iedere brief die ik schrijf. Het papier vult zich bijna automatisch met woorden, dat ik er bijna bang van wordt. Naast me ligt een klein papiertje met een paar namen erop.
Jack, Luke, Brandon, Roos en mijn ouders. Dat zijn de mensen die een envelop in hun handen krijgen geduwd op het moment dat ze me zullen vinden.
Om eerlijk te zijn vind ik de brief voor Roos misschien nog wel het moeilijkst. In de korte drie maanden is ze ook mijn kleine zusje geworden en mijn hart breekt als ik me voorstel hoe ze huilt. Voor sommige heb ik maar één brief, andere krijgen er meer. Jack heeft verreweg de meeste gekregen. Vierentwintig om precies te zijn, zijn lievelingsgetal.
Luke krijgt er ook meerdere. In het begin wilde ik een brief schrijven waarin ik hem liet weten hoe het voelde om achtergelaten te worden, maar ik het lukte me niet om de woorden op papier te zetten. Misschien omdat ik hem geen levenslange schuld wil geven, misschien omdat ik ergens diep in mijn hart begrijp waarom hij me heeft verlaten. Daarom vulde ik zijn brieven met onze momenten samen, dankbare woorden en een hoop liefde.
Voor mijn ouders hoefde ik niet lang na te denken. Ik schrijf voor de eerste keer op wat ik echt van ze vind. Ik vertel ze hoe erg ik heb verlangt naar een liefdevolle jeugd. Hoe erg ik snakte naar een veilige plek en steun van de mensen die ooit erg van me hadden gehouden.
Voor het eerst ben ik zelfverzekerd. In de brieven vertel ze, de soms pijnlijke, waarheid die ik ze al zo lang wilde vertellen. Voor het eerst heb ik een weerwoord tegen mijn ouders, wetende dat ze me nooit meer wat kunnen aandoen.
Ik leg mijn pen neer als ik de laatste brief heb geschreven. Mijn ogen bekijken de vele enveloppen waarna ik diep zucht. De dag is voorbij gevlogen en buiten begint het al weer donker te worden. Tot mijn grote geluk kreeg ik in de middag een onverwachts berichtje van mijn moeder die me vertelde dat ik vanavond alleen zou zijn. Ik stop alle brieven weg, loop naar beneden en ga op de bank zitten. Zappend naar een leuk programma kijk ik om me heen. Het raar om je te beseffen dat dit de laatste keer is dat ik op deze bank zit, naar de tv kijk en voor het laatst ga eten.
Net als ik de tv wil uitzetten gaat de deurbel. Ik frons en open de deur. Mijn ogen worden groot als ik Jack voor me zie staan. Uit een reflex sluit ik de deur, maar Jack houdt hem snel tegen. 'Het spijt me David, maar ik moet met je praten.' smeekt hij zacht als we in de gang staan. Ik loop de naar woonkamer, wetende dat ik hem niet kan tegenhouden en ga opnieuw op de bank zitten. Jack komt naast me zitten en kijkt me met waterige ogen aan.
'Ik wil alleen zeggen dat ik onwijs veel van je houd.' begint hij zacht. Zijn ogen bruine doorborende de mijne. 'Ik zou echt heel graag bij je willen zijn, maar ik kan het niet. Het ligt niet aan jou, het ligt aan mij. Ik ben zwak en onzeker en kan dit niet.' Als hij de woorden uitspreekt rollen de tranen over zijn wangen. Ik voel me schuldig, wetende dat hij me morgen niet meer kan zien. Het blijft een tijd stil tussen ons.
Beide willen we geen afscheid van elkaar nemen, vooral ik niet. Alsof Jack aanvoelt wat ik van plan ben blijven de tranen lopen. Ook ik houd het niet droog en langzaam worden ook mijn wangen nat van de tranen.
'Ik moet gaan.' mompelt Jack zacht. Ik knik en begin onbewust nog harder te huilen. Hoe vastberaden ik ook ben over mijn plan, afscheid nemen van Jack is het moeilijkste wat er is. Langzaam staat hij op en loop hij naar de voordeur.
'Een afscheidskus?' vraagt hij zacht. Ik knik en kom dichterbij hem staan om vervolgens mijn lippen voor het laatst op de zijne te plaatsen.
'Ik houd van je David.' fluistert hij zacht waarna hij mijn huis verlaat en ik alleen achter blijf. Ik kijk hem na, slik moeilijk en loop weer naar boven. Vluchtig schrijf ik de vijfentwintigste brief voor Jack. Opgelucht haal ik adem, wetende dat ik hierna nooit meer iets hoef te voelen.
Hoop dat jullie het leuk/ mooi vonden! Nog maar heel even en dan is het alweer af. Super bedankt voor jullie lieve reacties en geduld! Xx
JE LEEST
A Little Too Much... (boyxboy) ✔️
Teen FictionDavid is al jaren verliefd op Jack, de grootste player van de school. Tot Davids grote verdriet beseft hij maar al te goed dat hij Jack nooit kan krijgen. Ondertussen gaat het thuis ook niet echt vlekkeloos; zijn ouders negeren hem sinds ze erachter...