Hoofdstuk 48

1.4K 66 40
                                    

Jack pov

'David! Waar ben je?!' roep ik door het gebouw heen. Hijgend ren ik door het flatgebouw waar David en ik weleens samen kwamen. 'David?!' Geen antwoord. Alleen mijn stem dat galmt door het gebouw heen. Gefrustreerd ren ik verder. Waar kan hij zijn? Hoe kon ik zo stom zijn? Ik had niet moeten weglopen nadat ik hem kuste. Ik moest bij hem blijven, hem vertellen hoe blij ik met hem ben en me niks aantrekken van andermans mening.

Ik ren de gang in en uit. Ga naar rechts en links. Van verdieping naar verdieping. Overal ren ik naartoe, hopend om David te vinden. Radeloos ren ik rond. Niet wetend waar ik moet zoeken.
Hulpeloos zit ik op een bankje ergens in een park dichtbij het gebouw. Overal heb ik gezocht, maar geen David. Wat bedoelde hij met het berichtje 'Ik heb altijd van je gehouden, vergeet dat niet.'?
Bijna wil ik het opgeven. Gewoon naar huis lopen. En er niet meer aan denken. Hem vergeten.
Ken je dat gevoel als je denkt dat er iets over is en dat er dan allemaal herinneringen afspelen in je hoofd? Net een film?
Dat is wat ik nu heb. Herinneringen.
Dat we samen in een boom zitten. Dat hij me vraagt om zijn vriendje te zijn. Dat we stiekem elkaar op school knipogen gaven. Na school geheime afspraken. Samen een avondje films kijken.
Alles was zo geweldig. Geen haat. Geen vader die je mishandelde. Geen alles. Alleen ik en David.
Nog steeds speelt de film zich verder. Onze af en toe ruzies. Onze ups en downs. Alles speelt zich af. Ook de momenten waarop we elkaar onze diepste geheimen vertellen midden in de nacht. Zelfs de plekken waar we ons veilig voe-

Meteen spring ik op en ren naar buiten. Vol met nieuwe hoop blijf ik rennen.Na een tijdje ben ik er eindelijk. Helemaal kapot, maar dat maakt niet uit. Eerst David vinden en daarna pas rusten. Ik moet als het goed is alleen nog de hoek om en dan ben ik er. De plek waar David zich veilig voelt.

Ik loop de hoek om en sta meteen verbaasd stil. Mijn ogen vergroten zich en kijken naar het tafereel voor me. Een stuk is afgezet met een rood politielint. Er staan meerdere politieauto's en een ambulance. Aan de zijkant staat een groep mensen, nieuwsgierig naar het tafereel te kijken.
Ik kom dichterbij, loop ook naar de zijkant en wurm me door de massa heen tot ik uiteindelijk vooraan kom te staan. Naast me staat een wat ouder vrouwtje. Ik draai me een beetje naar haar toe en vraag wat er aan de hand is. Terwijl ze me verbaasd aankijkt, hoop ik zo erg dat het niet is wat ik denk.

'Weet je dat niet?' Vraag ze nog steeds verbaasd. Ik schud mijn hoofd angstig. 'Die arme jongen heeft zelfmoord gepleegd. Zijn leven moest wel vreselijk zijn. God mag weten wie of wat de reden ervoor mocht zijn..' en met dat kijkt ze weer triest voor haar uit. Mijn hoofd draait van alle kanten. Mijn benen kunnen maar amper blijven staan. Mijn zicht verslechterd bij de seconde. Mijn mond begint droog te worden en tranen vormen zich in mijn ogen.

Ik baan me een weg door de onderhands grote groep mensen heen. Als ik eindelijk eruit ben, loop ik door totdat ik bij een muur kom, waar ik dan ook tegenaan leun.
Hij deed het. Hij heeft het gedaan. Hij heeft zijn belofte verbroken. Door mij.Ik had bij hem moeten blijven. Ik had hem moeten steunen en hem moeten oppeppen op de meest vreselijke momenten. Ik had tegen Brandon moeten ingaan, zijn ouders verrot moeten schelden al mijn energie in hem moeten steken.

Ik begin te schreeuwen. Huilend schreeuw ik zijn naam en dat hij wakker moet worden. Ik zak door mijn benen heen en val huilend op de grond. Ik smeek de mensen om me heen om te zeggen dat het niet waar is, stikt bijna in mijn eigen snikken en haal snakkend adem.

Een stem vormt zich in mijn hoofd. Het begint meteen te praten en stopt ook niet meer. Des te langer ik luister, des te meer ik erachter kom dat ik die stem maar al te goed ken.

"Je weet dat het jouw fout is."
"Je weet dat ik nu dood ben vanwege jou."
"Je was niet goed voor me."
"Het enige waar je om gaf, was jezelf."
"Mensen veranderen niet."
"Je hebt nooit van me gehouden."
"Jij hebt me vermoord."
"Jij deed het."
"Zonder jou zou dit niet gebeurt zijn."
"Moordenaar."
"Moordenaar."
"Moordenaar."
"Moordenaar."
"Moordenaar"

De stem blijft maar doorgaan. Steeds opnieuw en opnieuw. Het maakt me gek. Ik weet het. Ik weet het! Ik heb hem vermoord!

Nog steeds gaat de stem door. Steeds opnieuw het woord. De stem begint te echoën en herhaalt het nog steeds. Alweer.

"Moordenaar."
"Moordenaar."
"Moordenaar."
"Je hebt me vermoord."
"Moordenaar."
"Moordenaar."
"Het is jouw schuld."
"Moordenaar."
"Moordenaar."
"Je hebt me vermoord."
"Moordenaar."

Hij blijft het herhalen. Steeds opnieuw. Opnieuw en opnieuw en opnieuw.

Het houdt niet op.
Waarom houdt het niet op?!
Waarom ik?

Waar is het fout gegaan?

A Little Too Much... (boyxboy) ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu